De Wet DBA: van uitstel komt afstel. Wat nu?
Er is een nieuw kabinet aangetreden. De wet DBA wordt vervangen door een nieuwe wet. Hoe gaat de nieuwe wet eruit zien en waar moet u rekening mee houden als u vandaag een zzp’er wilt inhuren?
Over de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) is veel onduidelijkheid ontstaan. Om deze reden besloot de regering de handhaving van de Wet DBA uit te stellen naar 1 januari 2018. Op 8 december 2016 heeft de Tweede Kamer bij motie-Bashir (SP) het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Belastingdienst opdracht gegeven om duidelijke criteria te formuleren zodat ondernemers - voorafgaand - aan het verrichten van een opdracht duidelijkheid hebben over de vraag of zij aangemerkt worden als een ‘echte’ zelfstandige. Op 22 mei 2017 heeft demissionair minister Lodewijk Asscher het onderzoeksrapport naar de Tweede Kamer gezonden. In dit onderzoeksrapport staan tien beleidsvarianten. Deze beleidsvarianten betreffen politieke keuzes. Het was dan ook wachten op de vorming van een nieuw kabinet. Het nieuwe kabinet heeft besloten dat de Wet DBA vervangen wordt. Voormelde beleidsvarianten, althans een aantal daarvan, vormen de basis voor de nieuwe wet.
Leiden de beleidsvarianten tot een oplossing?
Veel opdrachtgevers en opdrachtnemers weten niet waar ze aan toe zijn omdat er veel onduidelijkheid bestaat over de vraag wanneer er sprake is van een gezagsverhouding en wanneer er sprake is van een verplichting tot het verrichten van persoonlijke arbeid. In het onderzoekrapport staan tien beleidsvarianten die voormelde onduidelijkheid moeten wegnemen. De eerste vier varianten hebben betrekking op de handhaving door de Belastingdienst. Hiermee wordt bedoeld dat de varianten uitsluitend gaan over de wijze waarop de Belastingdienst beoordeelt of de opdrachtgever wel of geen loonbelasting of premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke premie Zorgverzekeringswet moet afdragen. Bij deze vier varianten worden de wettelijke criteria niet aangepast, maar alleen op een andere manier toegepast. De overige zes varianten gaan over een aanpassing van wettelijke criteria. In het onderzoeksrapport wordt bijvoorbeeld voorgesteld om het criterium ‘het persoonlijk verrichten van arbeid’ nader te definiëren of om wettelijk te regelen dat binnen een bepaalde sector uitsluitend gewerkt mag worden op basis van een arbeidsovereenkomst. Het gebruik van de overeenkomst van opdracht is in dat geval wettelijk verboden.
Uit het regeerakkoord blijkt dat in de nieuwe wet gekozen wordt om aan de hand van een combinatie van de tien beleidsvarianten vast te stellen of sprake is van het werken op basis van een arbeidsovereenkomst of van het werken op basis van een overeenkomst van opdracht. Zo heeft het nieuwe kabinet vastgesteld dat altijd sprake is van een arbeidsovereenkomst bij een laag tarief in combinatie met een langere duur van de overeenkomst of bij een laag tarief in combinatie met het verrichten van reguliere bedrijfsactiviteiten. Een laag tarief wordt gedefinieerd als corresponderend met loonkosten tot 125% van het wettelijk minimumloon of met de laagste loonschalen in cao’s. Wil er sprake zijn van het werken op basis van een overeenkomst van opdracht, dan zal het uurtarief een bedrag moeten bedragen van minimaal tussen de 15 en 18 euro per uur. Van een langere duur is sprake indien een overeenkomst is aangegaan voor een periode langer dan drie maanden.
Voor zelfstandig ondernemers die een uurtarief hanteren van meer dan 75 euro per uur gecombineerd met een kortere duur van de overeenkomst of die een uurtarief hanteren van meer dan 75 euro per uur gecombineerd met het verrichten van niet-reguliere bedrijfsactiviteiten geldt een ‘opt out’ voor de loonbelasting en de werknemersverzekeringen. Hiermee wordt bedoeld dat de zelfstandig ondernemer met de opdrachtgever afspreekt dat de zelfstandig ondernemer een hoog uurtarief ontvangt zodat hij zelf verantwoordelijk is voor de premieafdracht aan de Belastingdienst. Een kortere duur wordt gedefinieerd als korter dan een jaar.
Voor zelfstandig ondernemers die een uurtarief hanteren tussen de 15 en 18 euro, wordt een ‘opdrachtgeversverklaring’ ingevoerd. Deze geeft opdrachtgevers vooraf duidelijkheid en zekerheid bij de inhuur van zelfstandig ondernemers. Er wordt een webmodule ontwikkeld waarbij de opdrachtgever de vragen invult en zodoende - voorafgaand aan de opdracht - een oordeel krijgt over de status van de arbeidsrelatie. Het verschil met de Beschikking Geen Loonheffing is dat niet de opdrachtnemer de webmodule invult maar de opdrachtgever. Met deze opdrachtgeversverklaring krijgt een opdrachtgever zekerheid vooraf inzake vrijwaring van loonbelasting en premies werknemersverzekeringen, tenzij de webmodule niet naar waarheid is ingevuld.
In de nieuwe wet zal bepaald worden dat de gezagsverhouding voortaan meer getoetst wordt op basis van materiële in plaats van formele omstandigheden.
Na invoering van de nieuwe wet zal gedurende een jaar niet gehandhaafd worden door de Belastingdienst. De markt krijgt de tijd om te wennen aan de nieuwe wet en de Belastingdienst zal de taak krijgen marktpartijen te informeren en te coachen over de werking van de nieuwe wet. Daarnaast heeft het kabinet het voornemen om de mogelijkheden te gaan verkennen om in het Burgerlijk Wetboek een regeling op te nemen over de ondernemersovereenkomst. Dit heeft tot doel de positie van de ondernemer te verhelderen en te verstevigen. Als laatste zullen de mogelijkheden verkend gaan worden om meer zelfstandig ondernemers zich te laten verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid.
De Wet DBA blijft in de tussentijd gewoon gelden. De Belastingdienst handhaaft alleen niet, tenzij er sprake is van kwaadwillendheid. Precies zoals nu het geval is. Mocht u een zzp’er willen inhuren, dan is het verstandig om een modelovereenkomst te sluiten. Deze modelovereenkomsten staan op de website van de Belastingdienst.
Zodra meer bekend wordt over de invoering van deze nieuwe wet zullen wij u nader informeren.
Advies nodig?
Vijverberg adviseert werkgevers over het opstellen en sluiten van een overeenkomst van opdracht. Op welke valkuilen moet u alert zijn en welke mogelijkheden heeft u als de Belastingdienst u een naheffing oplegt?