Werkgever, vergeet de no-riskpolis niet!

Arbeidsrecht (overheid)

Geschreven door: mr. Tessa Jaspers

Slechts iets meer dan de helft van de werkgevers is op de hoogte van het bestaan van de no-riskpolis uit de Ziektewet (ZW). Dit betekent dat iets meer dan de helft van de werkgevers mogelijk geen compensatie ontvangt voor het loon dat hij tijdens ziekte aan de werknemer doorbetaalt, terwijl hij daar wel recht op heeft. Genoeg reden om in deze publicatie aandacht te besteden aan de vraag wat de no-riskpolis inhoudt en voor welke werknemers de no-riskpolis kan gelden.   

Wat houdt de no-riskpolis in?

Als een werkgever een arbeidsongeschikte werknemer of een werknemer met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst neemt en de werknemer tijdens dat nieuwe dienstverband opnieuw uitvalt wegens ziekte, komt de no-riskpolis in beeld.  De no-riskpolis houdt kortgezegd in dat UWV in die gevallen ziekengeld uitkeert. In artikel 29b ZW staat aan welke specifieke voorwaarden de werknemer moet voldoen om onder de no-riskpolis te vallen. Zo kan de werknemer die direct voorafgaand aan een dienstbetrekking recht had op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) onder de no-riskpolis vallen. Hetzelfde geldt voor de werknemer die een bepaalde indicatie heeft op grond van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) of de Participatiewet. Ook de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is (en dus geen recht heeft op een WIA-uitkering) kan onder strikte voorwaarden onder de no-riskpolis vallen. Een van die voorwaarden is dat de werknemer niet in staat is tot het verrichten van de eigen of andere passende arbeid bij de eigen werkgever. Wilt u alle geldende voorwaarden nalezen, klik dan op de link naar artikel 29b ZW.

Als de werknemer voldoet aan de voorwaarden die artikel 29b ZW stelt, komt hij in aanmerking voor de no-riskpolis. UWV betaalt in dat geval ziekengeld uit over de perioden waarin de werknemer uitvalt wegens ziekte. In beginsel is het de werknemer die aanspraak kan maken op het ziekengeld. In de praktijk vraagt de werkgever het ziekengeld aan bij UWV. Ook de werkgever die eigenrisicodrager is, kan ziekengeld aanvragen bij UWV. Let op! De werknemer die werkzaam is in een dienstbetrekking in de zin van artikel 2 van de Wsw komt niet in aanmerking voor de no-riskpolis. Dat zijn geïndiceerde werknemers die in dienst zijn van een gemeente of een door de gemeente aangewezen privaatrechtelijke rechtspersoon om de Wsw uit te voeren.

UWV keert het ziekengeld rechtstreeks uit aan de werkgever, waardoor de werkgever (gedeeltelijk) wordt gecompenseerd voor het loon dat hij op grond van artikel 7:629 BW tijdens ziekte aan de werknemer moet betalen. De hoogte van het ziekengeld bedraagt in beginsel 70% van het dagloon van de werknemer (artikel 29b, lid 5 ZW). De eerste 52 weken waarin de werknemer ziek is, wordt het ziekengeld op verzoek van de werkgever vastgesteld op het daadwerkelijke dagloon. Dit betekent dat als de werkgever op grond van bijvoorbeeld een CAO-bepaling de eerste 52 weken van arbeidsongeschiktheid verplicht is een hoger percentage van het loon te betalen dan 70%, het ziekengeld gelijk is aan het daadwerkelijk uit te betalen dagloon. Na 52 weken vergoedt UWV nog maar 70% van het dagloon, ongeacht of de werkgever op grond van de CAO na 52 weken een hoger percentage moet betalen aan de werknemer. De no-riskpolis dekt dus niet in alle gevallen de volledige loonkosten van de werkgever tijdens ziekte van de werknemer.

