De Spreidingswet en de Aanbestedingswet
Op 1 februari 2024 is de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen, beter bekend als de Spreidingswet, in werking getreden.
Met deze wet probeert de wetgever een verandering te brengen in de manier waarop asielzoekers worden opgevangen. Door het uitbreken van conflicten in verschillende delen van de wereld vluchten grote groepen mensen naar Nederland. Deze mensen moeten zich melden in het opvangcentrum in Ter Apel. In Ter Apel worden deze mensen geregistreerd en opgevangen. Het opvangcentrum in Ter Apel heeft een maximumcapaciteit van 2000 opvangplekken. Door de toename van asielzoekers werd het maximum aantal opvangplekken lange tijd overschreden. Tot 1 februari 2024 was het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) afhankelijk van de vrijwillige medewerking van gemeenten om opvang voor asielzoekers die niet konden worden opgevangen in Ter Apel mogelijk te maken.
In 2022 was de situatie in Ter Apel zodanig acuut dat de minister van Justitie en Veiligheid een dringend verzoek heeft gedaan aan de veiligheidsregio’s om in samenspraak met gemeenten extra opvangplekken te realiseren. Er zijn toen crisisnoodopvangplekken gerealiseerd. Deze crisisnoodopvangplekken (CNO) zijn op vrijwillige basis gerealiseerd en voldoen niet aan de kwaliteitsnormen van een noodopvangplek zoals beschreven in de Wet COA. Dit is om meerdere redenen onwenselijk. De Spreidingswet heeft een einde gemaakt aan de vrijwilligheid en maakt dat de CNO omgebouwd moeten worden naar noodopvangplekken die voldoen aan de kwaliteitsnormen zoals beschreven in de Wet COA. Niet op alle locaties is het mogelijk om een CNO om te bouwen naar een noodopvangplek. Dit komt onder meer door de huidige stikstofnormen of doordat een CNO tijdelijk is geplaatst in een Natura2000 gebied.
In het transitieplan CNO uit 2022 is bepaald dat uiterlijk 1 april 2023 alle CNO omgebouwd moeten zijn naar reguliere noodopvangplekken. Deze datum is inmiddels verschoven naar 1 april 2024. Door de inwerkingtreding van de Spreidingswet op 1 februari 2024 zijn gemeenten (mede) verantwoordelijk voor het ombouwen van de CNO naar een noodopvangplek of voor het verhuizen van een CNO naar een andere locatie. Gemeenten zullen deze overeenkomsten moeten aanbesteden. Wanneer er echter een aanbestedingsprocedure wordt gehouden kunnen de CNO nooit voor 1 april 2024 omgebouwd zijn of verhuisd zijn vanwege de wettelijke termijn die gelden voor een aanbestedingsprocedure. Hierdoor rijst de vraag of gemeenten een beroep kunnen doen op de dwingende spoed (artikel 2.32 lid 1 sub c Aanbestedingswet 2012). Bij een succesvol beroep op dwingende spoed kan een gemeente een overheidsopdracht rechtstreeks gunnen zonder dat een aanbestedingsprocedure gehouden hoeft te worden. De voorwaarden zijn echter streng. Een gemeente moet kunnen motiveren waarom zij geen gebruik kan maken van een aanbestedingsprocedure met verkorte termijnen. Uit een uitspraak van de rechtbank Amsterdam uit 2008, ECLI:NL:RBAMS:2008:BE9537, blijkt verder dat een datum (bijvoorbeeld de hiervoor genoemde datum van 1 april 2024) geen zelf gekozen datum mag zijn of een door een overheidsorganisatie opgelegde datum die (nogmaals) verschoven kan worden.
Kortom, om met succes een beroep te kunnen doen op de dwingende spoed moet een gemeente kunnen aantonen dat:
- Er geen gebruik gemaakt kan worden van een aanbestedingsprocedure met verkorte termijnen;
- De datum waarvoor een overheidsopdracht uitgevoerd moet zijn niet zelf gekozen is of door een andere overheidsorganisatie opgelegd is;
- De datum waarvoor de overheidsopdracht uitgevoerd moet zijn niet (nogmaals) verschoven kan worden.