De Wob: het belang van een goede belangenafweging
Het uitgangspunt van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) is dat iedereen kan verzoeken om openbaarmaking van informatie die berust bij de overheid. De wet gaat uit van het algemeen belang van openbaarheid van informatie. Er zijn echter situaties waarin een ander belang zwaarder weegt dan het belang van openbaarmaking. Zo blijft het verstrekken van informatie achterwege wanneer het belang van het verstrekken niet opweegt tegen het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Ook kan informatie achterwege blijven als het om vertrouwelijk meegedeelde bedrijfs- en fabricagegegevens gaat. Deze uitzonderingsgronden speelden een rol bij het verzoek van de vereniging Gezelschap van Gildehuizen (het Gezelschap) om openbaarmaking van informatie uit subsidiedossiers, waarover de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) op 23 mei 2018 een uitspraak deed (ECLI:NL:RVS:2018:1691).
Casus openbaarmaking subsidiedossiers
Het Gezelschap verzoekt de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om informatie uit bepaalde subsidiedossiers. De minister verzoekt vervolgens belanghebbenden een zienswijze in te dienen. De subsidiedossiers waarvan belanghebbenden geen bezwaar hebben tegen openbaarmaking, maakt de minister volledig openbaar. De gevallen waar belanghebbenden aangeven wel bezwaar te hebben tegen openbaarmaking of geen reactie sturen, maakt de minister de dossiers gedeeltelijk openbaar.
De minister beroept zich daarbij op artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c (vertrouwelijk meegedeelde bedrijfs- en fabricagegegevens), en artikel 10, tweede lid, aanhef onder e en g van de Wob (eerbiediging persoonlijke levenssfeer en voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling). Het Gezelschap is het hier niet mee eens. Zij is van mening dat de in de dossiers opgenomen persoonsgegevens - bestaande uit namen en doorkiesnummers van subsidieaanvragers en hun adviseurs, uurtarieven en gegevens waaruit uurtarieven kunnen worden afgeleid en de niet verstrekte gegevens uit de eindrapporten - openbaar gemaakt moeten worden en motiveert waarom dit voor haar van belang is.
Eerbiediging van persoonlijke levenssfeer
De Afdeling overweegt dat namen persoonsgegevens zijn en het belang van de persoonlijke levenssfeer zich kan verzetten tegen openbaarmaking van deze persoonsgegevens. Het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer dient daarom te worden afgewogen tegen het belang van openbaarmaking. Bij die afweging dient het uitgangspunt van de Wob, openbaarheid is regel, zwaar te wegen. Ook speelt de functie van betrokkene een rol.
De Afdeling overweegt dat in dit geval de namen openbaar gemaakt moeten worden. De minister heeft niet gemotiveerd waarom het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zwaarder zou wegen dan de eerbiediging van het belang van openbaarmaking. De minister heeft slechts de mening gevolgd van de derde-belanghebbenden (aangegeven in de zienswijze) over het Wob-verzoek. De Afdeling is van mening dat de doorkiesnummers terecht niet openbaar gemaakt zijn. Openbaarmaking van zowel namen als doorkiesnummers zou kunnen leiden tot een ongewenste benadering van de personen in kwestie.
Vertrouwelijke bedrijfs- en fabricagegegevens
Wat betreft de uurtarieven en gegevens waaruit de uurtarieven kunnen worden afgeleid overweegt de Afdeling in lijn met eerdere uitspraken het volgende. Bedrijfs- en fabricagegegevens zijn slechts die gegevens waaruit wetenswaardigheden kunnen worden afgelezen of afgeleid met betrekking tot de technische bedrijfsvoering of het productieproces, dan wel met betrekking tot de afzet van de producten of de kring van afnemers en leveranciers. Het niet openbaar maken van bedrijfs- en fabricagegegevens dient naar zijn aard restrictief te worden uitgelegd. Verder dient het om vertrouwelijk meegedeelde bedrijfs- en fabricagegegevens te gaan. Dit is het geval als de bedrijfs- en fabricagegegevens door bedrijven aan de overheid zijn meegedeeld met vermelding van het woord ‘vertrouwelijk’ of een synoniem daarvan. In deze uitspraak overweegt de Afdeling dat ook sprake is van een vertrouwelijke mededeling als zulke woorden niet zijn gebruikt maar de mededeling plaats heeft in het kader van een contact dat het bedrijf redelijkerwijs als vertrouwelijk mag beschouwen.
De Afdeling is van oordeel dat de uurtarieven en de gegevens waaruit de uurtarieven kunnen worden afgeleid bedrijfs- en fabricagegegevens zijn. Immers, openbaarmaking van de gegevens zou concurrentievervalsing tot gevolg kunnen hebben. De gegevens zijn vertrouwelijk aan de overheid meegedeeld, omdat de gegevens zijn opgenomen in documenten waarvan redelijkerwijs verwacht mocht worden dat die geheim zouden blijven aangezien die inzicht gaven in de financiële bedrijfsvoering. Openbaarmaking ervan zouden eventuele concurrentievoordelen teniet doen. Bovendien zijn deze documenten verstrekt in het kader van de subsidieaanvraag. Daarom heeft de minister de openbaarmaking van die gegevens terecht geweigerd.
Onevenredige benadeling
De Afdeling overweegt dat de passages uit de dossiers die niet vallen onder de vertrouwelijke bedrijfs- en fabricagegegevens, vallen onder de uitzonderingsgrond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g. Zij bevatten concurrentiegevoelige informatie en het openbaar maken daarvan levert een onevenredige benadeling op nu dergelijke informatie van vergelijkbare bedrijven niet vrijelijk beschikbaar is.
Conclusie en tips praktijk
- Openbaarmaking van zowel de namen als doorkiesnummers van subsidieaanvragers en adviseurs kan leiden tot een ongewenste benadering van de personen in kwestie. Daarom dienen doorkiesnummers niet openbaar gemaakt te worden. Dit geldt niet voor de openbaarmaking van alleen de namen.
- Maak als bestuursorgaan een afweging tussen het belang van openbaarheid enerzijds en het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer anderzijds. Openbaarheid is de regel, als u in een concreet geval het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toch voor wil laten gaan, moet u dit motiveren. Het uitsluitend afgaan op de mening van derde-belanghebbenden over het Wob-verzoek is onvoldoende.
- De bij een subsidieaanvraag gemelde uurtarieven en gegevens waaruit de uurtarieven kunnen worden afgeleid, worden aangemerkt als bedrijfs- en fabricagegegevens omdat openbaarmaking van de gegevens concurrentievervalsing tot gevolg zou kunnen hebben.
- De gegevens verstrekt in het kader van de subsidieaanvraag die inzicht geven in de financiële bedrijfsvoering worden beschouwd als vertrouwelijk meegedeeld.