Mag een gemeente de Facebookpagina van een uitkeringsgerechtigde bekijken?

De sociale recherche van een gemeente bekijkt de Facebookpagina van een inwoner die een uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet. De aanleiding daarvoor was een anonieme melding dat de inwoner meerdere dagen per week in een kapsalon zou werken. Op 3 mei 2022 oordeelt de Centrale Raad van Beroep (ECLI:NL:CRVB:2022:1205) dat de handelwijze van de gemeente in deze situatie gerechtvaardigd was.

De spelregels

De Facebookpagina van de inwoner is openbaar te raadplegen. Dat wil echter niet zeggen dat een gemeente (of bijvoorbeeld een werkgever) deze openbare informatie zomaar mag gebruiken. Ook dan geldt nog steeds de regel dat er een rechtsgrond moet zijn om de persoonsgegevens te mogen verwerken. Deze verwerking moet in een redelijke verhouding staan tot het doel waarvoor de gegevens worden gebruikt en er mag geen andere, minder op de privacy ingrijpende wijze voor handen zijn. Dit zijn de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.

Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep

De Raad stelt vast dat er een rechtsgrond voor het gebruik van de persoonsgegevens aanwezig is. Het tegengaan van misbruik en fraude van sociale uitkeringen kan worden gezien als het behartigen van het belang van het economisch welzijn van Nederland als bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Artikel 53a, zesde lid van de Participatiewet bepaalt voorts dat het College van Burgemeester & Wethouders bevoegd is een onderzoek in te stellen naar de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens door een uitkeringsgerechtigde.

De Raad stelt vervolgens vast dat het raadplegen van de Facebookpagina een beperkte inbreuk op het recht op privéleven van de betrokkene vormt, mede omdat die informatie openbaar is. Er was verder geen minder op de privacy ingrijpende manier om een goed inzicht te krijgen in de activiteiten van de betrokkene en de mogelijkheid dat er sprake zou kunnen zijn van uitkeringsfraude. Aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit is daarmee voldaan.

Conclusie

Bestuursorganen hebben bij het gebruik van persoonsgegevens uit openbare bronnen nog steeds de verplichting na te gaan of er een wettelijke grondslag is om uit deze bronnen gegevens te verwerken.

Bij een vermoeden van uitkeringsfraude mag de sociale recherche op grond van artikel 53a, zesde lid van de Participatiewet informatie over een uitkeringsgerechtigde die via sociale media kan worden verkregen, gebruiken. Omdat het om een beperkte inbreuk op de privacy gaat aangezien de informatie al openbaar is en omdat er geen andere methode voorhanden is om de informatie te krijgen, is geen sprake van schending van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.

Advies privacyrecht

Heeft u vragen over privacy? Schakel ons kantoor in voor advies over privacykwesties. Wij beschikken over privacyspecialisten die u graag bijstaan. Ook kunt u via ons een functionaris gegevensbescherming raadplegen of een procesjurist inhuren. Mail of bel ons voor de mogelijkheden: 079 - 3631919.

Privacy-trainingen

Vijverberg verzorgt meerdere cursussen op het gebied van privacy. Bekijk hier ons cursusaanbod privacyrecht.