Loopt het contract van een werknemer af, of ontslaat u een werknemer? Dan geldt dat de (civiele) werknemer recht heeft op een transitievergoeding. De werknemer kan de transitievergoeding bijvoorbeeld gebruiken voor scholing als overstap naar een andere baan. Ook werknemers van overheidswerkgevers hebben bij ontslag vaak recht op een transitievergoeding. Voor 'echte' ambtenaren is dat niet het geval.
Transitievergoeding
De transitievergoeding heeft als doel de overgang van de werknemer naar een andere baan te vergemakkelijken. U moet een transitievergoeding betalen vanaf de eerste dag van het dienstverband. Dus ook als u een werknemer al na één dag ontslaat.
De transitievergoeding is wettelijk verplicht bij ontslag via UWV, de kantonrechter of bij een aflopend contract. Een transitievergoeding is niet verplicht bij ontslag met wederzijds goedvinden (een vaststellingsovereenkomst) of bij opzegging door de werknemer zelf.
Hoogte transitievergoeding
De transitievergoeding wordt per dienstjaar opgebouwd. De hoogte van de vergoeding is 1/3e maandsalaris per dienstjaar. De vergoeding heeft een maximum van € 94.000 bruto of, indien het jaarsalaris meer bedraagt dan € 94.000 bruto, maximaal één jaarsalaris.
Berekening transitievergoeding
Stel: de werknemer heeft op ontslagdatum 12 jaar, 3 maanden en 5 dagen gewerkt voor uw organisatie. Hij werkte 36 uur per week. Zijn loon per maand is € 3.000,- bruto (inclusief toeIagen). De werknemer heeft dan recht op een transitievergoeding (TV) van €12.269,23 bruto.
De berekening is als volgt:
TV over hele jaren:
- formule per heel jaar in dienst maal 1/3 maandloon
- 12 hele dienstjaren = (12 x 1/3 x 3.000) = € 12.000,-
TV over 3 maanden:
- formule naar rato =
(bruto loon periode / bruto maandloon) x (1/3 bruto maandloon / 12) - (9.000 / 3.000) x (1/3 x 3.000 / 12) = € 250,-
TV over 5 gewerkte dagen:
- Formule naar rato =
(bruto loon periode / bruto maandloon) x (1/3 bruto maandloon / 12) - Bruto loon periode = totaal aantal gewerkte uren x bruto uurloon
- (692,31 / 3.000) x (1/3 x 3.000 / 12) = € 19,23 bruto.
De transitievergoeding is 12.000 + 250 + 19,23 = € 12.269,23 bruto.
Geen of lagere transitievergoeding
Is het ontslag het gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, dan kan het zo zijn dat de werknemer geen recht heeft op een transitievergoeding, of een lagere transitievergoeding krijgt toegekend van de kantonrechter. Bijvoorbeeld als de werknemer opleiding of scholing in het kader van een verbetertraject of een disfunctioneringstraject weigert.
Bovendien zijn er kosten die u in mindering kunt brengen op de transitievergoeding, namelijk transitiekosten en inzetbaarheidskosten.
Billijke vergoeding
Als de kantonrechter meent dat de werkgever ernstig nalatig is geweest of ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, dan kan de kantonrechter een zogenoemde billijke vergoeding aan de werknemer toekennen. Deze billijke vergoeding wordt ‘naar redelijkheid’ bepaald en komt bovenop de transitievergoeding.