In een recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2023:9837) oordeelde de kantonrechter over de vraag of sprake was van onrechtmatige concurrentie door een voormalig werknemer die concurrerende werkzaamheden verrichtte. Hoewel tussen partijen geen concurrentiebeding bestond, was mogelijk tóch sprake van onrechtmatige concurrentie. Wat was er aan de hand en aan welke vereisten toetst de kantonrechter in zo’n geval?
De casus
De werkgever in kwestie – Hot Bath - is een importeur en verkoper van sanitair. Een voormalig werknemer van Hot Bath is na uitdiensttreding een concurrerend bedrijf begonnen. Hij zocht contact met een voormalig leverancier van Hot Bath en zes klanten van Hot Bath zijn naar hem overgestapt. Daarnaast constateerde de voormalig werkgever dat hij zakelijke e-mails met daarin zakelijke informatie had doorgestuurd naar zijn privé e-mailadres.
Daarop spant Hot Bath een zaak aan tegen de voormalig werknemer. De vraag die daarbij voorligt is of het starten van een concurrerend bedrijf moet worden beschouwd als onrechtmatige concurrentie. Let wel, van een concurrentiebeding tussen partijen was dus geen sprake!
Onrechtmatige concurrentie?
Het is een voormalig werknemer in beginsel toegestaan om met zijn voormalig werkgever concurrerende werkzaamheden te verrichten. Uit het arrest Boogaard/Vesta van de Hoge Raad volgt wanneer concurrentie niet is toegestaan en onrechtmatig kan zijn, waarbij drie vereisten zijn geformuleerd. Van onrechtmatige concurrentie is sprake als is voldaan aan de volgende drie vereisten, namelijk het stelselmatig en substantieel afbreken van het bedrijfsdebiet* (a), terwijl dat bedrijfsdebiet duurzaam (b) is en dat te doen met vertrouwelijke bedrijfsinformatie (c) en bij het bedrijf verkregen vakkennis.
*Bedrijfsdebiet is datgene wat een bedrijf waardevol maakt, zoals know-how, reputatie en goodwill.
Bij de criteria (a)/(b) wordt in de rechtspraak meegewogen hoeveel relaties van de voormalig werkgever zijn overgestapt naar het bedrijf van de voormalig werknemer in verhouding tot het totale aantal relaties van deze voormalig werkgever. Met betrekking tot vertrouwelijke informatie, criterium (c), valt te denken aan zakelijke (klant)bestanden en specifieke vakkennis.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter oordeelt dat het gebruik van kennis en gegevens op zichzelf niet onrechtmatig is, tenzij dit leidt tot stelselmatige en substantiële afbreuk van het bedrijfsdebiet. Hoewel zes klanten zijn overgestapt naar het bedrijf van de voormalig werknemer, zoals aangevoerd door Hot Bath, is de kantonrechter van oordeel dat van het voornoemde geen sprake is. Ook is niet gesteld en evenmin bewezen dat de zes overgestapte klanten langdurige klanten van Hot Bath waren. Uit de overgelegde omzetcijfers kan worden afgeleid dat deze klanten in 2022 slechts voor 5,30% van de totale omzet zorgden.
Dat de voormalig werknemer bedrijfsinformatie vanuit zijn zakelijke mailadres naar zijn privé mailadres verzond wil verder niet zonder meer zeggen dat hij daarmee tot doel had concurrerende werkzaamheden te verrichten. Daar komt bij dat de doorgestuurde informatie tenminste grotendeels openbare informatie betrof.
Verder is niet komen vast te staan dat de voormalige werknemer al gedurende zijn arbeidsovereenkomst met Hot Bath is begonnen met concurrerende activiteiten. Dat hij tijdens zijn arbeidsovereenkomst wel voorbereidende activiteiten heeft verricht voor het oprichten van een eigen bedrijf, is daarvoor onvoldoende.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat niet kan worden gesproken van onrechtmatige concurrentie, nu niet aan elk van de drie vereisten volgend uit Boogaard/Vesta is voldaan.