Werknemer voor aanvang dienstverband al ziek: ZW-uitkering niet voor rekening van de eigenrisicodrager!
Geschreven door: mr. Marjelle Smit
Een werknemer die ziek uit dienst gaat en minder dan 104 weken ziek is, komt doorgaans in aanmerking voor een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW-uitkering). In dat geval komen de kosten van de ZW-uitkering voor rekening van de eigenrisicodrager, ook als de werknemer slechts een paar dagen in dienst is. Op 12 mei 2021 oordeelt de Centrale Raad van Beroep dat dit anders is in het geval de werknemer al ziek was voorafgaand aan de indiensttreding bij de eigenrisicodrager (ECLI:NL:CRVB:2021:1128).
De casus
De werkgever is eigenrisicodrager in de zin van de ZW. De werknemer treedt vanuit een werkloosheidssituatie – waarin hij een WW-uitkering ontvangt – op 25 januari 2016 als dataspecialist in dienst bij de werkgever. Al op 28 januari 2016 meldt de werknemer zich ziek met psychische klachten. Gevolg is dat de werkgever het dienstverband met de werknemer tijdens de proeftijd op 2 februari 2016 met onmiddellijke ingang beëindigt. Vervolgens doet de werkgever op 3 februari 2016 bij het UWV een ziekteaangifte en verzoekt de werkgever het UWV een beslissing over de ZW-uitkering van de werknemer te nemen. Naar aanleiding van een medisch onderzoek stelt een arts van het UWV vast dat de eerste ziektedag van de werknemer 28 januari 2016 is. Op 18 oktober 2017 stelt het UWV vast dat de werknemer na het einde van zijn dienstverband, dus per 2 februari 2016 recht heeft op een ZW-uitkering én dat de werkgever als eigenrisicodrager verantwoordelijk is voor het uitbetalen van deze uitkering. Maar de werkgever stelt zich op het standpunt dat hij niet verantwoordelijk is voor de betaling van de ZW-uitkering, omdat de werknemer al ongeschikt was voor het werk van dataspecialist vóórdat hij op 25 januari 2016 bij de werkgever in dienst trad. Ter onderbouwing van dit standpunt overlegt de werkgever diverse medische stukken. In bezwaar en in beroep bij de rechtbank krijgt de werkgever geen gelijk.
Oordeel Centrale Raad van Beroep
Met de werkgever is de Centrale Raad van Beroep van oordeel dat de kosten van de ZW-uitkering niet aan de werkgever kunnen worden toegerekend omdat de werknemer al arbeidsongeschikt was voordat hij bij de werkgever in dienst trad. De Centrale Raad overweegt daartoe als volgt. Tussen het moment van indiensttreding (25 januari 2016) en de datum van uitval (28 januari 2016) zit slechts een zeer korte periode. Daarnaast volgt uit de verklaring van de werknemer tegenover de arts van het UWV dat hij in de korte periode van werken (niet) heeft gefunctioneerd (gesprekken op werk en vaak moeten vergaderen verergerden zijn angstaanvallen, hij moest in vergaderingen afhaken en had paniekaanvallen). Verder is de reden van de uitval gelegen in psychische klachten die in december 2015 al door de huisarts werden beschreven en aanleiding waren voor de doorverwijzing naar de praktijkondersteuner van de GGZ. Naar het oordeel van de Centrale Raad zijn dit voldoende en ondubbelzinnige indicaties dat de werknemer bij aanvang van zijn dienstverband bij de werkgever al ongeschikt was voor de functie van dataspecialist. Dat de huisarts en de praktijkondersteuner van de GGZ de werknemer ondanks de bestaande klachten hebben geadviseerd toch te gaan werken in de verwachting dat de klachten zouden verdwijnen, maakt volgens de Centrale Raad niet uit.
Op grond van de ZW betaalt de eigenrisicodrager de door het UWV toegekende ZW-uitkering aan personen die vanuit het dienstverband met de eigenrisicodrager ziek worden, ofwel in termen van de ZW: die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden. Nu de Centrale Raad tot het oordeel komt dat de werknemer al voorafgaand aan het dienstverband met de werkgever ziek was, is de werkgever als eigenrisicodrager niet verantwoordelijk voor de betaling van de ZW-uitkering, maar komen deze kosten ten laste van het UWV.
Eerdere arbeidsongeschiktheidsdag
Voor de werkgever als eigenrisicodrager is essentieel of de eerste ziektedag valt op een datum vóór aanvang van het dienstverband of tijdens het dienstverband. In deze kwestie maakt de werkgever direct bezwaar tegen het besluit van het UWV waaruit volgt dat de kosten van de ZW-uitkering voor zijn rekening komen. Maar wat als je pas later tot de ontdekking komt dat de werknemer al een langere historie van ziekte kent en dus al voor aanvang van het dienstverband ziek was? In die situatie kun je als werkgever op grond van artikel 52c van de ZW het UWV binnen een redelijke termijn vragen een beslissing te nemen over de toerekening van de ZW-uitkering in verband met een eerdere arbeidsongeschiktheidsdag. Uit een andere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 4 mei 2021 (ECLI:NL:CRVB:2021:1026) volgt dat de redelijke termijn gaat lopen vanaf het moment dat het voor de werkgever duidelijk is dat mogelijk van een eerdere eerste arbeidsongeschiktheidsdag moet worden uitgegaan. Snel en adequaat handelen is daarom aangewezen!
In de praktijk zal het aantonen van een eerdere arbeidsongeschiktheidsdag overigens niet eenvoudig zijn. De bewijslast ligt bij de werkgever als eigenrisicodrager, maar de werkgever beschikt niet altijd over de benodigde medische informatie om aan te kunnen tonen dat de werknemer al voor de aanvang van zijn dienstverband ziek was.
Conclusie en tips voor de praktijk
De eigenrisicodrager is verantwoordelijk voor de betaling van de ZW-uitkering als de werknemer vanuit het dienstverband met de eigenrisicodrager arbeidsongeschikt wordt. Zijn er indicaties dat de werknemer voorafgaand aan het dienstverband met de eigenrisicodrager al arbeidsongeschikt was? Dan is mogelijk sprake van een eerdere arbeidsongeschiktheidsdag gelegen vóór indienstreden met als gevolg dat de rekening van de ZW-uitkering niet voor de eigenrisicodrager is, maar voor het UWV.
Wat kun je als werkgever doen? Zorg ervoor dat je de bedrijfsarts direct inschakelt bij de ziekmelding (zeker als deze kort na de indiensttreding volgt) en laat alle relevante informatie vastleggen. Maak vervolgens binnen de termijn bezwaar tegen het toerekeningsbesluit waaruit volgt dat de kosten van de ZW-uitkering voor rekening van de werkgever komen. Kom je pas (ver) na de bezwaartermijn tot de ontdekking dat de werknemer voor aanvang van het dienstverband al ziek was? Vraag het UWV dan onmiddellijk een beslissing te nemen over de toerekening van de ZW-uitkering in verband met de eerste arbeidsongeschiktheidsdag.
Heeft u naar aanleiding van deze publicatie vragen of een vergelijkbaar geval? Neem contact op met Vijverberg Advocaten & Adviseurs.