Seksuele toespelingen gymdocent ernstig verwijtbaar
Over een docent lichamelijke opvoeding bij een middelbare school komt een melding van een oud-leerling binnen met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarna volgen nog drie signalen daarover van een oud-leerling, een docent en een stagiaire. In een onderzoek dat wordt ingesteld, wordt geconcludeerd dat er geen direct bewijs is voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wel aannemelijk is dat het heeft plaatsgevonden. De school verzoekt vervolgens om ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter buigt zich over deze zaak en overweegt allereerst dat het opzegverbod bij ziekte hier niet geldt. Verder is het niet nodig op alle bezwaren van de docent tegen het onderzoek in te gaan, omdat de kantonrechter de feiten vast zal stellen, zal beoordelen welke feiten in voldoende mate vaststaan en daaruit zelf zijn conclusies zal trekken.
Dan voor wat betreft de meldingen. Alle vier de meldingen hebben in één-op-éénsituaties plaatsgevonden. De eerste melding (waarvoor weinig ondersteunend bewijs is en waarnaar een strafrechtelijk onderzoek loopt) laat de kantonrechter buiten beschouwing, omdat op basis van de andere verklaringen al vaststaat dat sprake is geweest van (ernstig) verwijtbaar handelen. Die verklaringen hebben gemeen dat de docent suggestieve opmerkingen zou hebben gemaakt waaruit voor hen duidelijk was dat die seksueel bedoeld of geladen waren. De kantonrechter acht alle drie de verklaringen voldoende geloofwaardig.
De kantonrechter stelt vast dat het gaat om drie meldingen met dezelfde strekking die onafhankelijk van elkaar zijn gedaan. Er is voldoende vast komen te staan dat de docent zich heeft bediend van seksuele toespelingen in de werksituatie, zelfs ten opzichte van leerlingen (waaronder ook de stagiaire). Het verwijt van de werkgever, dat de docent onvoldoende professionele afstand heeft bewaard in zijn professionele handelen, is terecht. Dit is onaanvaardbaar, zeker voor een onderwijsinstelling die een veilige omgeving moet kunnen bieden aan de minderjarigen die aan haar zijn toevertrouwd. Voor zover de docent zich niet bewust was van de ongeoorloofdheid van zijn gedrag, had hij dat vanuit zijn positie en verantwoordelijkheid als docent redelijkerwijs moeten zijn. Temeer gelet op de gedragscode. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst vanwege verwijtbaar handelen.
De kantonrechter houdt bij de ontbinding geen rekening met de opzegtermijn en de docent krijgt geen transitievergoeding, omdat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen. Daaraan draagt bij dat het handelen betrekking had op minderjarigen die aan hem als leraar waren toevertrouwd, die in een afhankelijke verhouding tot hem stonden en die op een kwetsbare leeftijd waren.
Rb. Midden-Nederland 11 mei 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:2127