Ontslagvergoeding hoger dan € 75.000,- onder de Wet normering topinkomens mogelijk!
Naast het bezoldigingsmaximum (€ 178.000 per 1 januari 2015) is ook de maximale ontslagvergoeding een belangrijk onderdeel van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). De WNT legt de lat op € 75.000,- bruto, maar sluit uitkeringen die voortvloeien uit een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst of een wettelijk voorschrift van dit bedrag uit. Op 29 juni 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep (ECLI:NL:CRVB:2015:1924) bevestigd dat een bedrag ter afkoop van uitkeringsrechten voortvloeit uit een wettelijk voorschrift en niet onder de ontslagvergoeding van € 75.000,- valt. Wat zijn de belangrijkste punten uit de uitspraak van de Raad? Voorts is in deze update aandacht voor de samenloop van de Wet werk en zekerheid en de WNT in de (semi)publieke sector.
De ontslagvergoeding
De ontslagvergoeding voor de topfunctionaris mag niet meer bedragen dan de som van de beloning en de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn over de twaalf maanden voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband, tot maximaal € 75.000,- bruto (artikelen 2.10 en 3.7 WNT). Bij een deeltijddienstverband geldt dit maximum naar rato. De bezoldiging over de periode waarin de topfunctionaris, vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband, geen taken meer vervult valt in beginsel onder het maximumbedrag. Dit geldt niet als de topfunctionaris geen taken meer verricht wegens het opnemen van vakantiedagen, arbeidsongeschiktheid of een schorsing hangende een onderzoek.
Hogere vergoeding door rechterlijke uitspraak
Bij een hogere ontslagvergoeding dan € 75.000,- is het bedrag dat dit toegestane bedrag overschrijdt onverschuldigd betaald, tenzij die hogere betaling voortvloeit uit een rechterlijke uitspraak (artikel 1.6, tweede lid WNT). Met andere woorden: een rechter kan in zijn uitspraak een ontslagvergoeding toekennen die hoger is dan de WNT-norm. In dat geval is geen sprake van een bovenmatige ontslagvergoeding en volgt geen terugvordering wegens onverschuldigde betaling. De Raad heeft in zijn uitspraak van 29 juni 2015 nadere voorwaarden gesteld aan deze uitzondering. Zo werkt de rechter niet mee aan de constructie om een regeling, met daarin opgenomen een ontslagvergoeding die hoger is dan de WNT-norm, ter bekrachtiging in een rechterlijke uitspraak voor te leggen. Voorts overweegt de Raad dat artikel 1.6, tweede lid WNT voor de rechter geen vrijbrief is tot afwijking van de basisnorm zoals gesteld in de WNT door middel van rechterlijke accordering van afspraken die partijen zelf niet zouden mogen maken.
Afkoop kan ook leiden tot hogere vergoeding
In geval van ontslag op andere gronden (voor gemeenten artikel 8:8 CAR/UWO) bestaat de verplichting om een passende regeling te treffen voor de ambtenaar. Een passende regeling bestaat uit ten minste een WW-uitkering en een aanvullende uitkering, onder omstandigheden verhoogd met een na-wettelijke uitkering en eventueel een vergoeding op basis van de CRvB-formule. Een eenmalige afkoop van de werkloosheidsuitkering(en) in de vorm van de betaling van een bedrag ineens is in de praktijk niet ongebruikelijk. De WNT regelt niet expliciet of de afkoop van een werkloosheidsuitkering tot de ontslaguitkering gerekend moet worden. De Raad overweegt dat een eenmalige afkoop valt onder de uitzondering genoemd in artikel 1.1, aanhef en onder i WNT, namelijk een uitkering die voortvloeit uit een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst of een wettelijk voorschrift. Daarmee blijft de afgekochte werkloosheidsuitkering buiten het maximumbedrag van € 75.000,-.
Afkoop van een werkloosheidsuitkering
Hoewel het door deze uitspraak mogelijk is geworden om uitkeringsrechten af te kopen zonder dat deze afkoop valt onder de maximale ontslagvergoeding van de WNT, is wel een aantal uitzonderingen te bedenken. De WW kent geen mogelijkheid tot afkoop. Afkoop van bovenwettelijke uitkeringen is soms wel mogelijk, maar dat dient dan expliciet te staan in de geldende arbeidsvoorwaardenregeling. Binnen de gemeentelijke sector (de CAR/UWO) bestaat formeel alleen de mogelijkheid de na-wettelijke uitkering af te kopen. Een afkooppercentage is niet voorgeschreven; dat is aan het college (artikel 10d:35 CAR/UWO).
Afkooppercentage
De Raad heeft in zijn uitspraak van 29 juni 2015 geoordeeld dat eenmalige afkoop van de opgebouwde uitkeringsrechten in de praktijk niet ongebruikelijk is. Een afkooppercentage van 30 acht de Raad redelijk. In literatuur, jurisprudentie en ook in een aantal regelingen is dit percentage gangbaar. Zie bijvoorbeeld artikel 30 Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie en artikel 17 Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid sector Rijk. Het afkooppercentage blijft afhankelijk van de mate waarin partijen de behoefte hebben om afscheid van elkaar te nemen. In de praktijk komen ook hogere en lagere percentages voor.
Wet normering topinkomens en Wet werk en zekerheid
Met ingang van 1 juli 2015 hebben werknemers die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst (onder voorwaarden) bij ontslag recht op een transitievergoeding. Ook de transitievergoeding vloeit voort uit een wettelijk voorschrift en moet gezien worden als een uitkering die niet meetelt in de WNT-norm. In de semipublieke sector kan een topfunctionaris dus naast een ontslagvergoeding ook een transitievergoeding ontvangen, zonder dat dit in strijd is met de WNT. De Wet werk en zekerheid geldt (vooralsnog) overigens niet voor de publieke sector.
Conclusie
Deze uitspraak van de Raad leert ons dat:
- de rechter weinig voelt voor bekrachtiging van een regeling die de maximum ontslagvergoeding uit de WNT overstijgt. Een rechter kan alleen in uitzonderlijke gevallen afwijken van de basisnormen zoals gesteld in de WNT. Afwijken van de WNT-normen door de rechter is alleen mogelijk als dit goed wordt gemotiveerd;
- een bedrag ter afkoop van uitkeringsrechten die voortvloeien uit een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst of een wettelijk voorschrift niet onder de maximum ontslagvergoeding van de WNT valt;
- een afkoop van 30% van de uitkeringsrechten in dit specifieke geval redelijk wordt geacht. In de praktijk komen ook andere percentages voor.
Vragen?
Wij houden voor u de ontwikkelingen op het gebied van de Wet normering topinkomens goed in de gaten. Heeft u vragen of twijfelt over de (on)mogelijkheden in een specifiek geval, stuur dan uw e-mail naar info [at] vijverbergadvocaten [dot] nl of neem telefonisch contact op: 079 - 363 19 19.