Joint roken in bedrijfsbus leidt tot ontslag op staande voet

Een installateur van Coolblue werd op staande voet ontslagen wegens het roken van één of meerdere joints in de bedrijfsbus. De werknemer verzoekt bij de kantonrechter Rotterdam vervolgens om toekenning van een billijke vergoeding, transitievergoeding en gefixeerde schadevergoeding. De werknemer ontkent dat hij één of meerdere joints heeft gerookt of zich dreigend heeft uitgelaten richting collega’s. Volgens hem is dan ook geen sprake van een dringende reden voor ontslag op staande voet.

Coolblue stelt zich op het standpunt dat wel sprake is van een geldig ontslag op staande voet vanwege drugsgebruik onder werktijd. Coolblue beroept zich daarbij op de verklaringen van de collega’s die bij de werknemer in de bus zaten en op het zerotolerancebeleid dat zij hanteert. Volgens Coolblue is sprake van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer, waardoor hij geen recht heeft op een eventuele billijke vergoeding of transitievergoeding. Daarbij voert Coolblue onder meer aan dat de werknemer zich, na de mededeling dat hij op staande voet is ontslagen, agressief heeft gedragen tegenover collega’s.

Bewijslast

Omdat de werknemer betwist dat hij één of meerdere joints heeft gerookt in de bedrijfsbus, rust de bewijslast op Coolblue. Coolblue heeft op de zitting aangegeven dat de verklaringen van de collega’s die op de heenreis bij de werknemer in de bus zaten, waarschijnlijk door de teamleider zijn opgesteld en vervolgens door de collega’s zijn ondertekend. De kantonrechter overweegt dat dit op zijn minst enige twijfels doet rijzen over de authenticiteit van de verklaringen, te meer daar het ook geen uitgebreide en/of (voldoende) gedetailleerde verklaringen zijn. Coolblue had ook geluidsopnames van gesprekken met collega’s ingediend, maar in dat gesprek werden door Coolblue sturende vragen gesteld over het gebeurde en was er weinig ruimte voor de collega’s om hun eigen verhaal te vertellen. Ook constateert de kantonrechter dat er sprake is van een discrepantie in de verklaringen van één van de collega’s. De kantonrechter komt tot het oordeel dat hetgeen Coolblue heeft ingediend nog niet voldoende is om te bewijzen dat de werknemer daadwerkelijk één of meerdere joints heeft gerookt in de bedrijfsbus, gelet op de voldoende gemotiveerde betwisting daarvan door de werknemer.

Coolblue heeft aangegeven de collega’s als getuigen te willen horen. De kantonrechter laat Coolblue toe tot het leveren van bewijs en houd de beslissing aan (Rb. Rotterdam 3 september 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:8932).

Collega’s als getuigen

Vervolgens zijn de getuigen ook daadwerkelijk gehoord. De kantonrechter constateert dat twee collega’s hebben verklaard dat de werknemer op de heenweg een joint heeft gerookt en dat deze verklaringen aansluiten op verklaringen van anderen en eerdere verklaringen. Dat één van de collega’s tijdens het getuigenverhoor iets verklaarde dat niet in de andere verklaringen staat, maakt zijn verklaring volgens de kantonrechter niet minder betrouwbaar. Dit te meer nu zijn verklaring op de meest essentiële punten (met name voor wat betreft het roken van de joint op de heenweg) overeenkomt met de verklaringen van de overige getuigen.

De enkele verklaring van de werknemer dat hij geen joint heeft gerookt is volgens de kantonrechter van onvoldoende gewicht om de verklaringen van de collega’s te ontkrachten. Voor de kantonrechter is voldoende aannemelijk dat de werknemer op de heenweg in de bedrijfsbus een joint heeft gerookt. Vanwege tegenstrijdigheden in de verklaringen van de twee collega’s die in de bus zaten op de terugreis is volgens de kantonrechter onvoldoende vast komen te staan dat de werknemer ook op de terugreis een joint heeft gerookt.

Dat voldoende vast is komen te staan dat werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan drugsgebruik onder werktijd is volgens de rechter een dringende reden voor ontslag op staande voet. Het zerotolerancebeleid van Coolblue staat niet ter discussie, evenals de vraag of het ontslag op staande voet onverwijld is gegeven onder onverwijlde mededeling van de reden. Geen billijke vergoeding en gefixeerde schadevergoeding voor de werknemer dus. Het gebruik van drugs op de werkvloer is volgens de kantonrechter ook ernstig verwijtbaar handelen, dus er is ook geen recht op een transitievergoeding (Rb. Rotterdam 28 januari 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:711).