UWV betaalt het ziekengeld uit over een periode van maximaal 104 weken ziekte (artikel 29, lid 5 ZW). Dit betekent dat als op grond van een CAO-bepaling een derde ziektejaar bestaat, de werkgever in het derde ziektejaar geen ziekengeld meer ontvangt van UWV op basis van de no-riskpolis. De no-riskpolis voorkomt bovendien dat als de werknemer tijdens het dienstverband recht krijgt op een WGA-uitkering, de WGA-uitkering ten laste van de werkgever wordt gebracht. Dit betekent dat werkgevers die geen eigenrisicodrager zijn daardoor geen hogere gedifferentieerde WGA-premie betalen. Voor werkgevers die wel eigenrisicodrager zijn, belet de no-riskpolis dat de WGA-uitkering op hen kan worden verhaald.

Bij het voorgaande is van belang dat de werknemer niet in alle gevallen onbeperkt in tijd onder de no-riskpolis valt. Zo valt de werknemer die direct voorafgaand aan zijn nieuwe dienstbetrekking recht had op een WIA-uitkering alleen onder de no-riskpolis als hij binnen vijf jaar na aanvang van de nieuwe dienstbetrekking opnieuw uitvalt wegens ziekte. De werknemer die pas zes jaar na aanvang van het dienstverband uitvalt, valt niet onder de no-riskpolis. De termijn van vijf jaar kan eventueel worden verlengd als de werknemers een aanzienlijk verhoogd risico heeft op ernstige gezondheidsklachten. Voor de werknemer die aanspraak heeft op bijvoorbeeld een Wajong-uitkering geldt de vijf jaren termijn niet. In die situatie valt de werknemer voor een onbeperkte periode na aanvang van de nieuwe dienstbetrekking onder de dekking van de no-riskpolis wanneer hij opnieuw uitvalt wegens ziekte.  

Let op: nieuwe arbeidsovereenkomst vereist

Artikel 29b ZW stelt de voorwaarde dat de werknemer voorafgaand aan een dienstbetrekking recht heeft op bijvoorbeeld een WIA-uitkering of een Wajong-uitkering. Hoewel artikel 29b ZW dit niet expliciet vermeldt, wordt met de woorden ‘voorafgaand aan een dienstbetrekking’ bedoeld dat de no-riskpolis alleen van toepassing is als de werknemer een nieuwe arbeidsovereenkomst aangaat met een werkgever. Als de werknemer blijft werken bij zijn huidige werkgever en opnieuw uitvalt wegens ziekte, is het de vraag of feitelijk sprake is van een nieuwe arbeidsovereenkomst. Het slechts op onderdelen aanpassen van de al bestaande arbeidsovereenkomst bij dezelfde werkgever, is niet voldoende. In die situatie is volgens vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) namelijk geen sprake van een nieuwe dienstbetrekking. Aangezien de no-riskpolis juist is bedoeld om werkgevers over de streep te trekken arbeidsongeschikte werknemers of werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen, geldt de no-riskpolis niet als de werkgever de arbeidsovereenkomst in aangepaste vorm voortzet met de werknemer (zie onder meer CRvB 20 juli 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BR2289).

De werknemer die in dienst blijft nadat hij een WIA-uitkering ontvangt

Voor werknemers die een WIA-uitkering ontvangen, maakt artikel 29b, lid 4 ZW een uitzondering op de voorwaarde dat sprake moet zijn van een nieuwe arbeidsovereenkomst. Op grond van het vierde lid heeft de werknemer die een WIA-uitkering ontvangt ook recht op ziekengeld als de bestaande dienstbetrekking wordt voortgezet bij de huidige werkgever en de werknemer opnieuw uitvalt wegens ziekte. In die situatie kan de werkgever namens zijn werknemer ziekengeld bij UWV aanvragen, zonder dat sprake is van een nieuwe arbeidsovereenkomst en/of nieuw bedongen arbeid. Dit laatste bevestigt het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in de uitspraak van 2 maart 2021 (ECLI:NL:GHARL:2021:1985). De werknemer stelde zich in deze zaak op het standpunt dat het feit dat hij op grond van artikel 29b, lid 4 ZW onder de no-riskpolis valt erop wijst dat sprake is van nieuw bedongen arbeid. De werknemer heeft er belang bij dat sprake is van nieuw bedongen arbeid, omdat in dat geval een nieuwe loondoorbetalingsplicht tijdens ziekte ontstaat voor de werkgever op grond van artikel 7:629 BW gedurende ten minste 104 weken. Het gerechtshof gaat niet mee in dit betoog. Uit de tekst van de ZW en de memorie van toelichting op de wet volgt niet dat het recht op ziekengeld is gekoppeld aan het bestaan van een loondoorbetalingsplicht. Dat dit de bedoeling zou zijn is niet aannemelijk en niet in overeenstemming met artikel 7:629 BW. Het is dus mogelijk dat de werknemer op grond van artikel 29b, lid 4 ZW recht heeft op ziekengeld, terwijl geen sprake is van nieuw bedongen arbeid en zonder dat de werkgever een loondoorbetalingsplicht heeft tijdens ziekte.  

