De onafhankelijkheid van een door het bestuursorgaan ingeschakelde medisch deskundige wordt geregeld in twijfel getrokken. Zo ook in twee zaken waarin op 30 juni 2017 uitspraak is gedaan door respectievelijk de Centrale Raad van Beroep (ECLI:NL:CRVB:2017:2226) en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2017:1674). Partijen beriepen zich op een arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 8 oktober 2015 (Korošec). Uit dit arrest volgt dat de bestuursrechter compensatie moet bieden als de ene partij in een nadeliger positie verkeert ten opzichte van de andere partij. Dit kan hij bijvoorbeeld doen door op grond van artikel 8:47 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een deskundige te benoemen voor het instellen van een onderzoek. In de uitspraken van 30 juni 2017 zetten de Raad en de Afdeling samen uiteen hoe de bestuursrechter moet omgaan met zaken waarbij de overheid zich beroept op een medisch advies van een eigen medisch deskundige. In deze publicatie gaan wij in op de uitspraak van de Raad.
Beoordeling onafhankelijkheid medisch deskundige in 3 stappen
De rechtscolleges hebben het volgende toetsingskader ontwikkeld:
- Stap 1: Zorgvuldigheid van de besluitvorming
De bestuursrechter moet eerst nagaan of het advies van de medisch deskundige naar de wijze van totstandkoming zorgvuldig is opgesteld en naar inhoud inzichtelijk, deugdelijk gemotiveerd en consistent is. Deze eisen vloeien niet alleen voort uit de Awb, maar ook uit specifieke regelgeving, zoals in dit geval het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Sb). In artikel 4 van het Sb zijn de kwaliteitseisen opgenomen waaraan een verzekeringsgeneeskundig onderzoek dient te voldoen. De Centrale Raad van Beroep merkt op dat als een rapport van de verzekeringsarts niet voldoet aan deze kwaliteitseisen, het daarop gebaseerde bestreden besluit alleen om die reden al geen stand kan houden. - Stap 2: Equality of arms (gelijke procespositie)
Er moet evenwicht bestaan tussen betrokkene en de overheid als het gaat over het aandragen van bewijsmateriaal. Dit wordt ook wel aangeduid als “equality of arms”. Slechts als dit evenwicht er is, is de bestuursrechter in staat een onafhankelijk en onpartijdig oordeel te geven.
Als een partij de onpartijdigheid van verzekeringsartsen in twijfel trekt, moet de bestuursrechter de vraag beantwoorden of de betrokkene voldoende ruimte heeft gehad om het medisch oordeel te betwisten. Als een betrokkene een rapport in de procedure brengt dat is opgesteld door een door hem ingeschakelde medisch deskundige, is in het algemeen van rechtsongelijkheid geen sprake. Onder omstandigheden kan -zo stelt de Raad- aan die eisen worden voldaan door een rapport of een verklaring van een medisch behandelaar. Wat die omstandigheden kunnen zijn werkt de Raad helaas niet nader uit.
Als de bestuursrechter tot het oordeel komt dat van equality of arms geen sprake is, dan zal hij dit evenwicht moeten herstellen, bijvoorbeeld door zelf een onafhankelijk deskundige te benoemen. - Stap 3: Inhoudelijke beoordeling
Wijst de bestuursrechter het verzoek om een onafhankelijk deskundige te benoemen af, dan moet hij motiveren waarom hij zich in staat acht om zonder zo’n onafhankelijk deskundige tot een oordeel te komen.
Uitspraak Centrale Raad van Beroep medisch advies
In deze uitspraak gaat het om een geschil over een uitkering van UWV. Voor de beoordeling of betrokkene in aanmerking komt voor een WIA-uitkering heeft onder meer een medische beoordeling plaatsgevonden door een verzekeringsarts van UWV. De verzekeringsarts vond betrokkene voldoende geschikt om arbeid te verrichten. Betrokkene vond de inzet van een eigen verzekeringsarts door het UWV niet onafhankelijk en voelde zich hierdoor op achterstand gezet. Volgens betrokkene moet de rechter deze ongelijkheid herstellen door zelf een deskundige te benoemen.
(stap 1). De Centrale Raad van Beroep vindt het oordeel van de rechtbank dat het onderzoek van de verzekeringsarts zorgvuldig is geweest juist. Uit het rapport van de verzekeringsarts blijkt dat hij betrokkene heeft gezien en onderzocht. Bovendien refereert hij aan eerdere uitgebreide rapporten van deskundigen en medisch specialisten van betrokkene waaruit blijkt dat de door betrokkene gestelde oorzaken niet te herleiden zijn naar de klachten.
(stap 2). Volgens de Raad is geen reden om aan te nemen dat de rechtbank betrokkene onvoldoende ruimte heeft gelaten om in de beroepsfase nadere medische stukken in te dienen ter onderbouwing van zijn standpunt dat het UWV zijn beperkingen heeft onderschat. Daartoe overweegt de Raad dat betrokkene in hoger beroep geen nadere medische stukken heeft ingediend en hij ermee heeft volstaan te verwijzen naar het door hem in het kader van de Ziektewet-procedure ingebrachte deskundigenrapport van een orthopedisch chirurg. Uit het rapport van de verzekeringsarts blijkt bovendien dat dit rapport een doorslaggevende rol heeft gespeeld bij het vaststellen van de voor betrokkene in aanmerking te nemen beperkingen. Van een schending van het beginsel van equality of arms is daarom geen sprake, aldus de Raad
(stap 3). Tot slot oordeelt de Raad dat UWV de beperkingen en de mogelijkheden van betrokkene op een juiste wijze heeft beoordeeld. Betrokkene heeft zijn stelling dat de verzekeringsarts zijn beperkingen heeft onderschat niet nader onderbouwd noch heeft hij daarvan nadere gegevens overgelegd.
Conclusie
Met deze uitspraken hebben bestuursorganen en bestuursrechters een duidelijk toetsingskader gekregen dat zij moeten hanteren bij zaken waarbij de overheid zich beroept op een medisch advies van een eigen medisch deskundige.
Let op: het gaat hier om een UWV-beslissing, waarmee ieder werkgever te maken kan krijgen. Deze lijn van de Centrale Raad van Beroep werkt waarschijnlijk ook door in arbeidsrechtelijke dossiers en ambtenaarrechtelijke kwesties.
Dit toetsingskader is ook voor de dagelijkse uitvoering van bijvoorbeeld de Participatiewet (PW) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) van belang. Ook op die gebieden komt het regelmatig voor dat ten behoeve van de besluitvorming een deskundigenadvies wordt gevraagd.
Heeft u met een dossier te maken en twijfelt u over de vraag wat deze uitspraken betekenen voor het oordeel van de bedrijfsarts, ingeschakeld en betaald door de werkgever? Specialisten van Vijverberg Advocaten & Adviseurs kunnen u op al deze rechtsgebieden helpen bij de beoordeling of in een concreet geval aan bovenstaand toetsingskader is voldaan. Bel ons: 079 - 3631919. Wij helpen u graag.