Onder de werkingssfeer van de WNT vallen ook topfunctionarissen zonder dienstbetrekking. Dit is bijvoorbeeld de interim bestuurder die op basis van een overeenkomst van opdracht werkzaamheden verricht. Voor de topfunctionaris zonder dienstbetrekking gelden specifieke regels over de bezoldiging.
Afzonderlijke normering voor interim-topfunctionarissen
Bezoldigingsmaximum eerste 12 kalendermaanden
Voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking is voor de eerste 12 kalendermaanden een hoger bezoldigingsmaximum van toepassing dan het maximum dat geldt voor een topfunctionaris in loondienst. De reden hiervoor is dat voor de inhuur van een interim-bestuurder een marktconforme betaling nodig kan zijn die hoger is dan het algemene bezoldigingsmaximum.
Uurtarief en deeltijdfactor
Naast het bezoldigingsmaximum per maand geldt een maximaal uurtarief voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking. Gedurende de eerste twaalf maanden geldt de deeltijdfactor niet. De periode start op de eerste van de maand waarin de interim-functionaris start met de functie. De bedragen en het aantal uren mogen vrij worden verdeeld over de maanden. Daarbij geldt echter wel dat het normbedrag voor de gehele opdracht niet mag worden overschreden. Er geldt geen maximum uurtarief voor inhuur van interim-bestuurders die geen topfunctionaris zijn.
Hoogte maandbedrag en deeltijdfactor na twaalf maanden
Vanaf de dertiende maand geldt voor interim-topfunctionarissen het reguliere bezoldigingsmaximum. Na twaalf maanden zal ook de deeltijdfactor voor de interim-functionaris moeten worden vast gesteld. Deze is bepalend voor het Individueel WNT-maximum. De deeltijdfactor wordt – op basis van artikel 2.1 lid 2 WNT – bepaald aan de hand van de gewerkte uren gedeeld door het gebruikelijke aantal uren van de opdracht op voltijdbasis.
Definitie van bezoldiging topfunctionaris zonder dienstbetrekking
De bezoldiging van een interim-topfunctionaris omvat een aantal componenten. Deze componenten zijn terug te vinden in de Uitvoeringsregeling WNT en betreffen de vergoeding voor verrichte arbeid (waaronder reiskosten), de vergoeding voor kosten van bemiddeling (werving, selectie en begeleiding), de vergoeding voor bureaukosten en overige vergoedingen. Onder ‘overige vergoedingen’ wordt onder andere verstaan de vakantietoeslag, de eindejaarsuitkering, bonussen, werkgeversbijdragen voor premies en pensioen en doorbetaling bij non-activiteit van de interim-topfunctionaris.
Verschillen tussen bezoldiging met en zonder dienstbetrekking
Er is een aanzienlijk verschil tussen de bezoldiging van topfunctionarissen met en zonder dienstbetrekking. Dit heeft te maken met het feit dat bij een functionaris zonder dienstbetrekking alle in rekening gebrachte kosten tot de bezoldiging worden gerekend. Bij een topfunctionaris met dienstbetrekking worden een drietal loonkosten niet meegerekend. Het gaat om de volgende loonkosten:
- De sociale lasten van de werkgever
- De werkelijke kosten van de leaseauto (daarvoor in de plaats komt de fiscale bijtelling)
- Een leeftijdsafhankelijke pensioenpremie, als deze hoger is dan de doorsneepremie
WNT en Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA)
De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) is per 1 mei 2016 in werking getreden. Het is aan de WNT-instelling om te beoordelen of sprake is van een arbeidsrelatie in de zin van de Wet DBA. De accountant mag voor de beoordeling van een arbeidsrelatie het oordeel van de instelling volgen, tenzij hij concrete aanwijzingen heeft voor de onjuistheid van dit oordeel.
Als de belastinginspecteur achteraf tot een naheffingsaanslag voor de loonheffingen overgaat, geldt voor de toepassing van de WNT voor de periode waarover de naheffingsaanslag wordt opgelegd alsnog dat de topfunctie ‘in dienstbetrekking’ is vervuld. Dit betekent dat met terugwerkende kracht een ander (lager) WNT maximum kan gelden. Op het corrigeren van de WNT-verantwoordingen uit eerdere jaren zijn de regels van foutherstel van toepassing. De handhaving van de Wet DBA door de belastingdienst is overigens uitgesteld, afgezien van situaties waarin sprake is van ‘kwaadwillendheid’.