Werkgeversorganisaties en vakbonden bereiken akkoord over thuiswerken: een balans tussen zeggenschap en maatwerk
Werkgeversorganisaties en vakbonden zijn het eens geworden dat bij de vormgeving van hybride werk het overleg tussen werkgevers en werknemers de basis moet vormen. Op die manier ontstaat er meer zeggenschap voor werknemers en hebben werkgevers voldoende mogelijkheden tot maatwerk. Dat volgt uit het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) aan het kabinet dat is gepubliceerd op 31 maart 2022.
Wetsvoorstel Wet werken waar je wilt
Op basis van de Wet flexibel werken (Wfw) kan een werknemer momenteel een verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur, arbeidsplaats of werktijd indienen bij de werkgever als hij of zij minimaal 26 weken in dienst is. De werkgever is gehouden een verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur of werktijd in te willigen, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstverlangen zich hiertegen verzetten. Anders dan bij een verzoek tot wijziging van de arbeidsduur of werktijd, dient de werkgever een verzoek tot wijziging van de arbeidsplaats enkel te overwegen en bij afwijzing van het verzoek te overleggen met de werknemer. Volgens de SER biedt het huidig wettelijk kader werknemers onvoldoende zeggenschap over hun arbeidsplaats en werkgevers onvoldoende ruimte voor maatwerk.
Op 27 januari 2021 is het wetsvoorstel Wet Werken waar je wilt (Wet Wwjw) ingediend. Dit wetsvoorstel bepaalt dat werknemers een verzoek kunnen indienen tot wijziging van de arbeidsplaats waarbij de gewenste arbeidsplaats het woonadres van de werknemer is of een voor de arbeid passende arbeidsplaats van waaruit gebruikelijk voor de werkgever werkzaamheden worden verricht, mits deze plaats binnen de Europese Unie ligt. De werkgever moet het verzoek inwilligen, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten. Hoewel het wetsvoorstel leidt tot meer zeggenschap voor werknemers, biedt het werkgevers onvoldoende mogelijkheden tot maatwerk.
Kern van het advies
De SER adviseert een verzoek van de werknemer om de arbeidsplaats aan te passen te toetsen aan de hand van het criterium van de redelijkheid en billijkheid. Bij toepassing van dit criterium worden de belangen van de werkgever en de belangen van de werknemer op een evenredige wijze tegen elkaar afgewogen. Op die manier wordt meer zeggenschap voor de werknemer gecreëerd zonder afbreuk te doen aan de belangen van de werkgever. De SER beveelt het kabinet daarom aan het wetsvoorstel Wet Wwjw in lijn met het advies aan te passen.
Wanneer de volgende stappen rond dit wetsvoorstel bekend zijn zullen wij u weer informeren.