Gevolgen van onterechte subsidieverstrekking in kader van verdeelprocedure met subsidieplafond
Bij de toepassing van een rangorde in een verdeelprocedure met subsidieplafond heeft subsidieverlening aan de ene aanvrager direct gevolgen voor de andere aanvrager. Een onjuiste totstandkoming van zo’n rangorde kan ertoe leiden dat het subsidieplafond moet worden overschreden, blijkt uit een eerder door ons besproken uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 juli 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:2258). Zie de publicatie van 14 januari 2016. In vervolg hierop heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) zich uitgesproken over de vraag wat het gevolg is van de intrekking van subsidieverleningen die deel uitmaakten van een rangorde in een verdeelprocedure met subsidieplafond voor een lager in die rangorde geplaatste aanvraag (ECLI:NL:CBB:2018:529). Centraal stond de vraag of de overschrijding van het subsidieplafond aan de aanvrager kon worden tegengeworpen. In deze publicatie bespreken wij deze uitspraak van het CBb.
De casus: weigering subsidieaanvraag wegens overschrijding subsidieplafond
De Minister van Economische Zaken (Minister) weigert de subsidieaanvraag van Jump Staff NL, omdat subsidieverlening zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond (artikel 4:25, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Bij de rangschikking van alle ingediende aanvragen, in totaal 134, is de aanvraag van Jump Staff NL gerangschikt op plaats 48. Het subsidieplafond was bereikt bij plaats 46, zodat er voor het project van Jump Staff NL geen subsidie meer beschikbaar was.
Jump Staff NL stelt dat zijn aanvraag op plaats 46 had moeten eindigen, omdat de Minister aan twee aanvragers ten onrechte subsidie had verstrekt. De subsidieverleningen aan twee hoger geplaatste medeaanvragers blijken te zijn ingetrokken en de verstrekte voorschotten teruggevorderd. Jump Staff NL is daarom van mening dat de oorspronkelijke rangschikking daardoor is gewijzigd - zijn aanvraag staat nu op plaats 46 - en voert aan dat er geld beschikbaar is om zijn aanvraag alsnog te honoreren. Hij doet daarbij een beroep op artikel 4:25, derde lid, van de Awb. Volgens dit artikel kan een subsidie waarvan later blijkt dat deze ten onrechte is geweigerd, niet alsnog worden geweigerd omdat inmiddels het subsidieplafond is overschreden. Dit is alleen anders als de bedoelde weigeringsgrond ook eerder had moeten worden toegepast.
De Minister ziet dit anders en stelt dat bij het vrijvallen van budget wegens intrekking van verleningsbeschikkingen, aanvragen niet alsnog op volgorde van de eerdere rangschikking worden verleend, maar dat het budget terugvloeit naar de algemene middelen. Verder is artikel 4:25, derde lid, van de Awb hier niet van toepassing, omdat geen sprake is van onzorgvuldig of onrechtmatig handelen van de subsidieverstrekker.
Oordeel CBb: Minister kan overschrijding subsidieplafond niet tegenwerpen aan Jump Staff NL
Het CBb concludeert dat de subsidieverstrekking aan de twee andere aanvragers onrechtmatig was, omdat de Minister de subsidie had moeten weigeren. De betreffende subsidieregeling schrijft namelijk dwingend voor dat een subsidie wordt afgewezen in geval deze subsidie al is verstrekt door de provincie. De Minister had dus voorafgaand aan de subsidieverstrekking met de provincie moeten afstemmen of de twee andere aanvragen wellicht in aanmerking kwamen voor een provinciale subsidie. Deze afstemming heeft niet plaatsgevonden en de Minister is bij de beoordeling van de aanvragen lijdzaam uitgegaan van de verklaring van aanvragers dat aan hen geen subsidie is verstrekt door de provincie, terwijl dit - naar achteraf bleek - wel het geval was. Dit staat haaks op de bedoeling van de regelgever.
Volgens het CBb stond artikel 4:25, derde lid, van de Awb er dan ook niet aan in de weg Jump Staff NL (alsnog) subsidie te verlenen. Namens de Minister is tijdens de zitting ook gezegd dat geld beschikbaar is voor subsidieverlening aan Jump Staff NL. Het besluit is dan ook onvoldoende gemotiveerd en het CBb vernietigt de beslissing op bezwaar.
Conclusie
Uit deze uitspraak volgt dat wanneer de subsidies overeenkomstig de subsidieregeling waren verstrekt, er nog voldoende geld beschikbaar was geweest voor de aanvraag van Jump Staff NL. Daarom komt Jump Staff NL alsnog in aanmerking voor subsidie. Dat het subsidieplafond ten tijde van de primaire besluitvorming al was bereikt, staat daar dan niet aan in de weg.
De uitspraak van het CBb lijkt daarmee in lijn met de eerder genoemde uitspraak, waarin de Afdeling uitspreekt dat een redelijke uitleg van artikel 4:25, tweede en derde lid, van de Awb, met zich brengt dat aan degene die bezwaar maakt of beroep instelt tegen een besluit waarbij de eigen aanvraag is afgewezen wegens het bereiken van het subsidieplafond, evenmin wordt tegengeworpen dat de besluiten tot subsidieverlening aan anderen die ertoe hebben geleid dat het subsidieplafond was bereikt op het tijdstip waarop de beslissing in eerste aanleg werd genomen, in rechte onaantastbaar zijn geworden.
Tips voor de praktijk
- Ga zorgvuldig te werk bij het maken van een rangorde in het kader van een verdeelprocedure met een subsidieplafond en controleer daarbij nauwgezet of zich een weigeringsgrond voordoet op grond waarvan een aanvraag moet worden afgewezen.
- Let er bij een subsidieprocedure op dat in (hoger) beroep opnieuw een beoordeling van de aanvragen plaats kan vinden ter bepaling van de rangorde, met als mogelijk gevolg dat bij een gewijzigde rangorde een overschrijding van het subsidieplafond moet plaatsvinden. Dit geldt dus ook in geval van intrekking van subsidie die onderdeel uitmaakte van een rangorde!