Inspecteur die inspecties verzuimt voldoende reden voor ontslag?
Een werknemer die als inspecteur aan boord van schepen werkt brengt wel reiskosten in rekening, maar gaat meerdere keren niet aan boord van het schip. De werkgever vindt dit reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek van de werkgever af. De werkgever gaat hiertegen in beroep bij het hof. Het hof houdt er een andere zienswijze op na. Wat was er aan de hand?
Takenpakket werknemer
De werkzaamheden van werknemer bestaan uit het verrichten van inspecties aan boord van schepen. Hiervoor dient hij foto’s te maken en rapporten op te stellen. Werknemer verricht echter geen inspecties op schepen, maar brengt hiervoor wel reiskosten in rekening. Instructies die werknemer ontvangt vanuit werkgever worden in de wind geslagen.
De werkgever gaat hierover in gesprek met werknemer. Tijdens dit gesprek stelt de werkgever voor dat werknemer in plaats van de inspecties op schepen, werkzaamheden op kantoor kan verrichten. Werknemer weigert dit en weigert eveneens iets te veranderen aan zijn houding en gedrag. Voor werkgever reden genoeg om een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in te dienen. Zoals reeds vermeld, de kantonrechter wijst het verzoek af. De kantonrechter is van oordeel dat werkgever voor een succesvol beroep op verwijtbaar handelen meer onderzoek had moeten doen. Werkgever had werkzame personen op de schepen kunnen bevragen of de administratie kunnen controleren. Uit de informatie die nu bekend is blijkt volgens de kantonrechter onvoldoende dat werknemer de schepen niet heeft bezocht. Ook het beroep op disfunctioneren wordt afgewezen, het niet uitvoeren van taken die wel tot de werkzaamheden van werknemer behoren is onvoldoende voor een ontslag op deze grond. Daarnaast is de kantonrechter van oordeel dat geen sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Fraude door de werknemer is niet vast komen te staan en door het solistische werk van werknemer staan irritaties van werkgever niet meteen in de weg aan een samenwerking. Er is wel een breuk in het vertrouwen. De breuk in het vertrouwen is echter niet zo groot dat de arbeidsverhouding dusdanig verstoord is, dat deze niet meer hersteld kan worden. Ten slotte wordt het beroep op de combinatiegrond afgewezen.
De werkgever laat het er niet bij zitten en gaat in beroep. Bij het hof doet werkgever enkel nog een beroep op ontbinding vanwege verwijtbaar handelen of een verstoorde arbeidsverhouding. Het hof is van oordeel dat werknemer zijn werkgever - ondanks spaarzame motivering door werkgever - verantwoording verschuldigd is. Werknemer heeft hier meerdere malen de mogelijkheid toe gekregen. De functie van werknemer brengt veel vrijheden met zich mee, maar de werkgever moet er wel op kunnen vertrouwen dat hij zijn afspraken nakomt. Werknemer trekt zich weinig aan van instructies en biedt geen verantwoording, dit levert volgens het hof zowel verwijtbaar handelen als een ernstig verstoorde arbeidsverhouding op als grond voor ontslag. Van ernstig verwijtbaar handelen is geen sprake, waardoor wel een transitievergoeding verschuldigd is aan werknemer.
Heeft u hulp nodig in een situatie van ontbinding van de arbeidsovereenkomst? Bekijk dan onze website of neem contact op met een van onze specialisten.