De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) bepaalt dat de getroffen regeling bepalingen moet bevatten over wijziging, opheffing, toetreding en uittreding. De bepalingen met betrekking tot wijzigingen zijn meestal procedureel van aard.
Een besluit tot het wijzigen van een gemeenschappelijke regeling wordt genomen door het bestuursorgaan of de bestuursorganen die de regeling ook zijn aangegaan. Als het een regeling is die door het college en of de burgemeester is aangegaan dan is op grond van de Wgr ook bij wijziging toestemming nodig van de raad.
Gemeenteraden hebben de mogelijkheid bij het wijzigen van een GR vooraf een zienswijze te geven op het ontwerp daarvan. Dit geldt voor regelingen waaraan colleges of burgemeesters deelnemen, maar niet voor regelingen waaraan de gemeenteraden zelf deelnemen. Dan hebben de gemeenteraden sowieso inspraak op de inhoud van de regeling. De colleges of burgemeesters zenden het ontwerp van de regeling naar de gemeenteraden. Tot acht weken na ontvangst kunnen gemeenteraden een zienswijze indienen. Heeft een gemeenteraad geen behoefte aan het indienen van een zienswijze, dan laat hij dat zo snel mogelijk weten aan het college of de burgemeester.
Het is mogelijk om in de gemeenschappelijke regeling te bepalen dat een besluit tot wijziging van de regeling kan worden genomen met een meerderheid van stemmen. In dat geval kan het dus voorkomen dat een gemeenschappelijke regeling wordt gewijzigd terwijl niet alle deelnemers het ermee eens zijn.
Vragen?
Heeft u vragen over het wijzigen van uw gemeenschappelijke regeling? Of heeft u begeleiding nodig tijdens het wijzigingstraject? Wij help u graag. Mail ons of bel: 079 - 3631919.