Einde met wederzijds goedvinden zonder beëindigingsovereenkomst?
Voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is niet steeds een beëindigingsovereenkomst vereist. Een werknemer van SRK maakte in verband met de ontvlechting van SRK gebruik van de optie bij een derde partij, ARAG, in dienst te treden. SRK faciliteert de gesprekken tussen de werknemer en ARAG. Uiteindelijk sluiten de werknemer en ARAG een arbeidsovereenkomst. Het Hof oordeelt dat de insteek steeds de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met SRK is geweest, SRK houdt immers op te bestaan. Hieruit, en de daaropvolgende gedragingen zoals het inleveren van bedrijfseigendommen, kan worden opgemaakt dat sprake is van het eindigen van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. De werknemer maakt dus ook geen aanspraak op een transitievergoeding.