De reikwijdte van de gedeeltelijke transitievergoeding
Een werknemer wordt herplaatst in een functie met een lager salaris. Heeft de werknemer dan recht op een gedeeltelijke transitievergoeding? Deze vraag is kort geleden door de Hoge Raad behandeld (Hoge Raad, 17 april 2020).
In 2018 oordeelde de Hoge Raad al dat een werknemer aanspraak heeft op een gedeeltelijke transitievergoeding in geval van een structurele en substantiële vermindering van de arbeidsduur. Dit is de zogenaamde ‘Kolombeschikking’. In deze uitspraak maakte de Hoge Raad duidelijk dat bij substantieel urenverlies (meer dan 20%) de werknemer recht heeft op een transitievergoeding over het deel waarover hij wordt ontslagen. In deze uitspraak gaat het dus om substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd. Zie hiervoor ook onze eerdere publicatie.
Maar hoe zit het bij de werknemer die door herplaatsing in een andere passende, maar lager betaalde functie, salaris inlevert? Maakt deze werknemer ook aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding?
De casus
De werkneemster werkt fulltime als lerares in het onderwijs met een salaris van € 3.313 bruto per maand. Na een ziekteperiode van twee jaar, heeft het UWV de werkneemster voor 48,49% arbeidsongeschikt bevonden. Daarbij is geoordeeld dat zij blijvend ongeschikt is voor het eigen werk. Wel kan zij herplaatst worden in de functie van onderwijsassistente voor 0,8 Fte met een daar bijbehorend salaris van € 1.706,40 bruto per maand. Werkneemster verzoekt de werkgever haar een (al dan niet gedeeltelijke) transitievergoeding te betalen voor de verlaging van haar salaris.
In de procedure die de werkneemster aanspant tegen haar werkgever wordt aan de Hoge Raad de prejudiciële vraag voorgelegd of de werkneemster in dit geval recht heeft op een gedeeltelijke transitievergoeding. Zij lijdt immers substantieel inkomensverlies door de herplaatsing in een functie met een lager salaris.
De Hoge Raad
Nee, luidt het antwoord van de Hoge Raad. Een herplaatsing in een andere functie kan niet gelijkgesteld worden aan een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:673 BW. Een vermindering van salaris als gevolg van herplaatsing, geeft dan ook geen recht op een transitievergoeding. Herplaatsing in een andere passende functie (zonder urenverlies) is immers geen vorm van beëindiging van een arbeidsovereenkomst. Sterker nog, herplaatsing door een werkgever is juist een weg om te voorkomen dat een werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigt.
Een duidelijke uitspraak
Met de uitspraak schept de Hoge Raad meer duidelijkheid over de grenzen die worden gesteld aan de aanspraak van een werknemer op een gedeeltelijke transitievergoeding. De toekenning van een transitievergoeding is en blijft gekoppeld aan de (gedeeltelijke) beëindiging van de arbeidsovereenkomst en staat los van de hoogte van het salaris of het functieniveau.
De transitievergoeding is niet bedoeld voor inkomensverlies dat het gevolg is van een andere reden dan verlies van werk.