Veelvuldig te laat komen rechtvaardigt ontslag op staande voet
In een recente uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2022:9413) oordeelt het hof over het ontslag op staande voet van een werknemer die in een periode van acht maanden tijdens 243 van de 562 diensten, variërend van enkele minuten tot enkele uren, te laat was. De kantonrechter laat in eerste aanleg het ontslag op staande voet in stand. De werknemer is het daar niet mee eens en stelt hoger beroep in. Hoe oordeelt het hof?
De feiten in het kort
De werknemer werkt bij een transportbedrijf in ploegendienst volgens een vooraf vastgesteld rooster en ontvangt goede beoordelingen. Vanaf 2019 voert de werknemer gesprekken met zijn leidinggevende en HR-manager, omdat hij te laat op zijn werk verschijnt. Op 9 april 2021 wordt de werknemer geschorst, omdat hij zich zonder bericht niet op het geplande begintijdstip op het werk meldt. Gezien de voorgeschiedenis van te laat komen, besluit de werkgever de werknemer te schorsen. Op 13 augustus 2021 schorst de werkgever de werknemer opnieuw. In de schorsingsbrief staat dat de werknemer in herhaling is gevallen met zijn gedrag van te laat komen en dat hij daarvoor in mei 2021 een allerlaatste waarschuwing heeft gehad. Op 17 augustus 2021 wordt de werknemer op staande voet ontslagen.
De kantonrechter oordeelt in eerste aanleg dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven en wijst de verzoeken van de werknemer af.
Hoe oordeelt het hof?
Het hof beslist, evenals de kantonrechter, dat het gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Het hof volgt de werknemer niet in de stelling dat het ontslag niet onverwijld is gegeven. De aanleiding voor het ontslag was dat de werknemer op 13 augustus 2021 niet op het begintijdstip op zijn werk verscheen. Dat was een vrijdag. Hij is toen geschorst en uitgenodigd voor een gesprek op de dinsdag daarna om zijn kant van het verhaal te vertellen. De werkgever stelt onbetwist dat haar directeur met vakantie was en op die datum weer terug was. Nadat de werknemer zijn verhaal had gedaan, is intern overleg gevoerd en is hij op staande voet ontslagen.
Vervolgens beoordeelt het hof de frequentie en omvang van het te laat komen als ernstig. Daarbij komt dat de werknemer een gewaarschuwd mens was. Er is met hem herhaaldelijk over het te laat komen gesproken. Bovendien heeft de werkgever na afloop van de gesprekken meerdere brieven overlegd die formele waarschuwingen bevatten. De werknemer voert aan dat het te laat komen is veroorzaakt doordat hij oververmoeid is geraakt door het toedoen van de werkgever. Volgens het hof heeft de werknemer dit niet onderbouwd. Tijdens de gesprekken gaf de werknemer als oorzaak dat hij zich had verslapen en dat hij geen hulp nodig had. Onder deze omstandigheden kon van de werkgever redelijkerwijs niet meer gevraagd worden dan wat zij heeft gedaan: het gedrag bespreekbaar maken, naar de oorzaak vragen en hulp aanbieden. Ook als het hof rekening houdt met de persoonlijke omstandigheden, oordeelt het dat de gedragingen van de werknemer dusdanig ernstig zijn dat deze een dringende reden opleveren die het ontslag op staande voet rechtvaardigen. De verzoeken van de werknemer worden afgewezen.