De plaatsingsprocedure bij reorganisaties is bij overheidsorganisaties veelal opgenomen in een regeling of sociaal statuut. De plaatsingsprocedure beschrijft hoe de procedure voor het plaatsen van medewerkers in de nieuwe organisatie verloopt. Hoe wordt de belangstelling van medewerkers voor functies geïnventariseerd? Wordt daarbij wel of niet gebruik gemaakt van een plaatsingsadviescommissie en wat is de rol en samenstelling van de plaatsingsadviescommissie? Welke plaatsingscriteria gelden bij overtolligheid?
Plaatsingsadviescommissie (PAC)
Het management kan de voorgenomen plaatsingen zelf voorbereiden. Uiteindelijk wordt het nieuwe management verantwoordelijk voor het functioneren van de nieuwe organisatie. Om die reden kan ervoor gekozen worden die functionarissen een belangrijke rol in het plaatsingsproces te geven, bijvoorbeeld door de nieuwe manager het concept plaatsingsplan te laten opstellen. Een andere mogelijkheid is om een selectie- of een plaatsingsadviescommissie (PAC) in te stellen die de werkgever adviseert over het concept plaatsingsplan.
Plaatsingsprocedure en functievolgers
Het is een algemeen aanvaard uitgangspunt dat een medewerker zijn ongewijzigde functie volgt in de nieuwe organisatie. Indien geen relevante wijziging wordt aangebracht in een functie, behoudt de functievervuller zijn functie. Dan geldt de regel: ‘mens volgt functie’. Gangbaar is dat de medewerker dan als ‘functievolger’ wordt aangeduid.
Indien een functie of een groep uitwisselbare functies in een gelijk of een groter aantal in de nieuwe organisatie terugkomt, krijgen alle medewerkers een plaats. Zij volgen hun functie en worden niet met reorganisatieontslag bedreigd. Gelet op de omstandigheid dat de medewerker zijn eigen functie volgt, kan de motivering van de beschikking beknopt zijn. De functievolgende medewerker kan bezwaar maken tegen het plaatsingsbesluit
Plaatsingsvolgorde bij overtolligheid
Als voor een functie in de nieuwe organisatie meer medewerkers in aanmerking komen dan er formatieruimte beschikbaar is, dan is sprake van overtolligheid of boventalligheid. Sommige ambtenarenreglementen kennen een volgorderegeling; sommige bevatten daarover geen voorschriften. Voor een zorgvuldig of transparant plaatsingsproces is het belangrijk regels voor het bepalen van een plaatsingsvolgorde vast te leggen. Hierover dient ook overeenstemming met het georganiseerd overleg te worden bereikt. Houd er in ieder geval rekening mee dat ambtenaren die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt als eerste voor ontslag in aanmerking komen.
Criteria om bij overtolligheid tot een afvloeiingsvolgorde te komen zijn bijvoorbeeld: anciënniteit (overheidsdienstjaren), leeftijdscategorieën (afspiegelingsbeginsel), diversiteit i.v.m. bescherming doelgroepen of onmisbaarheid, kwaliteit en verschil vaste/tijdelijke dienst.
Plaatsing niet-functievolgers en overtollige medewerkers
Niet-functievolgers en functievolgers die nog niet geplaatst zijn vanwege overtolligheid of boventalligheid, komen in aanmerking voor de resterende vacante functies in de nieuwe organisatie. Het gaat hierbij om de medewerkers met een aanstelling in vaste dienst en degenen met een aanstelling die daarmee gelijkgeschakeld is. Pas als deze groep geplaatst is, komen de overige medewerkers met een aanstelling in tijdelijke dienst aan de orde.
Plaatsing op passende functies
Op de nieuwe functies in de organisatie kan geen enkele medewerker rechten doen gelden. Bij de plaatsing op nieuwe functies geldt in beginsel de regel dat de geschiktste kandidaat in aanmerking komt. Het gaat om vergelijking van de kwaliteiten van een medewerker tegen de achtergrond van de vereisten die voor de betreffende functies zijn gesteld. Het bestuursorgaan heeft hierbij een grote keuzevrijheid en de rechterlijke toetsing is terughoudend en beperkt tot de vraag of de werkgever in redelijkheid tot zijn oordeel heeft kunnen komen. Om de geschiktheid te bepalen, kan de werkgever verlangen dat de gegadigden zich laten testen, bijvoorbeeld in een potentieelonderzoek of een assessment.
Het plaatsingscriterium is de passendheid van de functie voor de ambtenaar. Als een functie niet passend is, maar de ambtenaar is wel bereid de functie te vervullen, kan hij eenvoudig op die functie worden geplaatst en zijn er geen moeilijkheden te verwachten. Als er wel een functie beschikbaar is, maar de medewerker weigert de functie te aanvaarden, dan kan de werkgever de medewerker opdragen de werkzaamheden te verrichten die bij die functie behoren.
Hulp bij uw plaatsingsprocedure?
Vijverberg Advocaten & Adviseurs heeft zeer veel ervaring opgebouwd met het begeleiden en ondersteunen van opdrachtgevers bij plaatsingsprocedures, het bemensen van plaatsingscommissies en het afhandelen van bezwaar- en beroepszaken die voortvloeien uit plaatsingsprocedures.