Weigering subsidie gevelrenovatie door college Heerlen vanwege voldoende financiële middelen houdt stand! Door: mr. Annet van Soest
Veel algemene subsidieverordeningen maken het mogelijk een subsidie te weigeren wanneer de aanvrager kan beschikken over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen hetzij uit middelen van derden. Of, zoals in Heerlen het geval, wanneer er gegronde redenen zijn om dit aan te nemen. Het college van de gemeente Heerlen besloot op deze grond de aanvraag van Napohoed B.V. om een subsidie voor de renovatie van haar gevel, te weigeren. Napohoed voerde de renovatie al met behulp van een lening uit en daarom was de inzet van gemeenschapsgelden hiervoor niet nodig, vond het college. Napohoed stelde dat de lening tijdelijk was, terug betaald moest worden en daarom nog steeds sprake was van een tekort aan financiële middelen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vindt dat het college van Heerlen de subsidie terecht heeft geweigerd (uitspraak van 6 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1848). Omdat Napohoed de gevelrenovatie met behulp van financiële middelen van derden heeft kunnen afronden, waren er gegronde redenen aan te nemen dat het bedrijf ten tijde van de gevelrenovatie over voldoende gelden kon beschikken om de kosten van de renovatie te dekken. Dat de gekozen financieringsvorm nu tot een tekort leidt, hoefde geen aanleiding te zijn voor het innemen van een ander standpunt. Een beroep op het gelijkheidsbeginsel omdat het college 7 jaar eerder wel een gevelrenovatie van een ander bedrijf subsidieerde slaagt niet vanwege het tijdsverloop tussen de aanvragen en omdat de situaties verschillen: bij de aanvraag van 7 jaren eerder maakte het voorterrein van het gemeentehuis deel uit van het project waarvoor de subsidie werd aangevraagd.
Kortom, financiert de subsidieaanvrager de activiteiten al met behulp van een lening, dan mag het bestuursorgaan het standpunt innemen dat hij beschikt hij over voldoende gelden om de activiteiten zonder subsidie uit te voeren.