Hoe weet de werkgever of de werknemer in aanmerking komt voor de no-riskpolis?

Voor de toekomstig werkgever is niet altijd duidelijk of de werknemer in aanmerking komt voor de no-riskpolis en of hij ziekengeld kan aanvragen bij UWV namens de werknemer. De werknemer hoeft bij zijn sollicitatie niet te vermelden dat hij hiervoor in aanmerking komt en de werkgever mag hier tijdens de sollicitatieprocedure niet naar vragen. Dit kan ertoe leiden dat de werkgever niet weet dat hij (een deel van) het loon dat hij tijdens ziekte moet doorbetalen gecompenseerd kan krijgen vanuit UWV.  

Om dit probleem te ondervangen bepaalt artikel 38b ZW dat de werknemer twee maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst de werkgever op zijn verzoek moet informeren dat hij mogelijk onder de no-riskpolis valt en dat zijn werkgever namens hem een aanvraag voor ziekengeld kan doen bij UWV. Het is dus aan de werkgever om actief bij de werknemer te informeren of de no-riskpolis van toepassing kan zijn.

Tips voor de praktijk

  • Informeer bij de werknemer die minstens twee maanden in dienst is of hij mogelijk voldoet aan de voorwaarden voor de no-riskpolis.
  • Onthoud dat de no-riskpolis alleen van toepassing is als de werkgever en de werknemer een nieuwe arbeidsovereenkomst aangaan. Alleen voor werknemers die al een WIA-uitkering ontvangen geldt een uitzondering.
  • Weet dat het ziekengeld standaard 70% van het loon bedraagt. Dien een verzoek in bij UWV om het ziekengeld te verhogen als op grond van bijvoorbeeld een CAO-bepaling de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte de eerste 52 weken hoger ligt dan 70% van het loon.
  • Ga na of de WGA-uitkering van de werknemer die valt onder de no-riskpolis niet ten laste van de werkgever wordt gebracht.
  • Dat de werknemer voldoet aan de voorwaarden voor de no-riskpolis ontslaat de werkgever niet van zijn re-integratieverplichtingen. Eventuele kosten van het re-integratietraject komen nog altijd voor rekening van de werkgever. 

Ontvang onze publicaties

Ontvang ons cursusaanbod

Volg ons op social media

Gerelateerde publicaties

Advies AG over werkrelatie Uber-chauffeurs: ‘persoonlijk ondernemerschap’ van beperkte betekenis

Arbeidsrecht (overheid)
Geschreven door: mr. Sydney Hertog Op 30 september 2024 heeft Advocaat-Generaal De Bock advies uitgebracht naar aanleiding van prejudiciële vragen die het hof Amsterdam aan de Hoge Raad heeft gesteld…

Beëindiging arbeidsovereenkomst met zwangere werkneemster tijdens proeftijd

Arbeidsrecht (overheid)
Geschreven door: mr. Marije Joosse Sluiten werkgever en werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die langer dan zes maanden duurt, of een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, dan kan er in…

Eerdere publicaties

Latere publicaties

Ambtenarenrecht, Arbeidsrecht (overheid), Bestuursrecht
Ambtenarenrecht, Arbeidsrecht (overheid)
Ambtenarenrecht, Arbeidsrecht (overheid), Bestuursrecht