Wet Bibob: voorkomen van criminele inmenging
De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) stelt bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak in staat om te voorkomen dat zij onbedoeld criminele activiteiten faciliteren. Op basis van deze wet kunnen zij een vergunning, subsidieaanvraag, overheidsopdracht of vastgoedtransactie weigeren of intrekken wanneer er een ernstig gevaar bestaat dat deze wordt misbruikt voor strafbare feiten of het benutten van crimineel verkregen voordelen.
Laatste redmiddel
De Wet Bibob is bedoeld als laatste redmiddel. Een bestuursorgaan moet eerst onderzoeken of er andere juridische weigeringsgronden of instrumenten zijn die kunnen worden ingezet. Als die ontbreken, kan het bestuursorgaan een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren. Indien dit onvoldoende duidelijkheid biedt, kan advies worden gevraagd aan het Landelijk Bureau Bibob (LBB).
Eigen onderzoek door bestuursorganen
Op basis van artikel 7a van de Wet Bibob kunnen bestuursorganen zelf een onderzoek uitvoeren. Dit gebeurt vaak volgens vooraf vastgesteld beleid. Het onderzoek richt zich op de vraag of er een ernstig gevaar bestaat dat de vergunning, subsidie, opdracht of vastgoedtransactie wordt misbruikt. Hierbij kan informatie worden opgevraagd bij instanties zoals politie, justitie en de Belastingdienst. Ook kan de zakelijke omgeving van de betrokkene worden onderzocht.
Betrokkenen zijn verplicht om de benodigde gegevens te verstrekken. Hiervoor worden Bibob-formulieren gebruikt, die door de gemeente aan de betrokkene worden verstrekt.
Advies van het Landelijk Bureau Bibob
Wanneer een bestuursorgaan op basis van eigen onderzoek onvoldoende informatie heeft, kan het een advies vragen aan het LBB (artikel 9 Wet Bibob). Dit bureau voert een diepgaande integriteitsscreening uit en heeft toegang tot aanvullende informatiebronnen.
Het advies van het LBB kan drie uitkomsten hebben:
- Er is sprake van een ernstig gevaar;
- Er is sprake van een mindere mate van gevaar;
- Er is geen (gebleken) gevaar.
Hoewel het advies niet bindend is, geldt bij afwijking een verzwaarde motiveringsplicht. Het bestuursorgaan moet zelf beoordelen of de feiten en omstandigheden het advies ondersteunen.
Geheimhouding en motivering
Op de informatie in het LBB-advies rust een zware geheimhoudingsplicht. Indien een bestuursorgaan in zijn besluit uitsluitend verwijst naar het advies, moet dit met de betrokkene worden gedeeld. In sommige gevallen kan het nodig zijn om het advies (gedeeltelijk) met andere partijen te delen. Hierbij moet zorgvuldig worden afgewogen welke informatie noodzakelijk is om openbaar te maken.
Besluitvorming en vervolgstappen
Na het eigen onderzoek of het advies van het LBB kan het bestuursorgaan besluiten om een vergunning, subsidie, overheidsopdracht of vastgoedtransactie te weigeren of in te trekken. Deze beslissing moet evenredig zijn aan het vastgestelde gevaar en de ernst van mogelijke strafbare feiten. Het is ook mogelijk om een vergunning onder voorwaarden te verlenen, mits deze niet verder gaan dan noodzakelijk is om het gevaar te beperken.
Een bestuursorgaan kan alleen een Bibob-toets uitvoeren als het hiervoor bij wet- of regelgeving de bevoegdheid heeft gekregen. Voor verplichte gemeentelijke vergunningen en subsidieaanvragen is deze bevoegdheid al vastgelegd in de Wet Bibob.
Vragen of hulp nodig?
Twijfelt u over de uitvoering van een Bibob-onderzoek of de aanvraag van een LBB-advies? Of heeft u ondersteuning nodig bij het opstellen van een besluit? De advocaten en adviseurs van Vijverberg kunnen u snel en deskundig adviseren. Ook kunnen zij de gemeente bijstaan bij bezwaar- en beroepsprocedures. Neem contact op met onze specialisten via 079 - 3631919 of mail ons.
Advies nodig?
Bel ons: 079-3631919 of stuur een mail. Wij helpen u graag.