Geschreven door: mr. Jesse Zonneveld
Ruim een jaar geleden maakte de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) plaats voor de Wet open overheid (Woo). Zoals bij alle nieuwe wetgeving kan het even duren voordat de nieuwe wet terugkomt in uitspraken van rechtbanken en hogere (bestuurs)rechters. Steeds vaker wordt aan rechters gevraagd iets van de Woo te vinden. In deze publicatie geven wij een overzicht van de meest relevante uitspraken tot nu toe.
Verzoek om informatie voor andere procedure
In een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 17 maart 2023 (ECLI:NL:RBNNE:2023:1574) staat de vraag centraal of het college van B en W van de gemeente Groningen terecht heeft geconcludeerd dat een verzoek van eiser geen verzoek is in de zin van de Woo.
Eiser dient op 19 januari 2022 een verzoek om stukken in bij het college. Op 29 april 2022, vóór inwerkingtreding van de Woo, besluit het college dat het verzoek van eiser geen Wob-verzoek is. In de beslissing op bezwaar van 22 september 2022, ná inwerkingtreding van de Woo, blijft het college bij zijn eerdere besluit. In beroep stelt eiser dat zijn verzoek een Wob-verzoek is. Eiser wenst publieke informatie te ontvangen. Volgens het college volgt uit vaste jurisprudentie van de Afdeling (zie de uitspraak van 20 mei 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1268) dat geen sprake is van een Wob-verzoek als iemand vraagt om stukken die hij nodig heeft in een andere procedure. Dat is hier volgens het college het geval.
De rechtbank stelt vast dat het bestreden besluit dateert van na inwerkingtreding van de Woo. Omdat de Woo niet voorziet in overgangsrecht, is de Woo van toepassing op besluiten die dateren van na 1 mei 2022, ook als het Wob-verzoek vóór die datum is ingediend. De vraag is dan ook: is sprake van een Woo-verzoek? Het klopt dat geen sprake is van een Woo-verzoek als iemand stukken vraagt voor een andere procedure, maar het ligt op de weg van het bestuursorgaan om deugdelijk te motiveren dat deze uitzondering zich voordoet. Eiser heeft specifiek een beroep gedaan op de Wob en niet gevraagd om inzage in zijn eigen dossier of persoonsgegevens. Ook heeft het college zich niet tot eiser gewend om vragen te stellen over zijn verzoek. De rechtbank oordeelt dan ook dat ten onrechte is geconcludeerd dat geen sprake is van een Woo-verzoek.
Onevenredige benadeling onder Woo en Wob
Ook hier weer een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Uit deze uitspraak volgt dat er een verschil zit in de weigeringsgrond van onevenredige benadeling onder de Wob en Woo (uitspraak van 4 april 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1281).
Het college van B en W van de gemeente Midden-Drenthe besluit begin 2021 een verzoek om openbaarmaking van informatie gedeeltelijk af te wijzen. Ook na bezwaar blijft het college bij gedeeltelijke afwijzing. De openbaarmaking is gedeeltelijk geweigerd omdat het gaat om bedrijfsgegevens, persoonlijke beleidsopvattingen en informatie die de procespositie van de gemeente kan schaden. Ter zitting bij de rechtbank erkent het college dat een deel van de informatie openbaar gemaakt kan worden. Het college zal opnieuw bekijken welke informatie niet openbaar gemaakt kan worden en zal dit per onderdeel motiveren. Op 1 november 2022 neemt het college een nieuw besluit.
De rechtbank geeft een oordeel over dit besluit, dat een vervanging is van het eerdere besluit. Omdat het college aanzienlijk meer informatie openbaar heeft gemaakt, heeft eiser geen procesbelang meer bij de inhoudelijke beoordeling van het beroep tegen het eerdere besluit. In het nieuwe besluit staat alleen gedeeltelijke openbaarmaking van twee documenten ter discussie. Het college heeft in deze documenten passages gelakt omdat de openbaarmaking onevenredige benadeling zou opleveren voor betrokkenen. Volgens eiser is dit onvoldoende gemotiveerd. Het college verwijst in het besluit naar artikel 5.1, lid 5, van de Woo en artikel 10, lid 2, onder g, van de Wob. De rechtbank oordeelt dat deze artikelen van elkaar verschillen. Op grond van de Wob kan openbaarmaking in uitzonderlijke gevallen achterwege blijven als het algemeen belang van openbaarheid niet opweegt tegen een ander belang, terwijl op grond van de Woo sprake moet zijn van een uitzonderlijk geval. De motiveringsplicht van de uitzonderingsgrond is onder de Woo dus verzwaard ten opzichte van de Wob. Vanwege een gebrek aan motivering is het beroep gegrond.
Volledige zoekslag documenten (zowel in concept als openbaar)
In een zaak bij de rechtbank Den Haag doen zich meerdere vragen voor (uitspraak van 4 mei 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:7114): is het college van B en W van de gemeente Den Haag volledig geweest in het verzamelen van de documenten? Hadden ook conceptversies openbaar gemaakt moeten worden? En kunnen bepaalde documenten als reeds openbaar worden aangemerkt?
Eiser heeft op 24 juli 2022 een Woo-verzoek ingediend en gevraagd om relevante stukken over ontwikkeling van een nieuwbouwproject. Het college heeft het verzoek afgewezen omdat de documenten al eerder openbaar zijn gemaakt of omdat het college niet over de gevraagde documenten beschikt. Eiser gaat in beroep tegen dit besluit.
