Subsidieontvanger, ken je subsidieregels!
Een melkveehouderij ontvangt subsidie op grond van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie (EU) waarop de regels van de EU van toepassing zijn. De subsidieontvanger heeft niet voldaan aan de verplichting om direct aansluitend aan de teelt van maïs op zand- en lössgronden een vanggewas te telen. Dat leidt tot een korting op de subsidie. De subsidieontvanger beroept zich op overmacht: vanwege hevige en langdurige regenval heeft hij zich niet aan de verplichting kunnen houden, de grond was te nat. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de subsidieverstrekker, erkent dit inmiddels. Een happy end en uitbetaling van het volledige subsidiebedrag? Nee, helaas niet voor de melkveehouderij.
De Europese regels bepalen dat een geval van overmacht moet worden gemeld binnen 15 werkdagen vanaf de dag waarop dat voor de subsidieontvanger mogelijk was. En dat heeft de subsidieontvanger niet gedaan. Ook als de melkveehouderij niet wist dat de melding binnen 15 werkdagen moest worden gedaan en de toezichthouders bij de controle al aangaven dat de vanggewasregeling onwerkbaar was, dan slaagt het beroep op overmacht niet. Het is de verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger op de hoogte te zijn of zich bij de bevoegde autoriteiten op de hoogte te stellen van de relevante regelgeving (ECLI:NL:CBB:2021:755). Dus subsidieontvanger, ken je subsidieregels!