De Centrale Raad van Beroep, één van de hoogste bestuursrechters, oordeelt dat het verkrijgen van een vergoeding voor de kosten gemaakt in bezwaar in het vervolg geen zelfstandig procesbelang meer oplevert. Met andere woorden: men kan niet meer naar de rechter voor alleen het verkrijgen van een vergoeding van bezwaarkosten. In dit nieuwsbericht beantwoorden we een aantal vragen over de uitspraak.
Wat is procesbelang?
Je kan niet zomaar naar de bestuursrechter, er zijn wettelijke eisen waaraan je moet voldoen voordat je beroep tegen een besluit mag instellen. Naast die wettelijke eisen is er ook nog de ongeschreven eis van procesbelang. Als iemand geen procesbelang heeft, kan diegene ook niet naar de rechter. Onder de volgende omstandigheden is er sprake van procesbelang:
- Het besluit wordt aangevochten omdat de belanghebbende een doel heeft. Dat doel kan met het instellen van beroep bereikt worden en dat doel heeft ook feitelijk betekenis voor de belanghebbende. Het doel mag dus niet principieel of formeel van aard zijn. Dit is het ‘standaard’ procesbelang.
- Als het doel niet haalbaar is kan een rechterlijk oordeel over de inhoud van het besluit nog wel van belang zijn voor de toekomst.
- Het doel is niet haalbaar maar door het besluit is er wel schade geleden.
Wat verandert er?
Het is vaste rechtspraak dat de vergoeding van proceskosten of griffierecht bij de rechterlijke fase geen zelfstandig procesbelang oplevert. Dat is niet het geval voor de (proces)kosten in bezwaar. Bij een ongegrond bezwaar worden er geen proceskosten vergoed. Tegen een beslissing op bezwaar kon, ook zonder procesbelang, beroep worden ingesteld om zo de kosten in bezwaar vergoed te krijgen. Omdat een vergoeding alleen kan worden verkregen bij een gegrond bezwaar is een volledige inhoudelijke beoordeling vereist. De Centrale Raad van Beroep zal vanaf nu dit soort beroepen niet-ontvankelijk verklaren. Dat betekent overigens niet dat er niet geklaagd kan worden over bezwaarkosten bij een beroep tegen een ongegrond bezwaar waar wel procesbelang is.
Waarom verandert het?
De Raad wil voorkomen dat er een perverse prikkel bestaat bij procesvertegenwoordigers om alleen voor het verkrijgen van een proceskostenvergoeding door te procederen. Daarnaast kent de rechtspraak een geringe capaciteit, die beter besteed is aan de inhoudelijke beoordeling van zaken waar een burger nog iets kan bereiken.
Wat is de uitzondering?
Als een bestuursorgaan het bezwaar gegrond verklaart, het besluit herroept en het bestuursorgaan kent geen of een te lage vergoeding toe, dan levert dat wél een zelfstandig procesbelang op. Bij een gegrond bezwaar staat de onrechtmatigheid van het besluit vast en hoeft de rechter de zaak dus niet inhoudelijk te beoordelen. Het beoordelen van de vergoeding is vrij eenvoudig.
Gaan de andere bestuursrechters dit overnemen?
De Raad oordeelt over sociale zekerheidszaken. Het komt veel voor dat zij zaken krijgt over afgewezen aanvragen voor zorg of voorzieningen in natura in een bepaald tijdvak. Tegen de tijd dat een zaak bij de Raad ligt kan het zijn dat het tijdvak al is verstreken. De burger kan dan niet meer krijgen wat hij wil en dus is er geen procesbelang meer. Bij de andere hoogste bestuursrechters komt dit wellicht minder vaak voor. Het kan dus zo zijn dat de andere bestuursrechters deze jurisprudentielijn niet overnemen. Wij verwachten echter dat ze dit wel doen omdat de redenering van de Raad ook op de andere bestuursrechters van toepassing is en het tekort aan capaciteit ook bij hen een rol speelt.