Nieuwe wet stelt vertrouwenspersoon verplicht
Uit onderzoek blijkt dat ruim een miljoen mensen op het werk te maken krijgen met intimidatie, discriminatie, pesten of agressie. Dit beïnvloedt de werksfeer en het gevoel van veiligheid. Ook zorgt het voor een toenemende mate van verzuim. Om dit probleem tegen te gaan is er op 23 mei 2023 een wet aangenomen die het verplicht maakt om een vertrouwenspersoon in te stellen binnen organisaties. Maar wat betekent deze wet voor werkgevers en werknemers?
Huidige situatie
Op dit moment heeft ongeveer de helft van de organisaties in Nederland een vertrouwenspersoon aangesteld. Er zijn geen normen of eisen waar de vertrouwenspersoon aan moet voldoen. Uit onderzoek van de Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen (LVV) blijkt ook dat de vertrouwenspersoon in sommige situaties onder druk wordt gezet om een deel van de vertrouwelijkheid op te geven. Dit creëert niet de ruimte bij werknemer om melding te doen van ongewenst gedrag. Met het wettelijk verplicht stellen van een vertrouwenspersoon is het doel om werknemers juist wel de kans en ruimte te bieden om klachten over ongewenste omgangsvormen in een veilige omgeving te melden.
Wijzigingen
Om dit te bewerkstelligen worden er wijzigingen doorgevoerd in de Arbowet en het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Er komt een wettelijke ontslagbescherming voor vertrouwenspersonen die vergelijkbaar is met bescherming van leden van de medezeggenschap. De vertrouwenspersoon mag in zijn normale functie of promotiekansen niet belemmerd worden door zijn functioneren als vertrouwenspersoon. Ook mag de vertrouwenspersoon niet ontslagen worden wegens zijn functioneren als vertrouwenspersoon. Dit ontslagverbod wordt opgenomen middels een wijziging in artikel 7:670 BW. De plicht tot het instellen van een vertrouwenspersoon (intern of extern) wordt opgenomen in de Arbowet. Het recht op toegang tot een vertrouwenspersoon wordt hier vastgelegd, net als de basistaken van de vertrouwenspersoon. Hieronder vallen onder andere het opvangen, begeleiden en adviseren van de werknemer en het organiseren van voorlichting over ongewenst gedrag. Samen zouden deze maatregelen het ontstaan van een onveilig klimaat op de werkvloer tegen moeten gaan.