Gemeenteraadsverkiezingen, en dan?

Bestuursrecht

In de meeste gemeenten vonden op 19 maart 2014 gemeenteraadsverkiezingen plaats. Deze verkiezingen hebben niet alleen gevolgen voor de gemeenteraden en colleges, maar ook voor de bestuursorganen van de gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt. Wanneer eindigt voor de afgevaardigde van de gemeente het lidmaatschap van het algemeen bestuur of dagelijks bestuur van een gemeenschappelijke regeling en wanneer worden de nieuwe leden van deze bestuursorganen benoemd? In deze Update beantwoorden we deze vragen.

Lidmaatschap AB en DB

De leden van het algemeen bestuur (AB) van een gemeenschappelijke regeling (GR) tussen gemeenten worden aangewezen door en uit het midden van:

  • de deelnemende gemeenteraden inclusief de voorzitter en de wethouders (raadsregeling)*;
  • de deelnemende colleges van burgemeester en wethouders (collegeregelingen); of
  • de burgemeesters van de deelnemende gemeenten (burgemeestersregeling).

Het lidmaatschap van het AB eindigt wanneer het lid ophoudt lid of voorzitter te zijn van het bestuursorgaan waaruit men is aangewezen, dan wel wanneer het lid ophoudt burgemeester te zijn. De leden van het DB van een gemeenschappelijke regeling zijn op hun beurt door en uit het AB aangewezen. Dit impliceert dat wanneer het lidmaatschap van het AB eindigt, het lidmaatschap van het DB ook eindigt, maar de Wet gemeenschappelijke regelingen regelt dit niet expliciet. Voor burgemeesters hebben de gemeenteraadsverkiezingen geen gevolgen. Zij kunnen daarom lid blijven van het AB en DB.

Einde lidmaatschap AB en DB

Het moment waarop een gemeentebestuurder geen lid meer is van het AB of DB van een GR hangt af van de vraag of het lidmaatschap voortkomt uit een lidmaatschap van de gemeenteraad, uit het wethouderschap van het college of uit zijn functie als burgemeester of voorzitter van de gemeenteraad.

Einde lidmaatschap voor raadsleden

Het lidmaatschap van het AB eindigt voor raadsleden van rechtswege wanneer het lid als raadslid aftreedt. Dit aftreden vindt in ieder geval plaats na de gemeenteraadsverkiezingen, in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling. De Gemeentewet bepaalt dat nieuw verkozen raadsleden voor de eerste vergadering bijeenkomen op de dag dat de leden van de oude raad gezamenlijk aftreden. Volgens de Kieswet moet dat dit jaar gebeuren in de periode van 23 tot en met 29 maart. De raadsleden zijn nog in functie tot het moment dat de nieuwe raadsleden voor hun eerste vergadering bijeenkomen. Het is dus zaak dat de nieuwe gemeenteraad in de eerste vergadering in nieuwe samenstelling uit haar midden de nieuwe leden voor het AB van de gemeenschappelijke regeling aanwijst. Alleen dat voorkomt de ongewenste situatie dat er bij regelingen waarin het AB volledig wordt gevormd door raadsleden, na 29 maart 2014 geen AB aanwezig is.

Einde lidmaatschap voor wethouders

Voor leden van een AB die vanuit hun functie als wethouder in het AB plaatsnemen, geldt dat hun lidmaatschap van het AB eindigt op het moment dat hun wethouderschap eindigt. Uit de Gemeentewet volgt dat na de gemeenteraadsverkiezingen alle zittende wethouders aftreden op het moment dat de nieuwe gemeenteraad ten minste de helft van het benodigd aantal wethouders heeft benoemd en deze benoemingen zijn aangenomen. De (her)benoeming van de nieuwe wethouders door de nieuwe gemeenteraad gebeurt veelal in één keer voor alle wethouders uit een college tegelijkertijd, maar dit hoeft dus niet. Wanneer het nieuwe college is benoemd, kan het lidmaatschap van het AB namens het betreffende college worden ingevuld. In geval van gefaseerde benoeming, wachten de colleges wellicht met invulling totdat alle wethouders benoemd zijn. De gemeenteraadsverkiezingen hebben voor het AB van een GR waarin wethouders zitting hebben dus tot gevolg dat zij pas voor het eerst in nieuwe samenstelling voltallig bijeen kunnen zijn, wanneer alle deelnemende gemeenten hun nieuwe colleges benoemd hebben. Dit hoeft niet voor alle gemeenten gelijktijdig en even vlot te verlopen.

