Een gemeenschappelijk orgaan is één van de samenwerkingsvormen op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr).
Kenmerken gemeenschappelijk orgaan
Een gemeenschappelijk orgaan bezit anders dan een openbaar lichaam geen rechtspersoonlijkheid. Het kan dus niet zelfstandig deelnemen aan het maatschappelijk verkeer en bijvoorbeeld geen arbeidsovereenkomsten sluiten. Personeel dat werkt voor een gemeenschappelijk orgaan moet dus altijd in dienst zijn van één of meer van de deelnemende partijen.
Een ander verschil is dat het gemeenschappelijk orgaan maar één bestuur heeft en niet zoals het openbaar lichaam een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. Dit betekent dat het niet wenselijk is om complexe taken waarbij een systeem van ‘checks en balances’ van belang is, onder te brengen bij een gemeenschappelijk orgaan.
Deze samenwerkingsvorm kom je in de praktijk dan ook niet zoveel tegen. Het oprichten van een gemeenschappelijk orgaan is wel een goede optie als sprake is van een specifieke taak zoals de rekenkamerfunctie.
Daarnaast is het van belang dat het mogelijk is voor deelnemers om bevoegdheden aan het gemeenschappelijk orgaan te delegeren. Bij delegatie is sprake van het overdragen van bevoegdheden waardoor het gemeenschappelijk orgaan deze bevoegdheden op eigen verantwoordelijkheid uitoefent.
Delegatie is alleen mogelijk als sprake is van een wettelijke bepaling die delegatie mogelijk maakt. De Wgr bevat een dergelijke wettelijke basis (artikel 30). Op grond van artikel 30 is het ook mogelijk om bevoegdheden te delegeren aan het openbaar lichaam en de bedrijfsvoeringsorganisatie. Als gekozen wordt voor een centrumgemeente-constructie is delegatie niet mogelijk en kunnen bevoegdheden alleen in mandaat bij de centrumgemeente komen te liggen.
Vragen?
Twijfelt u of een gemeenschappelijk orgaan de beste samenwerkingsvorm is voor uw specifieke situatie? Wij voorzien u graag van advies. Mail ons of bel: 079 - 3631919.