Slecht gemetselde muur van excuses stort in
Op 14 september 2022 heeft de rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak die was aangespannen door een metselaar tegen de mededeling van zijn werkgever dat hem ontslag op staande voet was verleend vanwege de weigering de bedongen arbeid te verrichten.
Wat was de situatie?
In de zomer van 2021 komt de werknemer geregeld niet opdagen op de bouwplaats om zijn werkzaamheden uit te voeren zonder dat hij zich volgens de daartoe geldende afspraken (correct) had afgemeld.
Direct na de bouwvak 2021 ontwikkelt zich een situatie waarin sprake is van structureel niet meer op het werk verschijnen. Wat begint met een excuus per SMS dat de auto defect is wordt de dag daarop gevolgd door een mededeling dat hij ziek is en niet op het werk kan verschijnen. Tevens meldt de werknemer dat ziekmelding niet noodzakelijk is, hij neemt onbetaald verlof op. In de daaropvolgende weken wordt de werkgever keer op keer aan het lijntje gehouden met toezeggingen van de werknemer dat hij de volgende dag of enkele dagen later weer zal verschijnen. Niets is minder waar want de werknemer verschijnt niet.
De werkgever blijft ondanks alles correct en slaat de correspondentie met de werknemer zorgvuldig op. Hij benadrukt de noodzaak weer te verschijnen op het werk en bij uitblijven van actie van de werknemer meldt hij deze toch ziek en laat hem oproepen door de Arbodienst. Ook hieraan geeft de werknemer geen gehoor en de werkgever staakt na een waarschuwing de loonbetaling aan de werknemer. De werknemer meldt vervolgens dat hij de mededeling heeft gemist als gevolg van een defecte telefoon en zegt toe weer aan de slag te zullen gaan. De werkgever stemt niet hiermee in en wijst de werknemer erop dat hij eerst de Arbodienst moet bezoeken.
In de weken daarna komt de werknemer met excuses dat de arts niet meer bij de Arbodienst werkzaam was, dat hij door de loonstaking was afgesloten van internet en zijn mobiele abonnement en daardoor diverse oproepen en verzoeken had gemist. Voor de werkgever is dan de maat bijna vol. Hij meldt de werknemer beter en draagt hem op de bedongen arbeid uit te komen voeren en waarschuwt de werknemer en passant ervoor dat wanneer hieraan geen gehoor wordt gegeven ontslag op staande voet kan volgen. Daarbij meldt hij tevens de gevolgen die ontslag op staande voet heeft voor de werknemer.
Als de werkgever de werknemer na de laatste waarschuwing nog een paar keer zonder succes heeft gebeld om ontslag te voorkomen en de werknemer op 6 december 2021 nog steeds niet op het werk is verschenen, wordt de werknemer op 8 december 2021 op staande voet ontslagen.
De werknemer richt zich vervolgens tot de kantonrechter in een procedure om het ontslag op staande voet de bestrijden. De rechter oordeelt dat het ontslag onverwijld is gegeven. Weliswaar is sprake van een periode van twee weken, verstreken tussen de laatste waarschuwing en het ontslag, maar de werkgever heeft de werknemer nog de gelegenheid geboden om in deze periode het ontslag te voorkomen. De rechter trekt in dit kader een parallel met de bedenktermijn zoals bedoeld in artikel 7:670b, lid 2 BW.
Verder oordeelt de kantonrechter dat de weigering de bedongen arbeid te verrichten kan worden aangemerkt als dringende reden. Voor zover de werknemer in de procedure aanvoert dat sprake was van ziekte oordeelt de rechter dat uit de correspondentie met de werkgever kan worden opgemaakt dat de werknemer zich hersteld achtte om de werkzaamheden op te pakken. De kantonrechter oordeelt verder dat het door het gedrag van de werknemer alleszins is te begrijpen dat de werkgever alle vertrouwen in de werknemer was verloren, hetgeen is aan te merken als een dringende reden voor het ontslag. Tot slot oordeelt de rechter dat het dienstverband van 35 jaar, de ernstige gevolgen van het ontslag en de privéproblemen niet verhinderen dat de werknemer zich aan basale verplichtingen dient te houden en dat deze omstandigheden het vertoonde gedrag niet rechtvaardigen. U zult begrijpen: het ontslag op staande voet hield stand.
Wat kunnen we leren van deze uitspraak? Allereerst: leg de correspondentie met de werknemer goed vast. Houd bovendien contact met de medewerker, ook als dit wellicht niet noodzakelijk lijkt (zo woog de rechter het bellen en mailen na de laatste waarschuwing om te komen werken mee in het voordeel van de werkgever).
De kantonrechter oordeelt verder dat het door het gedrag van de werknemer alleszins is te begrijpen dat de werkgever alle vertrouwen in de werknemer was verloren, hetgeen is aan te merken als een dringende reden voor het ontslag. Tot slot oordeelt de rechter dat het dienstverband van 35 jaar, de ernstige gevolgen van het ontslag en de privéproblemen niet verhinderen dat de werknemer zich aan basale verplichtingen dient te houden. Ook rechtvaardigen de privéomstandigheden het vertoonde gedrag niet. U zult begrijpen het ontslag op staande voet hield stand.
Wat kunnen we leren van deze uitspraak? Leg allereerst de correspondentie met de werknemer goed vast. Houd bovendien contact met de medewerker, ook als dit wellicht niet noodzakelijk lijkt (zo woog de rechter het bellen en mailen na de laatste waarschuwing om te komen werken mee in het voordeel van de werkgever in deze zaak).