Werkgever veroordeeld voor compensatie van duizenden overuren
In een recente uitspraak oordeelt de rechtbank Oost-Brabant over de vordering van een werknemer, die sinds 2015 werkzaam was in de horeca van vakantiepark Ooststappen. De werknemer claimt duizenden overuren, gemaakt tussen 2017 en 2022. Hij stelt dat hij op basis van de Cao Recreatie hiervoor compensatie moet ontvangen.
Casus
De werkgever neemt werknemer in 2015 aan als Meewerkend Horeca Verantwoordelijke met een contract van 38 uur per week. De werknemer stelt structureel overuren te moeten maken, vooral tijdens het hoogseizoen. Het zou gaan om meer dan 6.500 overuren gemaakt in de periode tussen oktober 2017 en juli 2022. De werknemer claimt uitbetaling van deze overuren plus vakantietoeslag. De werkgever stelt geen opdracht te hebben gegeven voor het maken van overuren. De werknemer mocht zelfstandig zijn werktijden bepalen.
Overwerk
Overwerk is het werken van meer uren dan de contractueel tussen werkgever en werknemer afgesproken uren. Er is geen algemene wettelijke bepaling die verplicht tot uitbetaling van overuren. Voor werknemers die het minimumloon verdienen, is er echter wel een wettelijke basis: artikel 13a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bepaalt dat wanneer een werknemer meer uren werkt dan de overeengekomen arbeidsduur, deze extra uren moeten worden uitbetaald.
De Hoge Raad (Stokkermans/Kuijken en Asselbergs) heeft al in 1998 vastgesteld dat als er geen specifieke afspraak is over een overwerkvergoeding, een werknemer slechts een overwerkvergoeding ontvangt als duidelijk is dat de werkgever het overwerk heeft opgedragen of goedgekeurd. Daarnaast kunnen in de arbeidsovereenkomst en cao afspraken worden gemaakt over het overwerk. Volgens artikel 4:3 van de Arbeidstijdenwet moet de werkgever de gewerkte uren deugdelijk registreren. Als de werkgever de geclaimde uren niet controleert en onvoldoende gemotiveerd betwist, kan de rechter uitgaan van de door de werknemer opgegeven uren (ECLI:NL:GHAMS:2023:754, r.o. 2.8.1).
Oordeel rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de werkgever de gewerkte uren niet heeft geregistreerd, wat in strijd is met de verplichtingen uit de cao. Volgens de cao Recreatie, die van toepassing is op de arbeidsrelatie, is de werkgever verantwoordelijk voor het bijhouden van de gewerkte uren, inclusief overuren. Artikel 15 van de cao verplicht werkgevers om een administratie bij te houden van plus- en minuren, zodat zij de werknemer op correcte wijze kunnen compenseren.
Omdat de werkgever geen administratie van de plus- en minuren bijhield, was het onmogelijk om nauwkeurig te bepalen hoeveel overuren daadwerkelijk zijn gemaakt. De rechtbank oordeelt dat de verantwoordelijkheid voor de urenregistratie bij de werkgever ligt en niet bij de werknemer. Vervolgens maakt de rechtbank een inschatting van het aantal overuren. De rechtbank overweegt dat partijen het erover eens zijn dat sprake is van plusuren, maar houdt ook rekening met het feit dat de werknemer vaak op eigen initiatief aanwezig was en daartoe geen opdracht had. De rechtbank rekent uiteindelijk met 70 uur per week in de drukke weken.
Conclusie en tips
Deze uitspraak benadrukt dat werkgevers verplicht zijn een deugdelijke administratie bij te houden van plus- en minuren volgens de cao. Dit kan niet aan de werknemer worden overgelaten. Bij gebreke hiervan kunnen werknemers aanspraak maken op een compensatie van overuren.