Een gemeenschappelijke regeling heeft verschillende bevoegdheden. De volgende bevoegdheden zijn te onderscheiden: eigen bevoegdheden, overgedragen (gedelegeerde) of gemandateerde bevoegdheden en afgeleide bevoegdheden. Over de uitvoering van deze bevoegdheden kunnen klachten ontstaan. Wie moet deze klachten afhandelen en op basis van welke regelgeving?
Overgedragen of gemandateerde bevoegdheden
Klachten die binnenkomen zullen vaak betrekking hebben op bevoegdheden die afkomstig zijn van de deelnemers (de overgedragen of gemandateerde bevoegdheden). Met name als het gaat om de uitvoering van taken die burgers rechtstreeks treffen (zoals afvalinzameling of het verstrekken van uitkeringen) kunnen er klachten binnenkomen. Als een klacht betrekking heeft op een overgedragen bevoegdheid, dan moet de gemeenschappelijke regeling deze klachten afhandelen, ook als klachtafhandeling niet expliciet is opgenomen in het delegatiebesluit. Er is in dit geval sprake van zogenaamde ‘afgeleide bevoegdheden’. Dit zijn bevoegdheden die niet expliciet zijn vermeld maar impliciet meegaan met de overdracht. Als sprake is van gemandateerde taken, dan ligt de situatie anders. De gemeenschappelijke regeling kan klachten i.v.m. de uitvoering van gemandateerde taken alleen afhandelen als het afdoen van klachten uitdrukkelijk is opgenomen in het mandaat. Is dat niet het geval, dan is de deelnemer zelf verplicht tot het afhandelen van de klacht.
Gemeenschappelijke regeling: welke klachtenregeling is van toepassing?
Als de gemeenschappelijke regeling een klacht afhandelt, dan is de eigen klachtenregeling van toepassing. Dit geldt voor klachten in verband met overgedragen of gemandateerde bevoegdheden maar ook voor eventuele klachten i.v.m. de uitoefening van eigen bevoegdheden. Heeft de gemeenschappelijke regeling geen klachtenregeling, dan is hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Deze bepalingen bieden op zich voldoende juridische basis voor de afhandeling van een klacht. In het geval de deelnemer bevoegd is tot afhandeling van de klacht, dan is de klachtenregeling van de deelnemer van toepassing.
Overige klachtenregelingen
Hetgeen hierboven is omschreven heeft betrekking op klachten die zijn gericht tegen handelen van de overheid. Als het gaat om gedragingen die kunnen worden toegerekend aan bestuursorganen van de overheid is hoofdstuk 9 Awb van toepassing en de hierop gebaseerde regelingen.
Een gemeenschappelijke regeling kan echter ook te maken krijgen met klachten die onder een ander regime vallen. Een voorbeeld is een gemeenschappelijke regeling die taken op het gebied van de Wet maatschappelijke voorzieningen (Wmo) uitvoert. Op grond van de Wmo moeten de aanbieders van voorzieningen een eigen klachtenregeling hebben. Klachten die bij een gemeenschappelijke regeling binnenkomen en betrekking hebben op de uitvoering van de voorziening moeten daarom worden doorgestuurd naar de zorgaanbieder.
Gemeenschappelijke regelingen kunnen ook te maken krijgen met klachten die onder de Wet kwaliteit en klachten gezondheidszorg (Wkkgz) vallen. Het gaat hierbij om klachten in het kader van zorgverlening die onder de Wet langdurige zorg (Wlz) of de Zorg verzekeringswet (Zvw) valt. Een gemeenschappelijke regeling moet ook deze klachten doorsturen en niet zelf afdoen.
Vragen over de gemeenschappelijke regeling en klachtafhandeling?
Heeft u vragen of behoefte aan een advies over de afhandeling van klachten? Wij helpen u graag. Mail ons of bel: 079 - 3631919.