Volgens het college bevindt het project zich in een indicatieve fase en is het niet zinvol om ook conceptversies van documenten te verstrekken. Er zouden meerdere conceptversies zijn met steeds kleine verschillen. Aangezien de uiteindelijke versie de relevante informatie bevat, is het college van mening dat hiermee kan worden volstaan. Eiser vindt dat juist conceptversies nuttig zijn om een goed beeld te krijgen van de manier waarop de plannen tot stand zijn gekomen. Ook mist eiser documenten die feiten, prognoses en beleidsalternatieven bevatten en hadden presentaties die bij een bijeenkomst waren getoond ook openbaar moeten worden gemaakt.
De rechtbank overweegt dat als een bestuursorgaan aangeeft dat de zoekslag naar documenten volledig is geweest, het aan de verzoeker is om aannemelijk te maken dat er meer documenten aanwezig zouden moeten zijn. De rechtbank overweegt verder dat de vraag of een bestuursorgaan gehouden is conceptversies openbaar te maken, afhangt van de formulering van het Woo-verzoek. In dit geval heeft de verzoeker verzocht om alle relevante stukken en had het college niet de reikwijdte van het Woo-verzoek mogen beperken tot definitieve versies van documenten. Het college dient de conceptversies alsnog te beoordelen. Tot slot overweegt de rechtbank dat de door het college aangemerkte reeds openbare presentaties slechts openbaar zijn voor een beperkte groep mensen en niet eenvoudig zelf zijn te raadplegen. Er is dan ook geen sprake geweest van openbaarmaking voor een ieder.
Vertrouwelijk meegedeelde documenten aan overheid
Een recente uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 18 augustus 2023 geeft inzicht in de absolute weigeringsgrond van artikel 5.1, lid 1, onderdeel c, van de Woo: bedrijfs- en fabricagegegevens die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld (ECLI:NL:RBZWB:2023:5763). Het college van B en W van de gemeente Hulst heeft een beroep gedaan op deze weigeringsgrond om enkele documenten in het geheel te weigeren. De verzoeker is het daar niet mee eens. De verzoeker wenst informatie te ontvangen over een advies dat, door onder meer een advocatenkantoor en accountantskantoor, is gegeven over staatssteun. Het advies is volgens het college door een onderneming, waarvan de gemeente enig aandeelhouder is, vertrouwelijk aan de gemeente ter beschikking gesteld. Bij openbaarmaking zouden de concurrentie- en rechtspositie van de onderneming worden aangetast. Het college meent dan ook dat de adviezen in het geheel vertrouwelijk zijn en dan zou van gedeeltelijke openbaarmaking geen sprake kunnen zijn.
De rechtbank haalt vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State aan: van bedrijfs- en fabricagegegevens is slechts sprake, indien en voor zover uit die gegevens wetenswaardigheden kunnen worden afgeleid of afgelezen met betrekking tot de afzet van producten of de kring van afnemers en leveranciers. De rechtbank volgt het college niet. Dat de adviezen in vertrouwen zijn gedeeld, speelt alleen een rol bij het weigeren van stukken op grond van artikel 5.1, lid 1, onder c, van de Woo, maar er is geen sprake van een zelfstandige weigeringsgrond om de gegevens niet openbaar te maken. Niet alle informatie betreft namelijk bedrijfs- en fabricagegegevens. Het college moet per onderdeel beoordelen en motiveren welke informatie geweigerd kan worden. Het beroep van de verzoeker is dan ook gegrond.
Hoe zit het met jurisprudentie van de Afdeling?
Gelet op de jonge leeftijd van de Woo heeft dit nog geen Woo-specifieke rechtspraak opgeleverd van de Afdeling. Wel zijn er sinds 1 mei 2022 uitspraken gedaan door de Afdeling die betrekking hebben op de Wob en van invloed kunnen zijn op toepassing van de Woo. Er kunnen hier echter nog geen conclusies uit getrokken worden, dus laten we deze uitspraken onbesproken.
Conclusie en tips
Langzaam maar zeker druppelen uitspraken over de Woo binnen. Het beeld is voorlopig weinig verrassend. De ontwikkelde jurisprudentie onder de Wob wordt grotendeels gevolgd en waar de Woo wezenlijk afwijkt van de Wob, zijn nog geen relevante uitspraken gedaan. In de hierboven gegeven uitspraken van de rechtbanken worden de bestuursorganen wel vaak op de vingers getikt vanwege onjuiste toepassing van de Wob/Woo.
Wij kijken uit naar jurisprudentie over artikel 5.2 van de Woo (intern beraad en persoonlijke beleidsopvattingen) en naar uitspraken over de uitzonderingsgrond ‘het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen’ (artikel 5.1, lid 2, onder i, van de Woo). Vooral deze gronden zijn met de Woo gewijzigd dan wel nieuw ingevoerd. Daarmee zijn zij rijp voor discussie en is het hopen op een uitspraak van de (hoogste) bestuursrechter!
Vijverberg Advocaten heeft specialisten in huis die zich bezighouden met de Woo. Dit strekt zich uit van advies over Woo-gerelateerde vragen tot het projectmatig afhandelen van omvangrijke Woo-verzoeken. Voor meer informatie kunt u ons mailen of bellen op 079 - 3631919.