Cursus Procederen bij de bestuursrechter

Inhoud

De beroepsprocedure bij de bestuursrechter vangt aan met het instellen van het beroep en eindigt wanneer de uitspraak onherroepelijk is geworden. Deze hele procedure ligt vast in de Algemene wet bestuursrecht, de procesreglementen van de rechtbanken en de procesregelingen van de hoogste bestuursrechters. Aan de hand van deze wet- en regelgeving doorlopen we tijdens het eerste gedeelte van de cursus de gehele beroepsprocedure vanaf het vooronderzoek tot aan de uitspraak. Aan de orde komen vragen als: welke (fatale) termijnen zijn er, ben ik verplicht om ter zitting te verschijnen, wie mag ik meenemen naar zitting en welke stukken mag ik nog ter zitting overleggen? Ook de voorlopige-voorzieningenprocedure komt aan bod.

Daarna oefenen we met casussen en bespreken we die. Aan bod komen vragen als: hoe kan of moet ik reageren als de wederpartij erg persoonlijk wordt, wat kan ik doen als de rechter te weinig aandacht heeft voor mijn verhaal, of hoe kan ik reageren op nieuwe gronden die door de wederpartij opeens ter zitting naar voren worden gebracht? Ook de beginselen van een behoorlijke procesorde, de verschillende ‘fuiken’ en de proceskostenveroordeling komen aan de orde.

Na afloop van de cursus:

• Ken je de belangrijkste procedurele aspecten van een beroepsprocedure bij de bestuursrechter;
• Ben je op de hoogte van de bijzonderheden van het vooronderzoek;
• Weet je hoe je om kan gaan met (onverwachte) situaties op de zitting;  
• Weet je of en wanneer er nog ‘fuiken’ of ‘trechters’ zijn in de beroepsprocedure;
• Weet je wat de beginselen van een behoorlijke procesorde inhouden;
• Ben je op de hoogte van de verschillende soorten uitspraken die een bestuursrechter kan doen.