De Wob en leges - eindelijk duidelijkheid!
Eerder besteedden wij aandacht aan de vraag naar legesheffing bij Wob-verzoeken (VJ-update 2011/6). De centrale vraag was of het behandelen van een Wob-verzoek door een gemeente een 'dienst' is . Voor diensten mogen gemeenten op grond van artikel 229, lid 1, onder b Gemeentewet leges heffen.
Lagere rechtspraak over Wob en leges
De lagere rechters waren verdeeld. In september 2008 oordeelde de rechtbank Rotterdam (3 september 2008, LJN: BF2086) dat de behandeling van een Wob-verzoek als dienst in de zin van de Gemeentewet is aan te merken, en dat de gemeente daarvoor leges had mogen heffen. De rechtbank onderschreef niet de stelling dat het om een wettelijke verplichting gaat. De rechtbank Dordrecht (22 december 2010, LJN: BP0235) sloot daarentegen voor de invulling van het begrip 'dienst' aan bij de definitie die de Hoge Raad daaraan heeft gegeven. De Dordtse rechtbank beschouwde het behandelen van een Wob-verzoek niet als dienst in de zin van de Gemeentewet. Het heffen van leges kon dan ook niet aan de orde zijn.
Het Hof Den Haag
Sinds het verschijnen van onze vorige update en na bovengenoemde uitspraken hebben zich de nodige ontwikkelingen voorgedaan. Zo leek het Hof Den Haag, in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Dordrecht, de deur op een kier te zetten voor de mogelijkheid van het heffen van leges. In de uitspraak van 6 juli 2011 (LJN: BR0373) is te lezen dat legesheffing voor nasporingen in verband met Wob-verzoeken in beginsel is toegestaan. De betreffende gemeente had de tijd die de behandelend ambtenaar had besteed aan het doen van nasporingen in de archieven en aan anonimisering van stukken aan de hand van een uurtarief in rekening gebracht. Uit correspondentie bleek echter dat de meeste tijd was gaan zitten in het anonimiseren van de stukken, een wezenlijk andere activiteit dan het doen van nasporingen.
In dit specifieke geval hield het heffen van leges toch geen stand. Dat kwam doordat de gemeente de leges uitsluitend hief in het geval van verstrekking door toezending. Indien dezelfde stukken alleen ter inzage waren gegeven, zouden er geen leges zijn geheven. Het Hof vond dat niet in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel. De Tarieventabel van de gemeente deugde dus niet. Een principiële uitspraak heeft het Hof feitelijk niet gedaan.
De Hoge Raad
Op 8 februari 2013 (LJN: BZ0693) wees de Hoge Raad arrest over de vraag of gemeenten leges mogen heffen voor Wob-verzoeken. Aan de orde was een verzoek om inzage in betalingen, niet zijnde reguliere loonbetalingen, aan de wethouders en de burgemeester van een gemeente. De desbetreffende gemeente was aan het verzoek tegemoet gekomen door toezending van de bedoelde stukken. De gemeente had leges geheven als vergoeding voor de kosten die de gemeente had gemaakt ter zake van het zoeken en verzamelen van de gevraagde gegevens. De gemeente had zich daarbij gebaseerd op artikel 229 Gemeentewet, dat bepaalt dat rechten kunnen worden geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verrichte werkzaamheden die zijn aan te merken als diensten.
De Hoge Raad komt in zijn arrest tot de slotsom dat alleen leges mogen worden geheven voor werkzaamheden die rechtstreeks en in overheersende mate verband houden met dienstverlening ten behoeve van een individueel belang. De werkzaamheden die samenhangen met het beantwoorden van Wob-verzoeken zien niet op dienstverlening ten behoeve van een op het individu toegesneden belang. Dat is af te leiden uit de strekking van de Wob: openbaarmaking is immers niet gericht op het individu van de aanvrager. Diensten in het kader van de Wob kunnen dus niet worden aangemerkt als diensten in de zin van de Gemeentewet. Heffing van leges is daarom niet mogelijk. Hiermee is de langlopende discussie over het heffen van leges voor Wob-verzoeken beslecht.
Het was en blijft wél toegestaan kosten in rekening te brengen die het bestuursorgaan heeft gemaakt voor kopieën, geluidsdragers, uittreksels of samenvattingen. De vorm waarin de gemeente de gegevens aan verzoeker verstrekt dient immers wél een individueel belang.
Conclusie en tips:
- De juridische discussie over het heffen van leges door gemeenten voor Wob-verzoeken is beslecht. Het heffen van leges is uitsluitend toegestaan voor wat betreft de vorm waarin aan een verzoek wordt tegemoet gekomen. Die kosten beperken zich tot de kosten van kopieën, uittreksels en samenvattingen.
- Het is verstandig de Tarieventabel of legesverordening na te kijken. Veel gemeenten hebben er vanwege de bestaande onduidelijkheid voor gekozen om leges wel te heffen maar nog niet in te vorderen, in afwachting van de uitspraak van de Hoge Raad. Het invorderen van eerder geheven maar nog niet ingevorderde leges kan achterwege blijven.
- Met regelmaat worden voorstellen gedaan voor aanpassing van de Wob, mede op het gebied van kosten en tarieven. Houd de ontwikkelingen dus goed in de gaten.
- Het arrest van de Hoge Raad is gebaseerd op de bepaling in de Gemeentewet over het heffen van leges voor diensten en is daarom uitsluitend relevant voor gemeenten. Voor de centrale overheid geldt het 'Besluit tarieven openbaarheid van bestuur'.