Lager vaststellen subsidie is terecht
Block-IT Now B.V. ontvangt na het doorlopen van een tenderprocedure een subsidie voor het realiseren van een permanent geplaatste, computergestuurde en volautomatische waterkering. De beoogde daadwerkelijke plaatsing is een belangrijke reden waarom de subsidie is toegekend. De productie en plaatsing van de waterkering worden echter niet gerealiseerd, andere fases van het plan wel. De minister van Economische Zaken en Klimaat stelt de subsidie lager vast op 50% van de verleende subsidie. Daarbij baseert de minister zich op de eindrapportage van Block-IT Now waarin staat dat ongeveer 50% van de kosten zijn gerealiseerd.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: College) oordeelt dat de subsidie terecht lager is vastgesteld omdat de activiteiten niet geheel zijn uitgevoerd en verplichtingen niet zijn nageleefd (artikel 4:46, tweede lid onder a en b, Awb). Vast staat dat de productie en plaatsing van de waterkering niet heeft plaatsgevonden en dat niet is voldaan aan de verplichting te melden dat de activiteiten niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden uitgevoerd, op het moment dat dit aannemelijk is. Ook het percentage van 50 vindt het College niet onredelijk. Block-IT Now heeft in de eindrapportage over het project zelf aangegeven dat ongeveer 50% van de kosten niet is gerealiseerd. Het bedrijf heeft onvoldoende onderbouwd waarom verweerder dit percentage niet als uitgangspunt had mogen nemen. Aan de pas ter zitting opgeworpen stelling dat zij meer dan 50% van de kosten van het project gemaakt heeft, gaat het College voorbij. Het bedrijf heeft voldoende gelegenheid gehad, zowel in bezwaar als in beroep, om dit eerder dan ter zitting naar voren te brengen en te onderbouwen. Daarnaast acht het College van belang dat het eindresultaat, dat niet is behaald, juist voor deze subsidie, die door middel van een tenderprocedure beschikbaar is gesteld, essentieel is.
De volledige uitspraak leest u hier.