Bezwaartermijn van start na ontvangst ontslagbesluit per e-mail

Overheidswerkgevers die voorlopig zijn uitgezonderd van de werking van de Wnra, zoals de Politie en Veiligheidsregio’s, kunnen het dienstverband van medewerkers beëindigen door een ontslagbesluit te nemen. De medewerker die het hiermee niet eens is, moet binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt bezwaar maken.  

Meestal stuurt een werkgever het besluit per post naar het huisadres van de medewerker. Daarnaast stuurt de werkgever het besluit soms per e-mail na, bijvoorbeeld als het besluit niet per post is aangekomen. In een recente uitspraak van de rechtbank Den Haag ligt de vraag voor of de bezwaartermijn ook begint te lopen als de medewerker het ontslagbesluit niet per post heeft ontvangen, maar wel als bijlage bij een e-mail (rechtbank Den Haag 6 mei 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:7924). De rechtbank oordeelt dat de bezwaartermijn inderdaad is gaan lopen nadat de medewerkster het ontslagbesluit per e-mail heeft ontvangen. Daarbij speelde mee dat de medewerkster kenbaar had gemaakt dat zij langs elektronische weg bereikbaar was. 

Waar gaat de uitspraak over?

De Koninklijke Marine (onderdeel van het Ministerie van Defensie) neemt een medewerkster aan om de opleiding tot beroepsofficier te volgen aan het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM). De commissie van advies van het KIM adviseert de medewerkster uit de opleiding te ontheffen. De werkgever volgt dit advies op en ontheft de medewerkster in maart 2023 uit de opleiding. Daarbij wordt de medewerkster medegedeeld dat ze als gevolg hiervan wordt ontslagen. De medewerkster verneemt echter een aantal maanden niets over haar ontslag. Ze stuurt daarom op 4 juni 2023 een e-mail naar de afdeling P&O waarin ze vraagt naar haar transitievergoeding

Bij besluit met als dagtekening 5 juni 2023, ontslaat de werkgever de medewerkster met ingang van 1 juli 2023. Het ontslagbesluit wordt per post naar het huisadres van medewerkster gestuurd, maar daar komt het volgens de medewerkster nooit aan. De medewerkster mailt haar werkgever op
20 juni 2023 dat zij nog steeds geen ontslagbesluit heeft ontvangen. Diezelfde dag nog geeft de werkgever per e-mail aan dat een ontslagbesluit normaliter per post naar het huisadres wordt gestuurd. De werkgever stuurt het ontslagbesluit alvast als bijlage mee met de e-mail.  

Op 31 augustus 2023 mailt de medewerkster haar werkgever dat zij het ontslagbesluit nog altijd niet heeft ontvangen en dat ze geen kennis heeft kunnen nemen van het ontslagbesluit. Diezelfde dag stuurt de werkgever het ontslagbesluit nogmaals per e-mail naar de medewerkster. 

Op 1 september 2023 maakt de medewerkster bezwaar tegen het ontslagbesluit. In de beslissing op bezwaar van 30 november 2023 verklaart de Staatssecretaris van Defensie het bezwaar van de medewerkster niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Daarbij stelt de Staatssecretaris van Defensie dat het ontslagbesluit op 5 juni 2023 per post is verstuurd en dat de medewerkster dit heeft ontvangen. De adressering van het besluit was juist en bovendien volgt uit het feit dat de medewerkster op 3 juli 2023 een WW-uitkering heeft aangevraagd, dat ze het besluit heeft ontvangen.  

In het verweerschrift in de beroepsprocedure vult de Staatssecretaris van Defensie aan dat medewerkster bovendien in ieder geval op 20 juni 2023 op de hoogte kon zijn van het ontslagbesluit, omdat het besluit haar toen per e-mail is toegestuurd. De medewerkster stelt in beroep onder meer dat zij het ontslagbesluit pas op 31 augustus 2023 per e-mail heeft ontvangen en dat ze dus binnen 24 uur bezwaar heeft gemaakt. Ze heeft het besluit nooit per post ontvangen. 

Hoe oordeelt de rechtbank?

De rechtbank recapituleert dat de bezwaartermijn begint te lopen vanaf de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt. Een beschikking moet worden bekendgemaakt door uitreiking of toezending aan degene tot wie het is gericht. In de regel moet toezending per post gebeuren. Als de toezending niet aangetekend heeft plaatsgevonden en de geadresseerde de ontvangst van het besluit ontkent, dan moet het bestuursorgaan aannemelijk maken dat het besluit op het adres van de geadresseerde is ontvangen. Daarvoor moet in ieder geval sprake zijn van een deugdelijke verzendadministratie. De rechtbank vervolgt dat toezending eventueel ook langs elektronische weg kan plaatsvinden. In dat geval moet de geadresseerde wel kenbaar hebben gemaakt langs die weg bereikbaar te zijn.

De rechtbank overweegt dat de Staatssecretaris van Defensie niet door middel van een verzendadministratie kan aantonen dat het besluit naar de medewerkster is verzonden. Gelet hierop kan niet worden geconcludeerd dat de medewerkster het besluit per post heeft ontvangen. De rechtbank vernietigt de beslissing op bezwaar wegens een ondeugdelijke motivering. Wel ziet de rechtbank aanleiding de rechtsgevolgen in stand te laten, omdat het bezwaar te laat is ingediend. De medewerkster heeft namelijk per e-mailbericht van 20 juni 2023 gevraagd naar het ontslagbesluit. Hiermee heeft de medewerkster kenbaar gemaakt dat zij langs elektronische weg bereikbaar is voor berichten en beslissingen over haar ontslag. Ook op 4 juni 2023 heeft medewerkster per e-mail gecorrespondeerd over haar ontslag. De Staatssecretaris van Defensie heeft voldoende aangetoond dat het ontslagbesluit op 20 juni 2023 naar het e-mailadres van de medewerkster is gestuurd. De betwisting van de medewerkster dat het ontslagbesluit niet als bijlage bij deze e-mail was gevoegd, is onvoldoende overtuigend. 

Gelet hierop oordeelt de rechtbank dat het ontslagbesluit op 20 juni 2023 in overeenstemming met de wettelijke voorschriften aan de medewerkster bekend is gemaakt. Dit betekent dat de bezwaartermijn van zes weken vanaf 21 juni 2023 is gaan lopen en dat het bezwaarschrift van de medewerkster van 1 september 2023 te laat is ingediend.