Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
Namens de staatssecretaris van VROM wordt besloten tot herziening en terugvordering van (teveel betaalde) huursubsidie. De belanghebbende maakt bezwaar en beleeft de daaropvolgende vijf jaar achtereenvolgens beroep, hoger beroep, opnieuw een beslissing op bezwaar, beroep en uiteindelijk weer hoger beroep. Is in deze casus sprake van spanning en frustratie wegens overschrijding van de redelijke beslistermijn die als immateriële schade voor vergoeding in aanmerking komt?
Spanning en frustratie
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (6 juni 2007, LJN BA6496) oordeelt dat inderdaad sprake is geweest van spanning en frustratie die als immateriële schade voor vergoeding in aanmerking komt. De spanning en frustratie waren gelegen in de volgende omstandigheden. Onzekerheid over het al dan niet moeten terugbetalen van de huursubsidie door de lange duur van de procedure en het enkele malen geconfronteerd worden met een deurwaarder. Hierdoor moest telkens contact opgenomen worden met de deurwaarder om verdere (incasso)maatregelen te voorkomen. Belanghebbende had hierdoor slapeloze nachten. In aanmerking genomen dat het aandeel van het bestuursorgaan in de overschrijding van de redelijke termijn 2,5 jaar bedraagt, acht de Afdeling het veroordelen tot immateriële schadevergoeding (€ 2.500,-) niet onjuist.
Overschrijding van beslistermijnen
Er wordt vaak geklaagd over het niet tijdig beslissen. In veel gevallen overschrijden bestuursorganen de beslistermijnen. De bestaande mogelijkheden van bezwaar en beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit, blijken in de praktijk geen adequaat middel tegen termijnoverschrijdingen. Er is gezocht naar andere middelen en daar is de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen uit voortgekomen. Na inwerkingtreding van deze wet kan het overschrijden van de beslistermijn niet alleen leiden tot het moeten vergoeden van (immateriële) schade, maar ook tot het verbeuren van een dwangsom of direct beroep bij de rechtbank.
Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
De Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen wijzigt de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er worden regels toegevoegd over het verbeuren van een dwangsom en rechtstreeks beroep bij de rechter in geval van niet tijdig beslissen. Het is de verwachting dat deze wet uiterlijk 1 januari 2010 in werking treedt.
Het is straks mogelijk dat het bestuursorgaan een dwangsom verbeurt bij het niet tijdig geven van een beschikking op aanvraag. Als de termijn voor het geven van een beschikking is verstreken, kan de aanvrager het bestuursorgaan in gebreke stellen. De eerste dag waarover de dwangsom verschuldigd is, is de dag waarop twee weken zijn verstreken na de dag waarop het bestuursorgaan van de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling heeft ontvangen. De Awb geeft straks regels over wanneer een bestuursorgaan een dwangsom verschuldigd is, de hoogte van de dwangsom en de verschillende procedurestappen. Zo wordt bijvoorbeeld geregeld dat geen dwangsom is verschuldigd indien het bestuursorgaan onredelijk laat in gebreke is gesteld, de aanvrager geen belanghebbende is, of de aanvraag kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is. De dwangsom kan oplopen tot € 1.260,- per (niet tijdige) beschikking. De Awb geeft straks ook onder andere regels over overmacht en het opschorten van de beslistermijn.
Het wordt ook mogelijk dat een belanghebbende direct beroep instelt bij de rechtbank tegen het uitblijven van een besluit. Indien een beslissing niet tijdig wordt genomen, kan de belanghebbende – onder omstandigheden – de bezwaarprocedure overslaan en direct beroep indienen bij de rechtbank. De rechtbank zal (als algemene regel) binnen zeer korte tijd uitspraak doen over het overschrijden van de beslistermijn, het bestuursorgaan twee weken de tijd geven om een inhoudelijk besluit te nemen en aan haar uitspraak een nadere dwangsom verbinden voor iedere dag dat het bestuursorgaan in gebreke blijft de uitspraak na te leven.
Tijdig beslissen is een noodzaak!
De druk op bestuursorganen om tijdig te beslissen wordt steeds groter. Niet tijdig beslissen zal in de toekomst vaker leiden tot financiële schade vanwege (immateriële) schadevergoeding en het verbeuren van dwangsommen. Het verbeuren van dwangsommen kan flink in de papieren lopen als de bestuurlijke organisatie niet op orde is.
Inspelen op de nieuwe wet
Weet u hoeveel beslissingen binnen uw organisatie buiten de termijn worden genomen? De nieuwe wet dwingt het management van overheidsorganisaties stil te staan bij deze vraag en zo nodig de werk- en besluitvormingsprocessen aan te passen. Kiest u voor het oprekken van beslistermijnen, breidt u de capaciteit uit of worden mandaten lager in de organisatie gelegd? Ook de implementatie van de wet, geeft stof tot nadenken. Heeft u al een coördinator aangesteld die er voor zorgt dat de wet op uniforme wijze binnen uw organisatie wordt uitgevoerd?