Een werkgever kan besluiten een tijdelijke arbeidsovereenkomst met een werknemer niet te verlengen. Het contract loopt dan van rechtswege af op de overeengekomen einddatum. Als de werknemer geen ander werk heeft, is hij vanaf dat moment werkloos. Mogelijk heeft hij dan recht op een Werkloosheidsuitkering (WW).
WW-uitkering
Om aanspraak te maken op een WW-uitkering moet een werknemer voldoen aan de ‘26 uit 36 weken’-eis. Dit houdt in dat een werknemer voorafgaand aan zijn uitdiensttreding minimaal een half jaar moet hebben gewerkt. Daarnaast moet een werknemer verzekerd zijn voor werkloosheid, minimaal 5 arbeidsuren per week verliezen, beschikbaar zijn voor werk en niet verwijtbaar werkloos zijn.
Sinds 1 januari 2015 is de maximale duur van de WW-uitkering teruggebracht. Ieder kwartaal wordt de duur met één maand teruggebracht. Vanaf 1 januari 2019 is de maximale duur van de WW-uitkering gesteld op twee jaar. Ook de opbouw van de WW-rechten is aangepast. Werknemers bouwen in de eerste tien jaar van hun loopbaan één maand WW-recht op. Na tien jaar bouwen zij per gewerkt jaar een halve maand WW-recht op. De WW-rechten die zijn opgebouwd voor 1 januari 2016 tellen mee voor één maand. Een werknemer krijgt een WW-uitkering toegekend als hij beschikbaar is om werkzaamheden te verrichten en bereid is sollicitatieactiviteiten te verrichten. Wordt niet voldaan aan de sollicitatieverplichting, dan kan de WW-uitkering worden stopgezet.
Ziektewetuitkering
De werkgever is verplicht om gedurende de eerste twee jaar van ziekte het loon van de werknemer door te betalen. Dit wordt de loondoorbetalingsverplichting genoemd. Tijdens de loondoorbetalingsverplichting zijn zowel werkgever als werknemer verplicht om re-integratie-inspanningen te leveren die ervoor moeten zorgen dat de werknemer weer zo snel mogelijk (gedeeltelijk) aan de slag kan. Zolang de werknemer ziek is, kan de werkgever de arbeidsovereenkomst niet beëindigen.
Wel kan een werkgever ervoor kiezen een tijdelijke arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer niet te verlengen en te laten aflopen. De werkgever hoeft geen reden van niet verlengen op te geven. De werknemer treedt in dat geval ziek uit dienst. Voor de resterende tijd waarin normaliter de loondoorbetalingsverplichting van twee jaar geldt, ontvangt de werknemer een Ziektewetuitkering. Als de werknemer na een periode van twee jaar nog steeds ziek is, kan de WIA-uitkering de Ziektewetuitkering opvolgen.
Een werkgever kan vanaf 1 januari 2017 ervoor kiezen eigen risicodrager te zijn voor de Ziektewet. Als een werknemer aanspraak maakt op een van de uitkeringen, dan heeft dat gevolgen voor de werkgever. De advocaten en adviseurs van Vijverberg kunnen u hierover verder adviseren en procederen ook tegen besluiten van het uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Zie ook onze pagina over ziekte en ontslag. Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem contact op met onze specialisten: 079 - 3631919 of e-mail ons.