De problemen die in gemeenten op veiligheidsgebied spelen, zijn sterk uiteenlopend van aard. Drugsoverlast, huiselijk geweld, wanordelijkheden, branden en rampen zijn slechts een greep uit deze problemen. Gemeenten, specifiek burgemeesters, moeten daarbij maatschappelijk gevoelige en gecompliceerde juridische afwegingen maken.
Handhaving: bevoegdheden burgemeester
Artikel 172 Gemeentewet belast de burgemeester met de handhaving van de openbare orde onder gewone omstandigheden. Daarnaast kan de burgemeester in uitzonderlijke situaties en buitengewone omstandigheden een noodbevel uitvaardigen of een noodverordening vaststellen. In de Gemeentewet zijn recent meer specifieke bevoegdheden toegevoegd, zoals rond preventief fouilleren, cameratoezicht en maatregelen om (voetbal gerelateerde) overlast te beperken.
Daarnaast ontleent de burgemeester voor specifieke situaties bevoegdheden op basis van bijzondere wetten, zoals de Wet tijdelijk huisverbod, de Drank- en Horecawet, de Opiumwet en de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).
Noodbevel
In artikel 175 Gemeentewet is de bevoegdheid voor de burgemeester neergelegd om in uitzonderlijke situaties een noodbevel te kunnen uitvaardigen. De burgemeester kan het noodbevel bijvoorbeeld inzetten als er sprake is van oproer, wanordelijkheden, rampen of zware ongevallen of als de vrees daartoe bestaat. Bijvoorbeeld als op social media een groot feest wordt aangekondigd, zonder dat daarvoor de benodigde vergunningen zijn aangevraagd en ernstige vrees voor openbare orde verstoringen bestaat.
Het noodbevel mag worden toegepast wanneer het gaat om een bepaald aantal personen of organisaties. Gaat het om een onbepaald aantal personen, dan is een noodverordening het geschikte middel (artikel 176 Gemeentewet).
Noodverordening
De noodverordening uit artikel 176 Gemeentewet is een algemeen verbindend voorschrift voor een onbepaald aantal personen in buitengewone omstandigheden. Met andere woorden: de noodverordening richt zich tot ‘een ieder’. Gedacht kan worden aan het afzetten van een gebied waar vogelgriep is geconstateerd. De burgemeester kan in dat geval bepalen dat het een ieder verboden is zich in dat gebied te bevinden, met uitzondering van bewoners, mensen die de ruiming uitvoeren en medewerkers van de betrokken bedrijven. De noodverordening maakt dus beperking van bepaalde grondrechten mogelijk. Hierdoor moet terughoudend worden omgegaan met het toepassen van een noodverordening.
Sluiting woning of inrichting bij drugshandel
Artikel 13b van de Opiumwet biedt de burgemeester de mogelijkheid bestuursdwang toe te passen en woningen of voor het publiek toegankelijke inrichtingen te sluiten als daar sprake is van drugshandel. Hierbij is het niet van belang of de openbare orde in het geding is. Het enkel aanwezig hebben van drugs (lijst I/II Opiumwet) boven de normen voor eigen gebruik in de woningen kan al voldoende rechtvaardiging vormen om de woning of het lokaal en de bijbehorende erven voor bepaalde tijd te sluiten. De betrokkene moet wel eerst gewaarschuwd worden en op de hoogte zijn van geconstateerde overlast.
Vragen of hulp nodig?
Twijfelt u of u gebruik moet maken van een noodverordening of een noodbevel? Wilt u weten of u kunt overgaan tot sluiting van een woning wegens drugshandel? Of wilt u een juridische toets op het besluit dat u wilt nemen? Bijvoorbeeld of het besluit voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit? De juristen van Vijverberg kunnen u op zeer korte termijn van advies voorzien of juridische bijstand verlenen bij het opstellen van het besluit of in procedures in bezwaar of bij de bestuursrechter. Neem contact op met onze specialisten: 079 - 3631919 of mail ons.