Regering wil stap naar gelijkheid zetten met absoluut verbod op etnisch profileren en verankering gelijkheidsbeginsel in de Awb
Als het aan de regering ligt wordt in de wet een expliciet verbod opgenomen om etnisch te profileren. Op dit wetsvoorstel kan iedereen nu reageren via een internetconsultatie. Met het wetsvoorstel wil de regering daarnaast ook het gelijkheidsbeginsel in de Algemene wet bestuursrecht vastleggen. Nieuwsgierig naar de achtergrond en de inhoud van het wetsvoorstel? Lees dan deze bijdrage.
Achtergrond
De afgelopen jaren is gebleken dat de overheid bij het uitvoeren van een aantal van haar taken onderscheid maakt op basis van huidskleur, afkomst of herkomst, zoals bij grenscontroles of opsporing van fraude. Een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag en de commotie die is ontstaan naar aanleiding van de opsporingspraktijk van een aantal overheidsinstanties zijn de directe aanleiding geweest om met een wetsvoorstel te komen dat de overheid verbiedt (nog langer) etnisch te profileren.
Inhoud
Als het aan de regering ligt wordt in de Algemene wet bestuursrecht de volgende bepaling opgenomen:
Het bestuursorgaan neemt bij de voorbereiding van besluiten en bij de handhaving geen selectiebeslissingen waarbij, geheel dan wel gedeeltelijk, direct dan wel indirect onderscheid wordt gemaakt op grond van ras in het bijzonder.
Volgens de toelichting bij het wetsvoorstel strekt het verbod zich niet alleen uit tot ras, maar ook tot andere persoonskenmerken, bijvoorbeeld de kenmerken die in artikel 1 van de Grondwet worden genoemd. Opvallend is dat de regering met deze bepaling een absoluut verbod beoogt. Dit terwijl de Europese rechter in bepaalde gevallen discriminatie wel toestaat, zolang de overheid daarmee maar een legitiem doel nastreeft en dit doel niet op een andere manier kan worden bereikt. Het wetsvoorstel roept dan ook de vraag op of de overheid zich met dit absolute verbod niet te veel in de eigen vingers snijdt.
Het gelijkheidsbeginsel
In het kielzog van het absoluut verbod tot etnisch profileren stelt de regering voor om ook het gelijkheidsbeginsel in de Algemene wet bestuursrecht op te nemen. Het gelijkheidsbeginsel was al een ongeschreven beginsel van behoorlijk bestuur waaraan de overheid zich heeft te houden, maar omwille van de duidelijkheid wil de regering dit beginsel verankeren (codificeren) in de Algemene wet bestuursrecht. Het gelijkheidsbeginsel schrijft voor dat gelijke gevallen gelijk moeten worden behandeld. Maar ook met vastlegging van dit beginsel in de wet zal nog steeds de vraag moeten worden beantwoord welke gevallen gelijk zijn. Met het absolute verbod tot etnisch profileren wordt in ieder geval duidelijk dat de regering wil dat een verschil in persoonskenmerken, zoals ras, geslacht of religie, nooit meer tot de conclusie mag leiden dat sprake is van ongelijke gevallen.