Beginselplicht tot handhaving
Het opleggen van een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom is een bevoegdheid van het bestuursorgaan, geen verplichting. Toch is deze beleidsvrijheid in belangrijke mate ingeperkt door de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling). Volgens deze rechtspraak heeft het bestuursorgaan een beginselplicht tot handhaving, vooral wanneer een belanghebbende een verzoek tot handhaving indient. In dat geval moet het bestuursorgaan een besluit nemen op het verzoek.
Algemeen belang
De Afdeling heeft bepaald dat, gelet op het algemeen belang dat met handhaving wordt gediend, het bestuursorgaan in de regel van zijn bevoegdheid gebruik moet maken wanneer een wettelijk voorschrift wordt overtreden. Alleen bij bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan afzien van handhaving. Dit kan het geval zijn als:
- er een concreet zicht op legalisatie bestaat, of
- handhaving zodanig onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen, dat optreden in die specifieke situatie niet gerechtvaardigd is.
Bijzondere omstandigheden om af te zien van handhaving
Concreet zicht op legalisatie kan een reden zijn om van handhaving af te zien. Hiervoor gelden echter voorwaarden. Zo is er bijvoorbeeld bij bouwen zonder omgevingsvergunning pas sprake van concreet zicht op legalisatie als een toereikende aanvraag is ingediend én het college de verlening van de vergunning niet onaannemelijk acht.
Handhaving kan bovendien achterwege blijven als deze onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen. Dit is het geval wanneer:
- de aard en ernst van de overtreding gering zijn, en
- de overtreding geen schade toebrengt aan het algemeen belang.
Bijvoorbeeld: als in een buitengebied een te hoog hekwerk zonder vergunning is geplaatst, maar dit geen overlast veroorzaakt voor buren of derden, kan het bestuursorgaan besluiten af te zien van handhaving.
Het gewekte vertrouwen door het bestuursorgaan is doorgaans geen bijzondere omstandigheid die ertoe leidt dat van handhaving moet worden afgezien. In de meeste gevallen weegt het algemeen belang bij handhaving zwaarder dan het belang van de overtreder. Wel kan het bestuursorgaan in bepaalde gevallen gehouden zijn een schadevergoeding te betalen.
Ook een schending van het gelijkheidsbeginsel of het rechtszekerheidsbeginsel leidt zelden tot het aannemen van een bijzondere omstandigheid. Zelfs als het bestuursorgaan jarenlang bewust heeft afgezien van handhaving, kan handhavend optreden alsnog verplicht zijn.
Vragen of hulp nodig?
Twijfelt u of er sprake is van een bijzondere omstandigheid op basis waarvan u af moet zien van handhaving? Of heeft u ondersteuning nodig bij het opstellen van een handhavingsbesluit? De advocaten en adviseurs van Vijverberg kunnen u snel en deskundig adviseren. Ook kunnen zij de gemeente bijstaan bij bezwaar- en beroepsprocedures. Neem contact op met onze specialisten via 079 - 3631919 of mail ons.
Advies nodig?
Bel ons: 079-3631919 of stuur een mail. Wij helpen u graag.