Noodbevoegdheden van de burgemeester
Op grond van de artikelen 175 en 176 van de Gemeentewet heeft de burgemeester de bevoegdheid om een noodbevel of noodverordening uit te vaardigen. Deze bevoegdheden worden ingezet ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar. Omdat er overlap bestaat tussen deze instrumenten, is het niet altijd duidelijk wanneer welke bevoegdheid moet worden toegepast. Toch zijn er belangrijke verschillen die de keuze bepalen.
Wanneer kunnen noodbevoegdheden worden ingezet?
De burgemeester kan een noodbevel of noodverordening uitvaardigen bij:
- Oproerige bewegingen
- Andere ernstige wanordelijkheden
- Rampen
- Ernstige vrees voor het ontstaan van een van deze situaties
Dit kan variëren van rellen bij een voetbalwedstrijd of concert tot de uitbraak van een besmettelijke ziekte of de komst van een beroemdheid die extra bescherming nodig heeft.
De burgemeester mag met een noodbevel of noodverordening afwijken van wettelijke bepalingen, met uitzondering van de Grondwet en internationale verdragen. Dit betekent dat grondrechten alleen beperkt kunnen worden als de Grondwet dat toestaat. In de praktijk neemt de burgemeester soms meer ruimte bij het beperken van bepaalde grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting en het recht op demonstratie. Omdat noodmaatregelen ingrijpend zijn, moeten ze altijd goed worden gemotiveerd.
Het noodbevel
Een noodbevel is een beschikking en wordt gericht op een specifieke persoon of een afgebakende groep. Het heeft een eenmalige en directe werking. Voorbeelden van noodbevelen zijn:
- Een gebiedsverbod voor een persoon die herhaaldelijk vernielingen heeft gepleegd
- Een bevel om een bepaalde locatie onmiddellijk te verlaten
Omdat een noodbevel een beschikking is, kunnen belanghebbenden bezwaar en beroep instellen. De bestuursrechter toetst dit over het algemeen terughoudend, maar bij beperkingen van grondrechten kan de rechter een meer indringende toets uitvoeren.
De noodverordening
Een noodverordening is een algemene regeling die geldt voor een onbepaald aantal personen en herhaaldelijk kan worden toegepast. De burgemeester bepaalt zelf hoe de noodverordening wordt bekendgemaakt. Voorbeelden zijn:
- Een algemeen gebiedsverbod bij een uitbraak van vogelgriep
- Een verplichting om binnen te blijven vanwege de vondst van asbest
De burgemeester moet de gemeenteraad, de commissaris van de Koning en het hoofd van het arrondissementsparket zo snel mogelijk informeren over de uitvaardiging van een noodverordening. De verordening vervalt als de gemeenteraad deze niet bekrachtigt in de eerstvolgende vergadering. In de praktijk wordt de noodverordening vaak al ingetrokken voordat de gemeenteraad hierover vergadert. Net als bij reguliere verordeningen staat er tegen een noodverordening geen bezwaar en beroep open.
Wanneer welk instrument?
Het onderscheid tussen een noodbevel en een noodverordening hangt van de doelgroep af:
- Noodbevel: gericht op één of enkele specifieke personen (bijvoorbeeld een individu met een gebiedsverbod).
- Noodverordening: gericht op een onbepaald aantal personen (bijvoorbeeld alle inwoners van een gebied waar een noodsituatie heerst).
Soms kan een situatie starten met een noodbevel en later overgaan in een noodverordening als de doelgroep breder wordt.
Vragen of hulp nodig?
Twijfelt u over de inzet van een noodbevel of noodverordening? Heeft u hulp nodig bij de motivering of de juridische toetsing van een besluit? Heeft u juridische bijstand nodig in bezwaar en beroep? De advocaten en adviseurs van Vijverberg staan voor u klaar. Neem contact op via 079 - 3631919 of mail onze specialisten.
Advies nodig?
Bel ons: 079-3631919 of stuur een mail. Wij helpen u graag.