Adviezen van deskundigen
Na 26 weken wordt de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering van een ambtenaar verlaagd. De werkgever baseert dit besluit op een niet onderbouwd en summier briefje van de bedrijfsarts. De rechter is van oordeel dat het besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen. De werkgever had zich ervan moeten vergewissen dat het onderzoek van de bedrijfsarts op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden. (CRvB 16 september 2005, LJN: AR2684)
Adviezen van deskundigen
In het ambtenarenrecht worden besluiten regelmatig gebaseerd op adviezen van medische of andere deskundigen. Deze worden vanwege hun bijzondere expertise ingeschakeld. In bovenstaande uitspraak gaat de werkgever volledig af op het oordeel van de bedrijfsarts zonder dat dit deugdelijk is gemotiveerd. De uitspraak illustreert dat het bestuursorgaan verantwoordelijk blijft voor de aan hem uitgebrachte adviezen, ook al bezit het zelf niet de deskundigheid om een en ander inhoudelijk te beoordelen.
Onderzoeksplicht
Deze verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan is neergelegd in artikel 3:9 van de Algemene wet bestuursrecht. Het verplicht het bestuursorgaan na te gaan of het advies op een zorgvuldige manier tot stand is gekomen. Indien een advies gebaseerd lijkt te zijn op een onvoldoende zorgvuldig uitgevoerd onderzoek of als een advies onvoldoende gemotiveerd is, mag je dat niet zonder meer overnemen. Dit blijkt ook uit de volgende uitspraak.
Na een gemeentelijke herindeling solliciteren twee ambtenaren naar dezelfde functie. Met behulp van een assessmentonderzoek wordt de mate van geschiktheid van beide ambtenaren onderzocht. De inpassingscommissie adviseert het bestuursorgaan één van de twee ambtenaren af te wijzen op basis van de resultaten van het assessment. Het bestuursorgaan neemt dit advies over. De resultaten van het assessment waren in verband met de privacy van de kandidaten echter niet bekend gemaakt aan het bestuursorgaan, maar uitsluitend aan de inpassingscommissie. De afgewezen ambtenaar voert aan dat hij het assessment onder moeilijke privé omstandigheden heeft afgelegd en dat hem niet duidelijk is in hoeverre daarmee is rekening gehouden. In het bestreden besluit wordt daarover aangegeven dat het bevoegd gezag er vanuit gaat dat daarmee bij de beoordeling van het assessment rekening is gehouden.
De Centrale Raad van Beroep acht deze gang van zaken onjuist: wil een advies deugdelijk zijn, kan in beginsel een weergave van de onderzoeksgegevens niet worden gemist. Het uitgebrachte advies van de inpassingscommissie voldeed daar niet aan. Op geen enkele wijze is aangegeven welke de resultaten van het onderzoek zijn en om welke reden de voorkeur uitgaat naar de andere kandidaat. Gelet hierop had het bestuursorgaan zelf inzicht moeten verkrijgen in de resultaten van het assessmentonderzoek van beide kandidaten (CRvB 2 mei 2002, TAR 2002/138).
Tips
- Spreek een duidelijke termijn af waarbinnen het advies wordt gegeven. Het bestuursorgaan is immers gebonden aan beslistermijnen.
- Controleer of de adviseur beschikt over alle relevante gegevens en formuleer de vraagstelling duidelijk.
- Vraag om een (nadere) motivering wanneer die niet (voldoende) uit het advies blijkt en vermeldt de motivering eventueel zelf in het besluit.
- Leg een deskundig en onafhankelijk tegenadvies om commentaar voor aan de adviseur.