Rechter loopt niet vooruit op mogelijke verruiming van het evenredigheidsbeginsel
De wetgever heeft er bewust voor gekozen om bijstandsfraude hard aan te pakken. Van die lijn kan op basis van de huidige wetgeving niet worden afgeweken, aldus de meervoudige kamer van de rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2024:1448).
De rechtbank overweegt nadrukkelijk dat in het wetsvoorstel ‘Wet versterking waarborgfunctie Awb’ een uitbreiding van het toepassingsbereik van het evenredigheidsbeginsel is opgenomen, maar dat zij niet vooruit kan lopen op die mogelijke wetswijziging. Dit betekent dat het college van burgemeester en wethouders verplicht blijft om bij een schending van de inlichtingenplicht (vaak ook bijstandsfraude genoemd) alle ten onrechte verleende bijstand terug te vorderen en dat nog steeds niet getoetst kan worden of dit onevenredig hard uitpakt voor de burger. De rechtbank ziet overigens wel ruimte om in navolging van de conclusie van de advocaat-generaal ruimhartiger om te gaan met het begrip ‘dringende redenen’, maar vindt dat in deze zaak geen dringende redenen aanwezig zijn om van terugvordering af te zien.