Autoriteit Persoonsgegevens adviseert negatief over gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) adviseert de Eerste Kamer het voorstel voor de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) niet aan te nemen. De wet, die een juridische basis wil bieden voor de verwerking van persoonsgegevens door samenwerkingsverbanden, is op 17 december 2020 door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft vervolgens advies gevraagd aan de privacy toezichthouder. Volgens de AP kan het wetsvoorstel in zijn huidige vorm grote gevolgen hebben voor mensen die op het verkeerde lijstje terechtkomen.
Wat is de WGS?
Met de WGS wordt beoogd een juridische grondslag te bieden persoonsgegevens systematisch te delen en te verwerken, waaronder door profilering. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke samenwerkingsverbanden onder de wet zullen vallen. Dit zijn verbanden van bestuursorganen en private partijen die gezamenlijk gegevens verwerken voor zwaarwegende algemene belangen. In het wetsvoorstel worden in ieder geval het Financieel Expertisecentrum (FEC), de Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen (iCOV), Regionale Informatie en Expertisecentra (RIEC’s) en Zorg- en Veiligheidshuizen (ZVH’s) genoemd. Daaronder vallen bijvoorbeeld de politie, het openbaar ministerie en de Belastingdienst. Volgens de minister van Justitie en Veiligheid is het wetsvoorstel ingegeven door de wens maatschappelijke vraagstukken meer dan voorheen integraal aan te pakken, waarbij verschillende overheidsinstanties, maar ook de private sector met elkaar samenwerken.
Wat vindt de AP?
De toezichthouder erkent dat de aanpak van ondermijnende criminaliteit aandacht verdient. Het moet volgens de voorzitter, Aleid Wolfsen, wel goed geregeld worden. De Toeslagenaffaire en het FSV-schandaal hebben aangetoond hoe burgers in de knel kunnen komen. Het wetsvoorstel gaat volgens Wolfsen nog verder dan het bekritiseerde SyRi (Systeem Risico Indicatie). De rechtbank Den Haag oordeelde hierover dat de inzet van SyRi in strijd is met hoger recht en niet voldoet aan artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten voor de Mens (EVRM).
Volgens het wetsvoorstel mogen samenwerkingsverbanden bij ‘een signaal’ persoonsgegevens verwerken, met elkaar delen en analyseren. De AP vindt dat het signaal vaag is omschreven. Verder staan nog meer ongedefinieerde begrippen in de wet. Zo wordt er gesproken over het delen van gegevens met ‘andere partijen’, maar is niet duidelijk om welke andere partijen het gaat. Daarnaast gaat het niet om gegevens van mensen zelf, maar ook van hun familie en vrienden.
Het wetsvoorstel zet volgens de AP de deur wagenwijd open voor een onbegrensde surveillance door een onbegrensde hoeveelheid partijen, door nieuwe samenwerkingsverbanden met een algemene maatregel van bestuur aan te wijzen: wetgeving die de Eerste en Tweede Kamer niet kunnen wijzigen.
Hoe nu verder?
De Eerste Kamer zal het advies van de AP meewegen in haar beslissing over het wetsvoorstel. De kans is aannemelijk dat het advies wordt overgenomen en dat de Eerste Kamer besluit het wetsvoorstel in zijn huidige vorm niet aan te nemen. Vijverberg Advocaten & Adviseurs houdt de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.