Einde lidmaatschap voor burgemeesters

Voor leden van een AB die als voorzitter van de raad of als burgemeester zitting hebben in het AB hoeven de gemeenteraadsverkiezingen geen gevolgen te hebben. Zij blijven immers voorzitter van de raad en burgemeester en in die hoedanigheid kunnen zij lid van een AB blijven. Wel kan het zo zijn dat in de nieuwe raad of het nieuwe college tot een andere taakverdeling wordt besloten en dat de rol van lid van het AB bij een raadslid of wethouder wordt neergelegd. Maar dan gaat het om een vrijwillige terugtreding en vervanging als lid van het AB en niet om een van rechtswege gevolg van de verkiezingen. Voor zover het vervangen AB-lid tevens DB-lid was, zal het AB uit haar midden een nieuw DB-lid moeten aanwijzen.

Gevolgen voor het DB

Totdat het AB in nieuwe samenstelling vergadert en de nieuwe DB-leden aan kan wijzen, bestaat er een tussenperiode waarin het lidmaatschap van het DB niet is ingevuld (met uitzondering van de situatie waarin een burgemeester DB-lid is). De eerste vergadering in nieuwe samenstelling van het AB - waarin de nieuwe DB-leden kunnen worden aangewezen - kan immers pas na de eerste gemeenteraadsvergadering dan wel na de benoeming van de wethouders gepland worden. Een tussenliggende periode zonder DB is daardoor onvermijdelijk. Meestal wordt dit opgelost door in de gemeenschappelijke regeling vast te leggen dat het DB aanblijft totdat in de opvolging is voorzien. Dit lijkt ons een praktische werkwijze, temeer nu niemand gebaat is bij het ontbreken van een DB. Het is wenselijk om na benoeming van alle AB-leden door de nieuwe gemeenteraden zo spoedig mogelijk een eerste vergadering van het nieuwe AB te organiseren, zodat ook de (nieuwe) leden van het DB kunnen worden benoemd. Dit houdt de tussenperiode zonder DB zo kort mogelijk.

Tips:

  • Zorg dat in de eerste vergadering van de nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad de nieuwe leden van het AB die als raadslid deelnemen worden aangewezen;
  • Kijk de gemeenschappelijke regeling er op na om te zien welke specifieke afspraken er zijn gemaakt;
  • Los een vacuüm eventueel praktisch op door te bepalen dat de leden van het DB deze functie blijven vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

* In een enkel geval kan een gemeentesecretaris lid zijn van het AB. Deze situatie laten we hier buiten beschouwing.

Ontvang onze publicaties

Ontvang ons cursusaanbod

Volg ons op social media

Gerelateerde publicaties

Langere beslistermijn bij omvangrijke Woo-verzoeken bij beroep niet tijdig beslissen

Bestuursrecht
Geschreven door: Daniël Andela Volgens de rechtbank Noord-Holland geldt bij omvangrijke Woo-verzoeken een langere termijn dan de standaardbeslistermijn. Uit de Woo volgt een beslistermijn van vier weken. Bij een omvangrijk…

Begrotingssubsidie: recht op mededinging, het vervolg!

Aanbestedingsrecht en contractenrecht
Bestuursrecht
Geschreven door: mr. Charissa Smith In onze publicatie van 5 juli 2024 hebben wij een overzicht gegeven van verschillende uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State over…