Reorganisatieontslag gemeenten 'nieuwe stijl'
Sinds 1 juli 2008 gelden voor gemeenten nieuwe rechtspositieregels bij ontslag wegens reorganisatie. Zo is er voorafgaand aan de ingangsdatum van het ontslag sprake van een re-integratiefase. Hoe lang is die re-integratiefase? Welke jaren tellen mee bij het bepalen van de duur van de re-integratiefase? Welke overgangsbepalingen gelden? Is voldoende herplaatsingsonderzoek verricht? Deze vragen komen aan de orde in de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 21 juli 2011 (LJN BR3277).
De casus
Een ambtenaar, in dienst sinds 1991, is wegens langdurige arbeidsongeschiktheid per 1 december 2003 ontslag verleend. Per gelijke datum is hij weer aangesteld in een andere functie, van waaruit hij wordt gedetacheerd. Die aanstelling vindt, anders dan de eerdere aanstelling, plaats op grond van de CAR. De detachering eindigt per 1 augustus 2005, waarna het college de ambtenaar reorganisatieontslag verleent. De rechter herroept het besluit omdat het college de herplaatsingsmogelijkheden onvoldoende zorgvuldig heeft onderzocht. In september 2007 wordt een nieuw plan van aanpak voor het herplaatsingsonderzoek opgesteld. In dat kader verricht het college een arbeidskundig en psychologisch loopbaanonderzoek, onderhoudt het relevante contacten om zicht op vacatures te hebben, werkt het college mee aan detachering van de ambtenaar en schakelt het een arbeidsre-integratiespecialist in. De ambtenaar stelt zich actief op, solliciteert diverse malen en vindt een kleine deeltijdfunctie. Ondanks alle inspanningen wordt geen nieuwe dienstbetrekking gevonden. De ambtenaar wordt daarom per 1 oktober 2008 eervol ontslag verleend op grond van artikel 8:3 CAR, zoals dat luidt op 1 juli 2008. De ambtenaar meent recht te hebben op een re-integratiefase van 15 maanden. Aangezien het plan van aanpak dateert van september 2007 en het onderzoek heeft geduurd tot juni 2008 is daar niet aan voldaan. Het college vindt dat de ambtenaar slechts recht heeft op een re-integratiefase van 7 maanden omdat zijn aanstelling op grond van de CAR dateert uit 2003. Ook meent de gemeente, anders dan de ambtenaar, dat de herplaatsingsmogelijkheden wel voldoende zijn onderzocht.
Juridisch kader
Een gemeenteambtenaar kan op grond van de CAR ontslag worden verleend wegens opheffing van zijn betrekking, waarbij aanspraak kan bestaan op een re-integratiefase. Die re-integratiefase is afhankelijk van de duur van het dienstverband bij de gemeente, waaruit ontslag plaatsvindt:
Duur dienstverband | Duur reïntegratiefase |
tot 2 jaar | geen re-integratiefase |
2 tot 10 jaar | 7 maanden |
10 tot 15 jaar | 11 maanden |
15 jaar of meer | 15 maanden |
De duur van het dienstverband wordt gerekend vanaf de datum van indiensttreding bij de gemeente tot de datum van de start van de re-integratiefase. De re-integratiefase begint met het ontslagbesluit. De feitelijke ontslagdatum is de dag na afloop van de re-integratiefase. Bij een re-integratiefase van 11 maanden ligt het feitelijke ontslag dus 11 maanden na het formele ontslagbesluit.
In de re-integratiefase moeten zowel het college als de ambtenaar zich inspannen om een nieuwe functie te vinden, binnen of buiten de gemeente. Dit gebeurt aan de hand van een re-integratieplan dat het college vaststelt na overleg met de ambtenaar. Het re-integratieplan bevat in ieder geval afspraken over verlof voor re-integratieactiviteiten, scholing, het opstellen van een arbeidsmarktprofiel, sollicitatieactiviteiten en de kosten.
Overgangssituatie
Wanneer een ontslagtraject vóór 1 juli 2008 is gestart en de beoogde ontslagdatum op of na die datum ligt, is sprake van een overgangssituatie. In een ledenbrief van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden is toegelicht dat het voor de hand ligt om de tijd die vóór 1 juli 2008 al aantoonbaar aan re-integratieactiviteiten is besteed, mee te tellen bij de duur van de re-integratiefase, zoals deze na 1 juli 2008 van kracht is geworden.
Uitspraak Centrale Raad van Beroep
Terug naar de casus. Daarin overweegt de Centrale Raad van Beroep dat de duur van het dienstverband bij de eigen gemeente bepalend is voor de duur van de re-integratiefase. De duur van het dienstverband bij rechtsvoorganger(s) moet volgens de Raad worden meegerekend. Dat tijdens een deel van het dienstverband een andere rechtspositie dan de CAR voor de ambtenaar gold, is niet relevant. De Raad oordeelt dat de ambtenaar uit onze casus, gelet op zijn dienstverband vanaf 1991, recht heeft op een re-integratiefase van 15 maanden. De Raad concludeert vervolgens dat sprake is van een overgangsituatie en telt daarom de tijd die vóór 1 juli 2008 aan re-integratieactiviteiten is besteed, mee bij de duur van de re-integratiefase. Het door het college uitgevoerde herplaatsingsonderzoek vindt de Raad voldoende en zorgvuldig. Omdat het college voor september 2007 al gedurende een aantal maanden heeft geprobeerd de ambtenaar te herplaatsen, acht de Raad in deze situatie de gehanteerde re-integratiefase lang genoeg.
Tips
- Zorg dat het Sociaal Plan van uw gemeente actueel is en aansluit bij de rechtspositiebepalingen over reorganisatie-ontslag in de CAR.
- Alleen het dienstverband bij de eigen gemeente is relevant voor de duur van de re-integratiefase. Het dienstverband bij andere gemeenten telt niet mee, tenzij die andere gemeente een rechtsvoorganger van de huidige gemeente is.
- Registreer alle inspanningen die in het kader van het herplaatsingsonderzoek worden gedaan, zowel die van de werkgever als die van de werknemer. Ook als het geen resultaat heeft opgeleverd.