AVG en het stellen van gezondheidsvragen in coronatijd
Mag een werkgever een werknemer vragen stellen over de gezondheid in verband met het coronavirus? En mag de werkgever de temperatuur van de werknemer meten? Mag een winkelier of een horecaonderneming gezondheidsvragen stellen aan de bezoekers? En mogen de antwoorden op deze vragen dan worden vastgelegd? Of is hier de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in geding?
Werkgevers
Een werkgever mag persoonsgegevens verwerken van zijn werknemers voor zover dit noodzakelijk is voor het uitvoeren van de arbeidsovereenkomst. Een werkgever moet zorgen voor een veilige werkomgeving. Hij moet zoveel mogelijk voorkomen dat werknemers worden besmet door een collega die het coronavirus heeft. Maar mag een werkgever om deze reden vragen over de gezondheid aan een werknemer stellen? En mag de werkgever de antwoorden daarop dan vastleggen?
Op het stellen van gezondheidsvragen is de AVG nog niet van toepassing. Dat wordt anders als de antwoorden op deze vragen worden vastgelegd. Dan is sprake van de verwerking van persoonsgegevens in de zin van de AVG. Gezondheidsgegevens van de werknemer zijn bijzondere persoonsgegevens die alleen in uitzonderlijke gevallen mogen worden verwerkt. Dit vloeit voort uit artikel 9 AVG en de artikelen 22 en 30 Uitvoeringswet AVG. De verwerking moet strikt noodzakelijk zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval om te kunnen beoordelen of het loon moet worden doorbetaald tijdens ziekte. Of om in te kunnen schatten of – in het kader van de re-integratie – een aanpassing van de werkplek noodzakelijk is of dat de werknemer in staat is tijdens ziekte vanuit huis te werken.
Een werkgever mag alleen de persoonsgegevens verwerken die informatie geven over de mogelijkheden en beperkingen van de werknemer. Medische informatie, zoals een achterliggende diagnose, mag de werkgever niet vastleggen. Ook iemands temperatuur is een medisch gegeven en deze informatie mag een werkgever dus niet verwerken.
De Autoriteit Persoonsgegevens meent dat de vraag of een werknemer besmet is met corona geen strikt noodzakelijke informatie is en dat een werkgever ook in deze crisistijd geen informatie mag vastleggen over de gezondheid van de werknemer. Zelfs als de werknemer dit uit zichzelf vertelt, mag de werkgever die informatie niet vastleggen. De Autoriteit Persoonsgegevens acht het wel toelaatbaar dat een werkgever de werknemer naar huis stuurt als deze symptomen van het virus vertoont, zodat besmetting van andere werknemers kan worden voorkomen. De werkgever legt dan alleen vast dat de werknemer om deze reden naar huis is gestuurd. Corona is een A-ziekte als bedoeld in artikel 31, eerste lid van de Wet publieke gezondheidszorg en als een werknemer zou weigeren om naar huis te gaan, kan dat leiden tot een verplichte opname of quarantaine.
Als een werkgever vermoedt dat een werknemer besmet is met het virus, is het zaak deze werknemer per direct – aan de hand van een spoedconsult – door de bedrijfsarts of GGD te laten beoordelen. Zij mogen, vanuit hun hoedanigheid als zorgverlener in de gezondheidszorg met een beroepsgeheim, de medische situatie van de werknemer bespreken en relevante informatie daarover vastleggen in het Arbodossier. De bedrijfsarts/GGD kan de werknemer en werkgever dan adviseren over de te nemen maatregelen, bijvoorbeeld de werknemer verplichten thuis te blijven.
Winkeliers en horecaondernemers
De juridische grondslag voor de overheid om maatregelen verplicht te stellen ter bestrijding van het coronavirus wordt gevormd door de Wet publieke gezondheid. Daarin is vastgelegd hoe infectieziekten als COVID-19 opgespoord en bestreden moeten worden en worden bevoegdheden beschreven van de minister, burgemeesters, artsen, GGD'en en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De 25 veiligheidsregio’s hebben op grond van artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s de bevoegdheden van burgemeesters overgenomen, waardoor zij maatregelen zoals noodverordeningen en quarantaineverplichtingen regionaal kunnen uitvoeren.
Winkeliers en horecaondernemingen moeten zich houden aan de maatregelen die veiligheidsregio’s in de noodverordening hebben vastgelegd, zoals het zodanig inrichten van de winkel dat de afstandsregel van anderhalve meter kan worden gehandhaafd en het zorgen dat winkelmandjes en winkelwagentjes worden ontsmet. Sinds 1 juni 2020 is het restaurants, cafés, hotels, fastservice-bedrijven en zalencentra weer toegestaan om op beperkte schaal klanten te ontvangen. Zij dienen in een checkgesprek vooraf tussen ondernemer en gast een inschatting te maken of een bezoek risico’s oplevert. Dit wordt ook wel triage genoemd. Ook hier geldt dat als het uitsluitend gaat om het stellen van gezondheidsvragen, de AVG niet van toepassing is, maar bij het vastleggen van de vragen en de antwoorden daarop is wél sprake van verwerking van bijzondere persoonsgegevens in de zin van de AVG. En daarvoor is geen grondslag aanwezig. Het is winkeliers en horecaondernemingen dus niet toegestaan om de gezondheidsvragen en de antwoorden daarop te registreren.
Door de branchevereniging Koninklijke Horeca Nederland is als uitwerking van de noodverordeningen een protocol “Heropening Horeca” opgesteld. Hierin wordt uitgelegd hoe de triage moeten verlopen bij ontvangst van gasten, hoeveel mensen er aan een tafel mogen zitten en hoe ophoping van gasten bij ingangen kan worden voorkomen. Daarnaast wordt er ook een specifiek advies gegeven voor verschillende sectoren binnen de horecabranche, zoals restaurants, cafés, hotels, fastservice-bedrijven en vergader- en zalencentra.
Meer informatie over werkgeversvragen rondom corona vindt u op onze website.
Meer informatie over privacy vindt u hier.