Bevoegdhedenverdeling in een Gemeenschappelijke regeling: onduidelijkheid verleden tijd?
Voordat de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) per 1 januari 2015 werd gewijzigd, was er vaak onduidelijkheid over de verdeling van bevoegdheden binnen de GR. Met name bij het overdragen van bevoegdheden vanuit de deelnemers ging er regelmatig wat mis. Twee jaar na de wetswijziging kunnen wij constateren dat op dit punt de praktijk eenvoudiger is geworden.
Bevoegdhedenverdeling bestuursorganen Gemeenschappelijke regeling
De wijziging van de Wgr per 1 januari 2015 heeft heldere regels gegeven over de vraag of – indien sprake is van een openbaar lichaam – bevoegdheden liggen bij het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur of de voorzitter. Deze regels maken onderscheid tussen de zogenaamde ‘eigen bevoegdheden’ van de GR en de bevoegdheden die door de deelnemers bij de GR zijn gelegd. ‘Eigen bevoegdheden’ zijn bevoegdheden die de GR op basis van de Wgr heeft, zoals het vaststellen van de begroting en het sluiten van overeenkomsten. Op deze bevoegdheden zijn de artikelen 33b en 33c van toepassing. Hierin is precies omschreven welke bevoegdheden bij welk orgaan liggen. Als sprake is van bevoegdheden die door de deelnemers bij de GR zijn gelegd, dan is de hoofdregel dat deze bij het AB liggen, tenzij daar bij wet of in de GR andere afspraken over zijn gemaakt.
Bevoegdheden van de deelnemers van de gemeenschappelijke regeling
Bevoegdheden van de deelnemers kunnen aan de bestuursorganen van de GR worden gemandateerd of gedelegeerd. Delegatie van bevoegdheden is alleen mogelijk als hiervoor een wettelijke basis bestaat. Artikel 30 van de Wgr geeft deze wettelijke basis in het geval sprake is van een openbaar lichaam, een gemeenschappelijk orgaan of een bedrijfsvoeringsorganisatie.
Bij deze vormen van een gemeenschappelijke regeling kan dus gekozen worden voor delegatie of mandaat van bevoegdheden. Indien sprake is van een gemeenschappelijke regeling in de vorm van een centrumgemeenteconstructie, behoort alleen mandaat tot de mogelijkheden.
Op welk moment bevoegdheden delegeren of mandateren?
Deelnemers kunnen bevoegdheden mandateren bij het oprichten van de GR maar het is ook mogelijk om in een later stadium nog bevoegdheden te mandateren. Bij delegatie (het overdragen van de bevoegdheid) ligt de situatie iets anders. In principe wordt bij het oprichten van de GR in de GR opgenomen welke bevoegdheden de deelnemers delegeren aan de GR. Het delegeren van bevoegdheden in een later stadium is alleen mogelijk indien in de GR is vastgelegd op welke wijze op een later moment wijziging kan worden aangebracht in de overgedragen bevoegdheden. Deze bepaling heeft niet alleen betrekking op de mogelijkheid om extra bevoegdheden bij de GR te leggen maar ook op de mogelijkheid om bevoegdheden weer terug te halen naar de deelnemers.
Bevat de GR geen bepaling over wijziging van de overgedragen bevoegdheden, dan is een wijziging van de tekst van de GR nodig om extra bevoegdheden bij de GR neer te kunnen leggen of om bevoegdheden terug te halen.
Intrekken van een delegatiebesluit
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt in artikel 10:18 dat een bestuursorgaan een delegatiebesluit te allen tijde kan intrekken. Deze mogelijkheid wordt echter beperkt als in een GR is vastgelegd op welke wijze wijziging kan worden gebracht in een overgedragen bevoegdheid. Dit is bijvoorbeeld het geval als de GR bepaalt dat wijziging alleen mogelijk is als alle deelnemers van de GR daarmee instemmen. In dat geval kan je als bestuursorgaan een delegatiebesluit dus niet zomaar intrekken maar ben je afhankelijk van de andere deelnemers. Het kan zelfs betekenen dat je als deelnemer bevoegdheden alleen terug kan nemen door uit te treden uit de GR.
Tips voor de praktijk
- Denk bij het oprichten van een GR goed na over de bevoegdheden die je als deelnemer bij de GR wil neerleggen en of je dat in de vorm van mandaat of delegatie doet. Dit is medebepalend voor de inrichting van de GR.
- Bij eigen bevoegdheden van de GR is het niet mogelijk om in de GR af te wijken van de verdeling van de bevoegdheden die de Wgr voorschrijft. Als je bepaalde bevoegdheden toch ergens anders wilt leggen, maak dan gebruik van de mogelijkheid tot delegatie of mandaat.
- Als je als deelnemer aan een GR bevoegdheden wil delegeren aan de GR, zorg dan altijd dat in de GR een bepaling staat over de wijze waarop in een later stadium verandering kan worden gebracht in overgedragen bevoegdheden. Dit voorkomt dat een GR gewijzigd moet worden als de GR meer of minder bevoegdheden gaat uitvoeren.