Opzet of schuld?
Een medewerker speelt in zijn vrije tijd zaalvoetbal en loopt hierdoor regelmatig een blessure op aan knie of enkel. In de afgelopen vier jaren heeft hij zich al diverse malen ziek gemeld als gevolg van een ongeluk tijdens het voetballen. In totaal is hij ongeveer twee jaar ziek geweest. De werkgever voelt er weinig voor om steeds het volledige loon door te betalen als die medewerker door het beoefenen van die risicovolle hobby steeds weer arbeidsongeschikt raakt. De werkgever waarschuwt de medewerker een aantal malen: hij moet stoppen met zaalvoetbal en een minder risicovolle hobby oppakken, anders zal bij de volgende ziekmelding als gevolg van het zaalvoetbal geen doorbetaling van het loon plaatsvinden. Mag die werkgever dat doen?
Deze casus zal voor veel werkgevers herkenbaar zijn. Een medewerker die in zijn vrije tijd risicovolle activiteiten ontplooit waardoor hij arbeidsongeschikt raakt. Voor wiens risico komt die arbeidsongeschiktheid?
Ziekte door opzet veroorzaakt
In de rechtspositiereglementen voor ambtenaren is bepaald dat de ambtenaar die arbeidsongeschikt is, gedurende een bepaalde periode recht heeft op gehele of gedeeltelijke doorbetaling van zijn bezoldiging. De bezoldiging hoeft veelal niet te worden doorbetaald als de ziekte door de opzet van de ambtenaar is veroorzaakt.
Wat betekent dit voor de geschetste casus? Als de gewaarschuwde medewerker niet stopt met zijn risicovolle sport en geblesseerd raakt, hoeft de werkgever dan zijn loon niet door te betalen?
Ziekte door schuld of toedoen veroorzaakt
De geschetste casus is ontleend aan een veelbesproken uitspraak van het Gerechtshof Arnhem (27 juni 2006, LJN: AY5993) in het burgerlijke arbeidsrecht. Voor een werknemer met een civielrechtelijke arbeidsovereenkomst geldt, dat hij bij arbeidsongeschiktheid in beginsel recht heeft op doorbetaling van 70% van zijn loon gedurende 2 jaar (op grond van artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek (BW)). Dit geldt tenzij de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt. In de CAO, die geldt binnen de organisatie waar de voetballende werknemer werkt, staat echter een aanvullende bepaling: de aanvulling wordt ook niet betaald indien de ziekte door schuld of toedoen van de werknemer is veroorzaakt.
Volgens de wetsgeschiedenis van artikel 7:629 BW is sprake van opzet bij het veroorzaken van arbeidsongeschiktheid als de activiteit is uitgeoefend met het oogmerk arbeidsongeschiktheid teweeg te brengen. Het enkele riskeren van de arbeidsongeschiktheid bij het ondernemen van een activiteit is niet voldoende voor de aanwezigheid van opzet. Het Hof Amsterdam concludeert dan ook dat de medewerker geen opzet valt te verwijten bij het oplopen van zijn arbeidsongeschiktheid. Wel vindt het Hof dat sprake is van schuld. De medewerker is namelijk vaak en langdurig arbeidsongeschikt als gevolg van het beoefenen van een risicovolle sport in zijn vrije tijd. Verder wist hij dat het een risicovolle sport is. Bovendien heeft hij steeds afwijzend gereageerd op het verzoek van zijn werkgever om een minder risicovolle sport te gaan beoefenen, waarbij hij is gewezen op de eventuele nadelige financiële consequenties bij een volgende ziekmelding. Het Hof oordeelt dan ook dat de werkgever de aanvulling op het loon niet hoeft uit te betalen, omdat de arbeidsongeschiktheid door schuld van de medewerker is ontstaan.
Ambtenarenrecht
Zoals gezegd geldt in het ambtenarenrecht veelal een strenger criterium. De arbeidsongeschiktheid mag niet met opzet door de ambtenaar zijn veroorzaakt. Het aantonen van opzet van een medewerker is veel lastiger dan het aantonen van schuld. Het bewijs is moeilijk te leveren, zodat in het ambtenarenrecht niet snel een beroep op deze bepaling gedaan zal kunnen worden.
Schade veroorzaakt door werknemer in het civiele recht
Op 12 mei 2006 heeft het Gerechtshof ’s-Gravenhage (LJN:AX1690) een interessante uitspraak gedaan over het door de werkgever op de werknemer verhalen van boetes voor snelheidsovertredingen in het civiele arbeidsrecht. Het criterium voor aansprakelijkheid van de werknemer is volgens het Hof dat de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer (artikel 7:661 BW). Het Hof is van oordeel dat bij een snelheidsovertreding van minder dan 10 km/u in de regel geen sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. Kleine snelheidsovertredingen zouden dan ook niet op de werknemer verhaald kunnen worden en moeten door de werkgever worden betaald.
Schade veroorzaakt door ambtenaar in het ambtenarenrecht
Volgens de meeste arbeidsvoorwaardenregelingen geldt voor aansprakelijkheid van de ambtenaar jegens zijn werkgever dat de schade aan de schuld of nalatigheid van de ambtenaar moet zijn te wijten. Dit is dus een ruimer criterium dan geldt in het civiele recht. Er zal immers eerder sprake zijn van schuld of nalatigheid dan van opzet of bewuste roekeloosheid. Een boete voor een snelheidsovertreding (of andere door een ambtenaar veroorzaakte schade) zal dan ook eerder op een ambtenaar verhaald kunnen worden dan op een werknemer bij een civielrechtelijke organisatie.
Conclusie
Conclusie is dat deze bekende en veelbesproken uitspraken uit het civiele arbeidsrecht niet zonder meer gelden in het ambtenarenrecht, omdat verschillende criteria worden gehanteerd. Neem daarom niet automatisch een conclusie uit een uitspraak van een ander rechtsgebied over, maar beoordeel eerst of binnen het ambtenarenrecht en op grond van de arbeidsvoorwaardenregeling van uw organisatie dezelfde criteria gelden.