Helderheid over subsidiaire ontslaggrond
Een ambtenaar wordt ontslagen, primair op grond van ernstig plichtsverzuim (strafontslag) en subsidiair op grond van ongeschiktheid voor de functie, anders dan uit hoofde van ziekte of gebreken. Is het hanteren van een primaire en subsidiaire ontslaggrond toegestaan of moet de werkgever een keuze maken voor één ontslaggrond? Zeer recent, in een uitspraak van 29 april 2004, heeft de Centrale Raad van Beroep hierover helderheid verschaft.
Voortschrijdend inzicht
De werkgever is vrij in de keuze van een ontslaggrond als er meer dan één van toepassing kan worden geacht. Tot voor kort was echter niet geheel duidelijk of de werkgever een keuze moest maken voor één ontslaggrond. Wel leek in de jurisprudentie ruimte te bestaan voor het hanteren van meerdere ontslaggronden.
Aan een hoofdagent van politie wordt strafontslag opgelegd vanwege onder andere intensieve contacten met personen met een criminele achtergrond. De Raad is van oordeel dat de verweten gedragingen onvoldoende kunnen worden aangetoond en vernietigt het ontslagbesluit. Als overweging ten overvloede geeft de Raad aan dat hiermee niet gezegd is dat het doen en laten van de hoofdagent geen belemmering vormt voor een goede functievervulling. Maar nu het ontslagbesluit slechts gebaseerd is op plichtsverzuim en niet, eventueel subsidiair op een andere ontslaggrond, kan de Raad deze vraag niet beantwoorden. (Centrale Raad van Beroep 31 december 1996, TAR 1997/32)
Onlangs heeft de Centrale Raad van Beroep in zijn uitspraak van 29 april 2004 deze lijn duidelijk bevestigd: indien een feitencomplex aanleiding geeft tot meerdere ontslaggronden, kunnen meerdere ontslaggronden in het ontslagbesluit genoemd worden.
De uitspraak van 29 april 2004
In de uitspraak beoordeelt de Centrale Raad van Beroep allereerst het primaire besluit (het strafontslag). De Raad is van oordeel dat de opgelegde straf van ontslag niet evenredig is in verhouding tot het gepleegde plichtsverzuim en vernietigt het besluit.
Vervolgens gaat de Centrale Raad van Beroep over tot de beoordeling van het subsidiaire besluit, het ongeschiktheidsontslag. Aan dit ontslag liggen dezelfde feiten ten grondslag als aan het strafontslag, met nog een aantal aanvullende gronden waaruit eveneens de ongeschiktheid van de ambtenaar blijkt. De Raad is van oordeel dat de werkgever voldoende heeft aangetoond dat de ambtenaar ongeschikt is voor de functie. De subsidiaire ontslaggrond blijft wél in stand.
Met deze uitspraak keurt de Raad derhalve (impliciet) het hanteren van een subsidiaire ontslaggrond goed. (Centrale Raad van Beroep 29 april 2004 (LJNAO 9267)
Conclusie
Wanneer een feitencomplex aanleiding geeft tot meerdere ontslaggronden, kan in het ontslagbesluit een primaire en een subsidiaire ontslaggrond worden opgenomen. Het is dan wel van belang dat beide ontslaggronden voldoende met feiten worden onderbouwd. Ook is het van belang dat de ambtenaar in zijn zienswijze op het voorgenomen ontslagbesluit kan reageren op beide ontslaggronden. De rechtspositionele verplichtingen die voor de verschillende ontslaggronden gelden (denk bijvoorbeeld aan het verantwoordingsgesprek bij strafontslag!) moeten worden nageleefd. Geef in het ontslagbesluit aan dat de subsidiaire ontslaggrond geldt voor zover de primaire ontslaggrond aan het ontslagbesluit komt te ontvallen.